Ga direct naar de content

Prof.dr. L.H.Klaassen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 19 1985

L.H. Klaassen

Prof. dr.
L.H. Klaassen
Prof. dr. L.H. Klaassen treedt op 1 juli 1985 af als president-directeur van het
Nederlands Economisch Instituut wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hij zal als adviseur
van de directie aan het NEI verbonden
blijven.
Ziehier een tot persbericht herleide
uiterst belangrijke gebeurtenis in het
bestaan van prof. dr. Leo Klaassen en
van het NEI. Voor het NEI immers
treedt de man terug die daarop sinds
1960 zijn zeer persoonlijke signatuur
heeft gezet: zijn vertrek verandert de
structuur van de leiding. Voor Leo
Klaassen betekent het dat hij een centrale functie neerlegt, die hij vijfentwintig
jaar – al dan niet met name – heeft vervuld. Maar hij blijft op zijn vijfenzestigste zich zelf: fysiek, mentaal en
intellectueel.
Veertig jaar geleden – onmiddellijk
bij de bevrijding – werd de economisch
kandidaat L.H. Klaassen benoemd tot
medewerker voor het economisch onderzoek. Hij werd ingezet bij de eerste grote
naoorlogse opdracht: het onderzoek
naar prioriteiten bij de wederopbouw
van Rotterdam. Het is exemplarisch
voor zijn combinatie van trouw en dynamiek dat de stad op 4 juni jl. aan de terugtredende president-directeur
de
hoogste onderscheiding van de gemeente
Rotterdam, de Johan van Oldebarneveltpenning, aanbood uit erkentelijkheid voor een ononderbroken stroom
van diensten en adviezen.
De jonge onderzoeker die na zijn inwerkperiode werd gedetacheerd in
Amersfoort – de zelfstandigheid was
snel gebleken – zal dit niet hebben verwacht. Toch begon daar het inzicht dat
tot zijn wetenscha.ppelijk en toegepast
werk zou leiden: de verbreding en verdieping van stedelijke naar regionale, van
regionale naar ruimtelijke economic.
ESB 26-6-1985

Het decennium van de jaren vijftig het regionaal onderzoek — voltooit de
rijping. In 1959, bij zijn hoogleraarschap in de methoden van het regionaaleconomisch onderzoek, treedt hij meteen op voile kracht aan. Het scheppen
van de eerste specialistische afstudeerrichting in de ruimtelijke economie in
Nederland – aan de NEH – is zijn
werk.
Als zijn vakgebied schept hij de ruimtelijke economie: zijn proefveld wordt
de gehele wereld, in dit geval werkelijk,
want hij werkt in alle vier windstreken.
Op heel veel plaatsen heeft men profijt
van zijn denkkracht en spankracht,
maar meest begunstigde blijft het Nederlands Economisch
Instituut: de
thuishaven.
De kroniekschrijver bij het 25-jarig
bestaan (ESB, 21 juli 1954, biz. 567)
wijst op het na de oorlog gevoerde vignet
van de brug tussen theorie en praktijk en
concludeert: ,,De wetenschappelijke
kalmte eist, dat wij nog veel meer verkeer over die brug laten gaan, voor wij
over de voortreffelijkheid van deze
constructie een oordeel neerschrijven”.
Bij het 40-jarig bestaan rapporteert Leo
Klaassen als president-directeur (ESB,
16 juli 1969, biz. 707), in een artikel
waarbij het vignet is afgedrukt: ,,De betaalde opdrachten bedroegen in 1947
f. 25.000, in 1969 f. 2,5 millioen”. Het
NEI stond op de kaart als een groot, internationaal erkend en gezocht onderzoekinstituut; het is daar onder en door
zijn leiding tot heden gebleven.
Leo Klaassen heeft het gepresteerd een
internationale wetenschappelijke naam
te verwerven en tegelijk een vormingscentrum tot ontplooi’ing te brengen,
waar een kleine honderd de eigen werkgelegenheid wetenschappelijk dragen.
Het is zijn levenswerk.
De kortste samenvatting van zijn

maatschappelijke inspanningen vind ik
nog steeds de discussie die hij in ESB inzette over welvaart en welzijn, met de alleszeggende ondertitel ,,Bereikbare doelen” (ESB, 21 juli 1971, biz. 660). ,,Ook
altijd verderliggende”, voeg ik er na
veertig jaar samenwerking aan toe. Een
virtuoos intellect in het methodische, een
onstuitbare werkkracht en een niet aflatende drang tot overdracht en toepassing
– en samen met zijn vrouw een guile levenshouding – hebben hem tot de mens
gemaakt die talrijke eredoctoraten en
andere internationale wetenschappelijke
onderscheidingen ontving. Het NEI
heeft die niet in huis, wij konden slechts
vragen of hij in ons krachtenveld wilde
blijven. Hij heeft daarmee ingestemd.
De president-directeur treedt af. Wij
verwelkomen de adviseur van de
directie.
H.W. Lambers

619

Auteur