
Oud-studenten die te maken krijgen met een hogere rente na het aflopen van de rentevaste periode, besluiten hun lening sneller af te lossen. Dit blijkt uit een analyse van de gemiddelde maandelijkse extra aflossingen via de bank.
Na de studie genieten oud-studenten een aflossingsvrije periode van twee jaar, waarna de aflosfase start met maandelijkse betalingen. De afbetaling kent een rentevaste periode van vijf jaar, waarna de rente opnieuw wordt vastgesteld voor een volgende periode van vijf jaar.
Voor het cohort dat in collegejaar 2017/18 voor het laatst collegegeld betaalde, liep de rentevaste periode af op 1 januari 2024. Zij betaalden tijdens de eerste rentevaste periode nul procent rente, maar keken vanaf 2024 aan tegen 2,95 procent rente voor leningen die in 15 jaar afgelost worden (SF15) en 2,56 procent voor leningen die in 35 jaar afgelost worden (SF35). Dit leidde voor dit cohort tot een piek in de extra aflossingen in het vierde kwartaal van 2023. De figuur toont dat het cohort van wie de rentevaste periode afliep in 2024 gemiddeld 210 euro meer afloste dan het cohort dat hun rentevaste periode een jaar later ziet aflopen.
Een jaar later, op 1 januari 2025, eindigde de rentevaste periode voor het cohort van 2018/19, waarna de rente werd vastgesteld op 2,21 procent voor SF15 en 2,57 procent voor SF35. Dit resulteerde op zijn beurt voor dit cohort in significant meer extra aflossingen in het vierde kwartaal van 2024, namelijk zo’n 345 euro meer dan het eerdere cohort.
Beide cohorten trachtten hun totale rentelast te beperken door meer af te lossen bovenop hun reguliere aflossing, net voor hun rentevaste periode van lage rentes afliep. Vanaf 2024 is het gemiddelde bedrag per maand dat extra wordt afgelost ook hoger dan tussen 2021 en 2024. Dit kan te maken hebben met de gewijzigde hypotheekregels per 1 januari 2024, waarbij de actuele lasten meetellen voor de leencapaciteit. Ook ontwikkelingen zoals de mogelijkheid van sommige werkgevers om de bruto/nettoregeling te gebruiken om extra af te lossen, kunnen hieraan bijdragen.
Auteurs
Categorieën