Van rentenier tot pionier
Aute ur(s ):
Witteloostuijn, A. van (auteur)
Koedijk, C.G. (auteur)
Kool, C.J.M. (auteur)
Veen, A.P. van (auteur)
Universiteit Maastricht.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4148, pagina 320, 17 april 1998 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
verkiezingen, nederlandse, economie
De drievoudige tweedeling in Nederland, werkend versus niet werkend, rijk versus arm en bedrijfsleven versus gezinnen, vraagt om
een actief optreden van de overheid. De politieke partijen laten het echter afweten.
De politiek moet het voortouw nemen bij de ontwikkeling van creatief beleid dat in staat blijkt de passieve rijkdommen actief te
investeren in het Nederland van de toekomst. Nederland moet niet rentenieren maar pionieren. De verdere ontwikkeling van
Nederland pionierland vraagt om een actieve politieke leiding. Helaas is in de partij-politieke verkiezingsprogramma’s nog weinig
terug te vinden van een comeback van politiek en overheid. Politieke activiteit vraagt ook om een andere overheid. Het wordt hoog tijd
om de aanbevelingen van de voormalige Rijkscommissaris Tjeenk Willink serieus te nemen. De autoriteit van het parlement en het
primaat van de politiek moeten in ere worden hersteld. Ook aan deze noodzakelijke voorwaarde voor de totstandkoming van een
leidende politiek wordt in de verkiezingsprogramma’s weinig aandacht besteed. Kortom, de vier schaduwzijden van het polderwonder (i) broze werkgelegenheid en hoge verborgen werkloosheid, (ii) voortschrijdende denivellering en toenemende armoede; (iii)
exploderende bedrijfswinsten en achterlopende investeringen en (iv) democratisch tekort en mankerende overheid- krijgen niet de
aandacht die zij verdienen.
Met een vergrootglas in de hand is het gelukt tabel 1 gevuld te krijgen met een ogenschijnlijk indrukwekkende lijst voorstellen.
Vaagheid is echter troef: met het vergroten van de aandacht voor de onderkant van de samenleving (PvdA), het vergroten van
individuele capaciteiten (CDA) en het bieden van ruimte en kansen (D66) wordt bijvoorbeeld nog geen handen en voeten gegeven aan
een gericht armoedebeleid. Veel voorstellen van de grote vier partijen in de sfeer van werk en inkomen betreffen een verhoging van de
dosis van beproefde medicijnen: verdere flexibilisering, gerichte belastingmaatregelen, vergroting van het aantal subsidiebanen, reductie
van de loonkosten en versterking van marktwerking vormen daarvan een vijftal overbekende voorbeelden. Alleen GroenLinks is bereid
een paar nieuwe stappen te zetten. In de sfeer van de investeringen is het zelfs armoe troef: daar kan de weinig zeggende lippendienst
aan het stimuleren van publiek-private investeringen (PvdA en VVD), (startend) ondernemerschap (CDA, D66 en VVD) en de
maatschappelijke rol van het bedrijfsleven (CDA en D66), alsmede het scheppen van generieke voorwaarden voor bedrijfsinvesteringen
(CDA en VVD) weinig aan veranderen.
Tabel 1. Inventarisatie en vergelijking van verkiezingsprogramma’s
PvdA
denivellering en
armoedebestrijding
CDA
VVD
meer aandacht voor
inkomensverbetering
aan de onderkant
versterking
eigen capaciteiten
denivellering
moet voortgaan
fiscale toeslag
op minimum loon
koppeling
(+loonmatiging)
armoedeval
bestrijden met
Voorzieningenwet
kwijtscheldingsbeleid; samengaan betaald
individualisering
indiv. huursubsidie
werk en uitkering
verbetering
minimumloon
(+suppletie)
onrechtvaardige
rijkdom
(optieregelingen)
onaanvaardbaar
werkgelegenheid
optimalisering
handhaving
gebruik regelingen
gesubsidieerde
banen (geen
oneerlijke
concurrentie
meer werkgelegenheid
loonkosten laag
deregulering
en flexibilisering
publieke diensten
(zorg, politie,
onderwijs)
opgeleiden
verminderen
arbeidsmarkt
loonkosten laag
opgeleiden omlaag
fiscale toeslag
op minimumloon
flexibilisering
arbeidsvoorwaarden
zekerheid voor
flex-werkers
wig omlaag
extra Melkert-banen
uitbreiding
Melkert-banen
afslanking sociale
zekerheid
combinatie werk/zorg
meer marktwerking
geen doel op zich
bedrijfswinsten en
Investeringen
stimuleren publieksociale partners
private investeringen verantwoordelijk
privatisering
overheidstaken
ondernemersschap
stimuleren: goed
klimaat
‘public-private
partnership’
aandelenbezit
MKB/starters
werknemers stimuleren; stimuleren
geen primaat aandeelhouders algemeen
starter stimuleren
(MKB)
generieke
voorwaarden
scheppen voor
bedrijfsinvesteringen
sanering specifieke
stimulering, meer
generiek
democratisch tekort
opening/bereikbaarheid publieke
diensten omhoog
effectieve (korte)
procedures grote
projecten
decentralisatie
(subsidiariteit)
contact met burgers
nieuwe technologie
via info/communicatietechnologie
dualisme parlement
regering
versterking controle
functie 2e kamer
referendum lege huls
gemeent.
herindeling
met funct. regio’s
uitbreiding
kiesrecht niet-NL
steun van (partij)
geen uitbreiding
politieke organisaties van correctief
referendum
‘burgerschapsvorming’ kwalitatief/flexibel
in onderwijs
ambtelijk apparaat
transparante overheid
publieke financiering
info-technologie
van politieke
partijen
vitalisering
politieke partijen
simpeler ontslag
hoge ambtenaren
D66
denivellering en
armoedebestrijding
GroenLinks
evenwichtige
inkomensontwikkeling
koppeling plus
stimulering economische
zelfstandigheid
hoger soc. minimum
en minimum inkomen
vooral ruimte en
kansen bieden
10% inkomensna 3 jr op minimum
kwijtscheldingsbeleid
inkomenssteun
minder avv van cao;
meer avv sector regelingen
(pensioen enz.)
meer flexwerk
(uitzendbureaus)
persoonsgebonden
budgetten werklozen
werken met behoud
uitkering
combinatie zorg/werk
doorgroei Melkert-banen
naar cao
arbeidsduurverkorting
(32u)
indv. basisinkomen
 250/mnd
allen flex bij meer
werkgelegenheid
bedrijfswinsten en
investeringen
onderzoek/ontwikkeling
stimuleren via organisatie
innovatieve clusters
(maken en schakelen)
versterking toezicht
aandeelhouders en
werknemers (corporate
governance)
OR adviesrecht
investeringsplan in
arbeidsintensieve/
milieuvriendelijke
sectoren
minder regelgeving
premiedruk starters
maatschappelijke rol
bedrijven stimuleren
democratisch tekort
correctief referendum
volksinitiatief
correctief referendum
(ook van int. verdragen en
planologische beslissingen
gekozen MP + burgemeester
volksinitiatief
kiesrecht vanaf 16 jr
en voor niet-NL ingezetenen
MP rechtstreeks gekozen
districtenstelsel
kiesrecht voor niet-NL
ingezetenen
klein kernkabinet
decentralisatie en
bestuurlijke experimenten
wettelijke criteria
verzelfstandigen rijksdiensten
electronische consulatie
burgers
grotere verantwoordelijkheid
maatsch. org. bij beleid
verschuiving bevoegdheden
naar beneden
Hetzelfde geldt voor de voorstellen voor hervorming van het democratisch bestel. D66 en Groen Links doen ten minste nog een poging
met de aloude receptuur van het correctief referendum en de gekozen burgemeester, en de PvdA legt de vinger op de zere plek met een
pleidooi voor de versterking van de Tweede Kamer. De meerderheid van de voorstellen is echter een slag in de lucht. Bijna alle partijen
hebben bijvoorbeeld de hoop gevestigd op het gebruik van nieuwe technologieën. De lijst van voorbeelden kan verder worden
aangevuld. Per saldo is helaas sprake van politieke bloedarmoede. Vernieuwende, concrete en gedurfde voorstellen zijn nauwelijks te
vinden. Dat kan natuurlijk alles te maken hebben met de functie en status van verkiezingsprogramma’s. Veel partijproza vervult immers
voornamelijk een rituele rol. The proof of the pudding is in the eating – gelukkig. Misschien dat bij de formatie van een nieuw kabinet een
opmerkelijke voorraad politieke creativiteit en durf wordt aangeboord. De aanpak van de vier schaduwzijden van het Nederlandse
poldermodel vraagt daar om.
Nederland pionierland
Het eerste artikel van dit themanummer heeft een veelzeggende titel: hoera, het gaat goed. De stemming in paars Nederland is euforisch.
In de voorgaande bijdragen hebben wij beargumenteerd dat daarvoor geen aanleiding is. Met opzet is daarom het uitroepteken achter
hoera weggelaten. In het politieke debat worden door de grote partijen de schaduwzijden van het polderwonder te veel veronachtzaamd.
De nieuwe werkgelegenheid is veelal te vinden in broos flexwerk: toch pleiten vrijwel alle partijen voor een verdergaande flexibilisering.
Het pleidooi voor rechtvaardigheid en armoedebestrijding wordt door bijna alle partijen omarmd: toch zullen alle voorgestelde
partijvoorstellen, volgens het CPB, de denivellering verder versterken. De winsten in het bedrijfsleven groeien tot in de hemel, terwijl
tegelijkertijd het peil van de investeringen tot een bedroevend laag niveau is ingezakt: toch maakt geen van de partijen hieraan veel
woorden vuil. Het democratisch tekort wordt door de ene politicus na de andere waarnemer gesignaleerd: toch wordt in alle
verkiezingsprogramma’s dit mankement weinig serieus genomen. Alle partijen bewijzen lippendienst aan de noodzaak van investeringen
in het Nederland van de toekomst: toch is hierover in de verkiezingsprogramma’s weinig van belang te vinden.
De crux is dat de partijen nauwelijks creativiteit en durf tonen. Aan veelbelovend proza geen gebrek: voor etiketten als ‘Holland mainport’
en ‘Holland brainport’ hoeft geen enkel reclamebureau zich te schamen. De concretisering van deze fraaie woorden in daden blijft echter
grotendeels achterwege. Het resultaat is een rijke schakering van tinten grijs. De sociaal-economische verschillen mogen geen naam
hebben. Het EU-keurslijf begint serieus te knellen. Alle partijen belijden hetzelfde geloof in de verbetering van de infrastructuur, het
milieu en het onderwijs. Veel geld wordt hiervoor echter niet gereserveerd. Het geloof in de onmaakbaarheid van de samenleving is
kennelijk tot in alle poriën van politiek Nederland doorgedrongen. Slechts klein(er) links lijkt nog een sprankeling van hoop te koesteren.
De grote vier partijen stralen vooral een houding van berusting en passiviteit uit. Binnen de smalle marges van de wereldeconomie moet
het Nederlandse schip met marginale koerszwenkingen de steven gericht houden op voorspoed. Voor creatieve en gedurfde
investeringen is geen plaats. Deze constatering is vooral triest omdat met deze zelfgekozen passiviteit de uitdagingen van de moderne
tijd uit de weg worden gegaan. Juist in het huidige tijdgewricht van verandering zijn de kansen voor een (pro-)actieve overheid legio. Het
grijpen van deze kansen wordt niet belemmerd door geldgebrek. In tegendeel: het Nederlandse bedrijfsleven is immers stinkend rijk,
terwijl de overheid de financiën op orde heeft. Het is te hopen dat na de verkiezingen de politieke partijen uit hun schulp kruipen. Het
wordt hoog tijd om op het stevige paarse fundament te bouwen aan het Nederland van de volgende eeuw. Daarvoor is het nodig om het
overvloedige kapitaal te mobiliseren ten behoeve van investeringen in de toekomst van Nederland pionierland.
Thema: verkiezingen, wat ontbreekt er in de partijprogramma’s?
Een rationele keuze, H.A. Keuzenkamp
Hoera, het gaat goed, A. van Witteloostuijn, C.G. Koedijk, C.J.M. Kool en A.P. van Veen
De programma’s vergeleken, A.P. van Veen, C.J.M. Kool, C.G. Koedijk en A. van Witteloostuijn
Boekbespreking: De wonderbaarlijke terugkeer van de inverdieneffecten, P.A.G. van Bergeijk
Organisatie in plaats van geld, C.G. Koedijk, A. van Witteloostuijn, C.J.M. Kool en A.P. van Veen
Nederland investeert! Of toch niet?, C.J.M. Kool, A.P. van Veen, C.G. Koedijk en A. van Witteloostuijn
Dertien kabinetten, twaalf ongelukken?, A.P.D. Gruijters en J.A. Smulders
Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)