In een goed functionerende democratie moeten burgers invloed hebben op het beleid door te stemmen. In de praktijk blijkt dat echter niet altijd het geval te zijn. Zo wijst mijn promotieonderzoek naar de verkiezingsopkomst, stemkeuze en het beleid in Nederlandse gemeenten uit.
In twee onderzoeken over stemkeuze laat ik zien dat mensen die bij gemeenteraadsverkiezingen stemmen, politieke partijen verantwoordelijk houden. Dit geeft partijen een electorale prikkel om naar kiezers te luisteren. In het eerste onderzoek analyseer ik hoe wangedrag van gemeentepolitici, zoals corruptie-incidenten, de electorale prestaties van hun partij beïnvloedt. Ik vergelijk hiervoor het gemiddelde aantal stemmen dat partijen krijgen in de verkiezing vlak voor en vlak na het wangedrag, en ik analyseer of dit afwijkt van partijen zonder incidenten (difference-in-differences). Wangedrag leidt gemiddeld tot zo’n tien tot vijftien procent minder stemmen, en vergeleken met andere landen is deze electorale afstraffing relatief zwaar.
Het tweede onderzoek laat zien dat partijen die deelnemen aan het college van burgemeesters en wethouders daar electoraal op worden afgerekend door de burger. Echter, sommige partijen verliezen meer stemmen na collegedeelname dan andere. Zo verliezen partijen meer stemmen na collegedeelname naarmate het aantal collegepartijen kleiner is. Dit wijst er ook op dat stemmers partijen verantwoordelijk houden, omdat het voor burgers makkelijker is om partijen verantwoordelijk te houden voor het beleid wanneer er minder partijen in het college zitten.
Voor invloed van burgers op gemeentebeleid vind ik echter geen aanwijzingen. Hiervoor schat ik het effect van veranderingen in de partijpolitieke samenstelling van het gemeentebestuur op de hoogte en de verdeling van de lokale belastingen. De gevonden effecten zijn verwaarloosbaar klein. Wanneer rechtse partijen bijvoorbeeld meer zetels krijgen in de gemeenteraad, dan leidt dit niet tot lagere lokale belastingen.
Een belangrijke conclusie uit mijn proefschrift is dat beleidsmakers er bij het decentraliseren van overheidstaken dus niet zomaar van uit mogen gaan dat de lokale democratie lokale voorkeuren omzet in lokaal beleid. Bij decentralisaties is dat vaak juist wel het uitgangspunt.
Auteur
Categorieën