■ Jeremy Weidum (CBS)
Eind mei 2020 werden 254.000 uitkeringen levensonderhoud verstrekt aan zelfstandigen in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1). Doordat zelfstandigen meerdere bedrijven kunnen bezitten, ging het in totaal om 270.000 bedrijven. Dit blijkt uit voorlopige cijfers over de Tozo die zijn samengesteld op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze regeling is met terugwerkende kracht ingegaan vanaf maart 2020, met als doel ondernemers tijdens de coronacrisis te ondersteunen. De Tozo 1 is daarbij per 1 juni 2020 opgevolgd door Tozo 2 en op 1 oktober door Tozo 3. Bij Tozo 1 telde het inkomen van de partner nog niet mee bij het bepalen van het recht op een uitkering.
Hoe vaak op de Tozo een beroep werd gedaan, varieerde per bedrijfstak. De meeste bedrijven van de zelfstandigen die een Tozo-uitkering kregen, behoren tot de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten. Het ging om circa 45.000 van de in totaal circa 270.000 bedrijven van personen met een Tozo-uitkering. Deze bedrijfstak, die op nummer twee staat qua aantal zelfstandigen (gemiddeld 242.000 in 2019), omvat onder meer advocatenkantoren, bewindvoerders, accountants en belastingconsulenten. In de bedrijfstak met het grootste aantal zelfstandigen (gemiddeld 271.000 in 2019), verhuur en overige zakelijke diensten, was het beroep op de Tozo aanzienlijk minder. De Tozo-gerechtigden bezaten daar ruim 12.000 bedrijven. Deze bedrijfstak omvat onder meer schoonmakers, beveiligers en arbeidsbemiddeling.
Een Tozo-uitkering wordt verstrekt aan huishoudens. Indien de zelfstandige die de uitkering heeft aangevraagd, samen met een partner een huishouden voert, is de partner meegeteld bij cijfers over het aantal personen met een Tozo-uitkering. Het aantal personen met een Tozo-uitkering is daarom groter dan het aantal Tozo-uitkeringen zelf. Eind mei hadden in totaal zo’n 406.000 personen recht op een Tozo 1. Bijna de helft van hen, 198.000, had een leeftijd tussen 45 jaar en de AOW-leeftijd. In de leeftijdsgroep 27 tot 45 jaar ging het om circa 178.000 personen. Een paar duizend mensen met recht op Tozo heeft minstens de AOW-leeftijd.
Rectificatie 2 maart: In de vorige versie stond dat de gegevens naar bedrijfstak, betrekking hadden op zelfstandigen met een Tozo-uitkering. Ze hebben echter betrekking op bedrijven van zelfstandigen met een Tozo-uitkering. De tekst is hierop aangepast.