Ga direct naar de content

Succes, meneer/mevrouw Europa!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 3 1991

Succes, meneer/mevrouw Europa!
Al pratend over het minimumloon, de WAO en de
plaatsing van Feyenoord voor het Europese bekervoetbal heeft Nederland deze week het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap aanvaard.
Vooral voor de minister van Financien lijkt dat een
historisch voorzitterschap te worden, waaronder de
vormgeving van de Economische Monetaire Unie
(EMU) haar beslag moet krijgen. Maar ook zaken als
een mogelijke Europese rol in het vredesproces in
. het Midden-Oosten en een Europese energiepolitiek
(plan-Lubbers) spreken tot de verbeelding. Cynici
die denken dat het hier slechts om een technisch
voorzitterschap gaat begrijpen het niet helemaal:
ook in Europa zijn mannetjes belangrijk. Juist het
feit dat Lubbers, Van den Broek en, meer recentelijk, ook Kok in het internationale overleg een grote
reputatie hebben opgebouwd maakt dit voorzitterschap interessant.
Wat de EMU betreft is er al een hoop voorwerk
gedaan. Op een aantal hoofdlijnen is er overeenstemming over de noodzakelijke wijzigingen in het
Verdrag van Rome en over de statuten voor de Europese Centrale Bank (ECB). Het monetaire beleid
wordt op het niveau van de ECB getild, er zal geen
monetaire financiering van overheidstekorten plaatsvinden en ook anderszins zal onverantwoord financieel gedrag van lidstaten niet worden gehonoreerd
(‘no bail-out’). Die ECB moet bovendien onafhankelijk worden, naar Nederlands/Duits model, ook daar
lijkt men het over eens. Op zichzelf ziet dat er solide uit. Maar stel nu dat individuele landen hun (te)
grote begrotingstekort keurig dekken met langlopende schuld, vanuit de gedachte dat het aanbod niet
op kan, in die ene grote Europese kapitaalmarkt? Lopen we dan niet alsnog tegen de lamp? Wat te denken van het Italiaanse tekort, dat inmiddels in absolute termen even groot is als dat van de Verenigde
Staten? (En dan hebben we het nog niet eens over
de Grieken). Aanvullende regels, dus, om de soevereiniteit inzake de nationale begrotingstekorten wat
in te dammen (en nog meer neuroses bij de Britse
conservatieven: “They are now prescribing the family silver before stealing it”).
Wat voor aanvullende regels? Ik zie drie optics: (1)
plafonds, (2) een Gulden Regel (GR), of (3) een meer
structurele oplossing. Het Delors-rapport, waarmee in
1989 de aftrap gegeven werd voor de huidige discussie, neemt het zekere voor het onzekere en bepleit
statutaire plafonds voor begrotingstekorten. Dat lijkt
het niet te halen en dat is misschien maar goed ook,
want dergelijke plafonds worden in de praktijk meteen opgevuld. Daarna is iedere flexibiliteit weg en
begint het kattekwaad van het creatieve boekhouden.
De GR dan? Die is erg in, op het ogenblik, ook internationaal. Ruim geformuleerd: geef meer ruimte voor
kapitaaluitgaven dan voor tekorten op lopende rekening. Zoiets zal het wel worden, aangevuld met normen voor de schuldquote (overheidsschuld/nationaal
inkomen) en de rentequote (rente op die schuld/nationaal inkomen). Dat ziet er solide uit, voor wie een
oogje dicht doet voor de mogelijkheden die ook hier
geboden worden voor creatief boekhouden: valt onderwijs niet onder de definitie van kapitaal? Dan privatiseren we de studiefinanciering toch?

ESB 3-7-1991

Dergelijke problemen worden ondervangen in een meer structurele oplossing, waarbij de toelaatbare omvang van het totale overheidstekort
gerelateerd wordt aan (de ontwikkeling van) het spaaroverschot van de
overige sectoren, want daarbij vermindert iedere verschuiving van financieringslasten naar die overige
sectoren (de markt, de overheidsbedrijven, de sociale verzekeringen of
de lagere overheden) pro tanto de
begrotingsruimte en is de bedrieger
dus bedrogen. De minimale statistische informatie die voor een dergelijke normstelling nodig is blijft ook na
de monetaire eenwording voorhanden (bepaal het nationaal inkomen,
de totale absorptie, het totale overheidstekort en schat de trendmatige groei; betalingsbalanscijfers zijn niet nodig). Een dergelijk systeem
kan nog wat worden opgetuigd met toeters en bellen,
maar daar gaat het hier niet om. Waar het om gaat is
dat we op die manier de essentie regelen die geregeld moet worden, niet meer en niet minder: laat
geen enkele lidstaat een groter beslag op besparingen
leggen dan zich verdraagt met de beoogde externe
waarde van de ECU.
De oplettende lezer heeft in het bovenstaande het
aloude Nederlandse structurele begrotingsbeleid
herkend en zit nu wat te gniffelen: die Wolfson, zo
oud (zie nieuwe foto) en nog zo onbedorven. Hoe
was het ook alweer afgelopen met dat structurele
begrotingsbeleid? Precies. Bij ons liep het spaak omdat de minister/de wetgever in laatste instantie zijn
eigen begrotingsruimte en zijn eigen structurele
groeiverwachting vaststelde; daarmee zat de kat van
meet af aan op het spek. In een Europese optiek
zou dat door de Commissie/Ecofin gebeuren, na
consultatie van het Monetair Comite en de onafhankelijke ECB, waarna de nationale ministers van Financien (opgelucht) mopperend huiswaarts keren
met de boodschap dat er niet meer in zat, in Brussel. Allemaal volgens het beproefde sla mij, sla mijmodel dat ze desgewenst van de collega’s van Landbouw kunnen afkijken. Een gelaagde structuur,
waarbij kat en spek gescheiden worden. Waarbij in
Brussel alleen geregeld wordt wat er geregeld moet
worden, zonder onereuze landenexamens om kattekwaad boven water te brengen en zonder overbodige inbreuken op de nationale soevereiniteit. “How
about it, Mr. Major?”
Doen dus? Ik weet het niet. In dit soort onderhandelingen speelt meer dan de logica alleen. Het blote
feit dat iedereen gelooft in die onzin van de GR is
ook wat waard. En wie de Italianen in het hok
krijgt, krijgt achteraf van mij gelijk op welke argumentatie dan ook. Er zullen nog hoge eisen gesteld
worden aan de Nederlandse onderhandelaars/voorzitters, zowel in het EMU-overleg als op al die andere terreinen waarop het kabinet in het komende
halfjaar boven het niveau van Feyenoord moet zien
te spelen. Laten we meneer/mevrouw Europa maar
veel wijsheid en vooral veel leepheid toewensen!

D.J. Wolfson

Auteur