■ Ben Dankmeyer en Gerda Gringhuis (CBS)
In 2016 waren er 103.000 banen waarin stagiairs werkzaam waren. Dat is 1,3 procent van het totaal aantal werknemersbanen in Nederland en een toename van 0,2 procentpunt vanaf 2010. Het betreft hier stagiairs die in de praktijk werken als onderdeel van hun opleiding en die geen echte dienstbetrekking hebben, maar een zogenaamde fictieve dienstbetrekking. Zij ontvangen een stagevergoeding, geen reële beloning. Deze stagiairs zijn wel verzekerd voor de Wet Wajong en de Ziektewet, maar niet voor de overige werknemersverzekeringen. Gemiddeld ontving een stagiair in 2016 een vergoeding van 2,75 euro per uur met een gemiddelde werkweek (zonder overwerk) van 29,4 uur.
Bijna 37 procent van deze stagebanen werd vervuld in de gezondheids- en welzijnszorg. Stagiairs in deze bedrijfstak ontvingen 2,55 euro per uur en hadden een gemiddelde werkweek van 23,8 uur. Opvallend is de stijging van het aandeel stagiairs tussen 2013 en 2016 bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten (figuur). In het openbaar bestuur was elf procent van de stagiairs werkzaam, waar zij gemiddeld 1,80 euro per uur ontvingen en gemiddeld 34,1 uur per week werkten. Daarnaast was tien procent werkzaam in de specialistische zakelijke dienstverlening. In deze bedrijfstak ontvingen stagiairs in 2016 3,28 euro per uur en werkten zij gemiddeld 35,6 uur per week.
Ten slotte was 72 procent werkzaam bij grote bedrijven waar minimaal 100 werkzame personen in dienst zijn. Ruim achttien procent van de stagebanen werd gevonden bij middelgrote bedrijven waar tussen de 10 en 100 personen werkzaam zijn. Bijna tien procent was in dienst van een klein bedrijf met minder dan tien werkzame personen.