Wat ligt ten grondslag aan de verschillen tussen de meer en minder bedeelden, en waarom blijven deze verschillen bestaan? Er is erkenning van de vele oorzaken, gevolgen en de complexiteit van de onderliggende mechanismen. Toch beperken de meeste economische onderzoeken naar ongelijkheid zich tot het verschil tussen rijk en arm op een one-size-fits-all-manier. De ‘maat’ die wordt gebruikt is namelijk die van ‘de gemiddelde mens’ die als norm(aal) wordt gezien. Deze opvatting, die overeenkomt met de American Dream, gaat uit van een opwaartse mobiliteit, en suggereert dat – als mensen de juiste keuzes maken en hard genoeg werken – zij de kloof kunnen overbruggen. Deze veronderstelling vloeit voort uit een specifieke opvatting van marktmechanismen. Personen worden gezien als ‘individuen’ en ongelijkheden als ‘toevallige gebeurtenissen’. Het onderzoek naar ongelijkheid vereist echter een verdergaand onderzoek dan naar de ‘gemiddelde mens’, waarbij de concepten van identiteit en uitsluiting tot de kern van de analyse wordt gemaakt.
In mijn proefschrift presenteer ik een politieke economie van identiteit, met op identiteit gebaseerde stratificatiemechanismen. Stratificatiemechanismen behelzen de hiërarchie van sociale groepen. Ik betoog dat stratificatiemechanismen de structurele relaties tussen identiteiten en ongelijkheden zowel produceren als in stand houden. Dit pas ik voornamelijk toe op de studie van de integratie van migranten. Daarbij ontwikkel ik nieuwe verklaringen voor de manieren waarop identiteitsgebonden stratificatiemechanismen functioneren in markten en beleid. Mijn onderzoek integreert de standaard economische benaderingen met stratificatie, feministische economie, en met de empirische studies over de integratie van migranten. De conclusie is dat de identiteit van mensen – hoe ze worden gezien, gelabeld en behandeld – bepaalt aan welke kant van de kloof ze zich bevinden.
Structurele sociale stratificatie verklaart bovendien uitsluiting op de arbeidsmarkt. Ik onderzoek of stratificatie een onontkoombare val is voor migrantengroepen en of de mislukking van integratie verband houdt met de manier waarop samenlevingen arbeidsmarkten organiseren. Arbeidsmarkten blijken nu te zijn georganiseerd in de vorm van een club, met sterk verschillende kansen voor mensen in elke club. Hierom beargumenteer ik dat het mislukken van de integratie van migranten een verantwoordelijkheid voor de gehele samenleving is.
Tot slot onderzoek ik de manieren waarop het gebruik van algoritmen en geautomatiseerde besluitvormingssystemen in het algemeen bijdragen aan de sociale reproductie van een gelaagde samenleving.
Auteur
Categorieën