■ Carel Harmsen (CBS)
De vraag naar woningen is hoog terwijl het aanbod, met name van betaalbare woningen, in zowel de koop- als de huursector laag is, blijkt uit onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Toch nam het aantal verhuisde personen, ten opzichte van de eerste helft van 2020, in de eerste helft van 2021 met 57.000 toe tot 928.000. Dat is een stijging van 6,5 procent. De afgelopen tien jaar zijn niet eerder zoveel mensen in de eerste helft van het jaar verhuisd.
De stijging van het aantal verhuizingen geldt voor alle leeftijdsgroepen (figuur). Onder 55-plussers steeg het aantal verhuizingen relatief het meest. Mogelijk kiezen zij vanwege het vele thuiswerken vaker voor een nieuwe, doorgaans wat landelijke, woonomgeving. Maar we zien ook een stijging onder zeventigplussers – dat aantal steeg in de eerste helft van 2021 met 9.000 tot 69.000 verhuizingen. Voor deze stijging hebben we echter geen eenduidige verklaring gevonden.
Opvallend is verder dat er, ondanks de krapte op de woningmarkt. ook meer 23- tot 34-jarigen verhuisden. Dit is een groep waarin ook veel mensen zitten die aan het begin van hun wooncarrière staan. Deze stijging is mogelijk mede te verklaren door meer doorstroom in de hogere leeftijdsgroepen, en tijdelijk minder krapte doordat de immigratie vanuit het buitenland terugviel vanwege de in 2020 ingevoerde reisbeperkingen in verband met de corona.
Tot slot valt er ook onder jongeren van 18 tot en met 22 jaar het afgelopen jaar een stijging te zien. Mogelijk komt dit doordat er, volgens cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek, meer middelbare scholieren direct doorstomen naar een vervolgopleiding, en dan dus ook direct een woonruimte zoeken in de plaats van een dergelijke vervolgopleiding. Bovendien was de markt voor studentenwoningen mogelijk minder krap dan in voorgaande jaren, vanwege de tijdelijk verminderde toestroom van buitenlandse studenten.