De nieuwe Wet op de Ondernemingen dient ter vervanging van de bestaande wet, die op zich een produkt
was van een voorgaande poging tot
economische hervorming in 1965 (De
‘Kosygin-hervorming’). Voorlopig zal de
nieuwe wet alleen betrekking hebben
op ondernemingen die reeds het recht
vengenoemde maatregelen hebben de hebben het grootste gedeelte van hun
bedoeling op korte termijn de arbeids- activiteiten zelf tefinancieren. Collectieproduktiviteit te verhogen. (Daarnaast ve boerderijen, cooperaties en vanuit
wordt getracht, door meer gebruik te het overheidsbudget gefinancieerde inmaken van twee- en drieploegensyste- stellingen vallen er niet onder. Voorlomen, de kapitaalproduktiviteit te verho- pig is er een volstrekt willekeurige vergen). Dat de arbeiders niet staan te deling gemaakt. 60% van de bedrijven
juichten bij de invoering van dergelijke die daarvoor in aanmerking zouden komaatregelen is wel duidelijk. Op lange men, vallen onder de volgens de nieutermijn hoopt men tot meer efficiency te we wet te nemen maatregelen. De ovekomen door bij voorbeeld administratie- rige 40% zullen pas in de komende jave reorganisaties. Zo werd doorsamen- ren geleidelijk onder de wet vallen. Hoe
voeging van enkele op agrarisch ge- men zich voorstelt dat er twee groepen
bied werkzame ministeries en organi- ondernemingen binnen de volkshuissaties een nieuw ‘superministerie’ op- houding zijn, die volgens verschillende
gericht, Agroprom. De bedoeling was richtlijnen en criteria werken, is volstrekt
om de gehele agrarische sector en de onduidelijk.
industriele toeleveringsbedrijven in een
Latsis benadrukt dat alle tot nu toe
grate centrale organisatie bijeen te genomen maatregelen slechts een
brengen.
voorbereiding op de herstructurering
Ook is het investeringsbeleid omge- zijn. Radicate veranderingen zijn tot nu
bogen. Er worden nu meer financiele toe onmogelijk gebleven, omdat het bemiddelen gericht op de machinebouw staande economisch stelsel nog steeds
en er wordt meer aandacht geschonken operationeel is. Daarnaast doet zich het
aan projecten met hoge rendementen. probleem voor dat velen, ook econoMerkwaardig genoeg is er behalve een men, moeite hebben zich een voorstelbeweging naarmeer (organisatorische) ling van de nodige veranderingen te
centralisatie (Agroprom) ook een bewe- maken. Nieuwe maatregelen kan men
ging naar meer (financiele) decentrali- alleen begrijpen binnen een nieuw syssatie. Met ingang van 1 januari 1987 zijn teem, binnen het bestaande systeem
nog eens vijf bedrijfstakken met twee- zijn zij onbegrijpelijk. Momenteel verkohonderd ondernemingen overgegaan pen ondernemingen hun produkten teop een reeds langer bestaand systeem gen vastgestelde prijzen, de gehele invan zelffinanciering (chozrasjot).
terne handel vindt plaats via orders van
Al deze maatregelen zijn in het Wes- het betrokken ministerie, en van grootten reeds besproken en becommenta- handel is geen sprake. Wat men zich
rieerd in het kader van het nieuwe rus- moet voorstellen van de situatie als besische toverwoord ‘perestrojka’. Toch drijven zelfstandig hun produkten moehebben zij nog niets met de echte her- ten verkopen, weet niemand.
structurering te maken. Ze werden alle
Een typisch verschijnsel van de Oosgenomen binnen het bestaande sys- teuropese planeconomieen is de opteem van economische voortbrenging eenhoping van voorraden (grand, hulpen veranderen daaraan verder niets.
stoffen, arbeid) bij de bedrijven. Door
het aanleggen hiervan probeert men
zich in te dekken tegen onvoorzienbare
vertragingen bij de toelevering, die er
Onzekerheid
alleen maar toe kunnen leiden dat men
De echte herstructurering zal pas in zelf het Plan niet haalt. Zo ontstaan de
1988 een kans krijgen. Het is echter bekende macro-tekorten en microzeer de vraag of deze werkelijk tot ver- overschotten. De nieuwe wet beoogt
anderingen zal leiden. Het probleem is een of andere vorm van groothandel in
dat binnen de Sovjetleiding nog geen het leven te roepen, die tot taak heeft
overeenstemming bestaat hoe de deze voorraden juist bij de groothandel
nieuw te nemen maatregelen moeten aan te leggen. Van bedrijven wordt verworden uitgewerkt. Dit blijkt uit een re- wacht dat zij vrijwillig afstand zullen
cent gehouden interview met Otto Lat- doen van hun aangelegde voorraden.
sis, redacteur van het politieke orgaan Niemand weet echter of en zo ja, hoe
van het Centrale Comite van de CPSU, dit gaat gebeuren. Bovendien zal dan
Kommunist. In dit interview, dat werd af- pas blijken welke macro-tekorten kunstgenomen door Jeff Gleisner van de en- matig zijn ontstaan en welke ree’el zijn.
gelse periodiek Detente, werd ingeDe nieuwe wet zal ook gevolgen hebgaan op de consequenties van de nieu- ben voor het prijsbepalingssysteem van
met name voedingsmiddelen. De inwe wet.
Perestrojka 1988?
Op 25 en 26 juni 1987 werd door het
Centrale Comite van de CPSU, de communistische partij van de Sovjetunie,
een plenaire vergadering over de toekomstige ontwikkeling van de Sovjeteconomie gehouden. Als uitvloeisel
hiervan werd op 30 juni door de Opperste Sovjet, als voornaamste wetgevend
orgaan, een ontwerp-wet op de staatsbedrijven aangenomen. Deze wet biedt
de mogelijkheid tot ingrijpende economische hervormingen. In eerste instantie lijkt het erop dat vanaf 1 januari van
dit jaar bedrijven zelf hun vijfjarenplannen mogen opstellen. Ook zouden zij
voortaan zelfstandig contracten mogen
afsluiten met andere bedrijven. In de
nieuwe wet wordt ook gesproken over
staatsorders, die bedrijven kunnen verwachten van organisaties die via het
overheidsbudget gefinancierd worden.
De wet beoogt een zekere mate van financiele autonomie, invoering van onderlinge concurrentie en zelfbestemming van de winst. Nadere bestudering
van de mogelijkheden die de nieuwe
wet biedt, leidt onontkoombaar tot de
conclusie dat de uitvoering ervan de
toetssteen zal worden of op economisch gebied Gorbatsjov’s herstructurering (perestrojka) inderdaad echte inhoud zal krijgen. De kans is groot dat er
slechts marginale veranderingen in het
economische management zullen optreden.
Recente maatregelen
__
Sinds Gorbatsjov in maart 1985 aan
de macht kwam, is er al een aantal
maatregelen op economised gebied genomen. Zij dienen echter alleen maar
het opkalefateren van het oude bestaande economisch systeem en kunnen zeker niet tot een herstructurering
van de Sovjet-volkshuishouding gerekend worden. In de afgelopen 3 jaar zijn
onder andere de volgende maatregelen
genomen: Een anti-alcoholcampagne,
die het gebruik van alcohol aan banden
moet leggen. In 1986 is de staatsverkoop van alcohol met 40% verminderd.
De invoering van de z.g. ‘attestatsja’:
staatscontroleurs komen de kwaliteit
van individuele prestaties beoordelen.
Ook werd doorgegaan met de reeds onder Andropov ingezette disciplineringscampagne, die inhoudt dat arbeiders en
bureaucraten harder moeten werken.
Aanwezigheid op de werkplek wordt
stronger gecontroleerd, boodschappen
doen in werktijd is er niet meer bij. Bo-
ESB 3-2-1988
139
middels vaak veel te lage prijzen beTnvloeden de winstgevendheid van bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie
negatief. Daarnaast komen de lage prijzen niet de laagste inkomensgroepen
ten goede, maar juist degenen die connecties hebben met winkelpersoneel en
dergelijke. Veel goederen kan men alleen via deze connecties krijgen, en het
zijn vaak de mensen met de middeninkomens die goede connecties hebben.
Verhoging van de officiele prijzen dient
echter weer gepaard te gaan met aanpassing van pensioenen en lonen, opdat de reele inkomens niet dalen. Niemand weet echter hoe dit precies in zijn
werk moet gaan, aangezien op dit gebied in de Sovjetunie elke expertise ontbreekt. Dit alles leidt ertoe dat het niet
alleen de bureaucraten zijn, die zich
zorgen maken hoe dit allemaal moet uitpakken. Bij de gehele bevolking leeft
ongerustheid overde uitwerking van de
te nemen maatregelen.
Staatsorders
Hoewel het de bedoeling is dat bedrijven voortaan zelfstandig contracten
afsluiten met andere bedrijven, wordt in
de nieuwe wet ook gesproken over
‘Staatsorders’, orders die men rechtstreeks van de overheid krijgt. Vragen
die men zich nu kan stellen zijn of dit
systeem van Staatsorders de ministeries in staat zal stellen de hervormingen
te blokkeren en of men het begrip
‘staatsorder’ dient te interpreteren in de
zin van wens of als commando. Mag
een bedrijf een staatsorder weigeren?
Hierover bestaat nog onduidelijkheid.
Latsis zegt er het volgende over: “Het
systeem van Staatsorders mag geen
belemmering zijn. Het is essentieel. Het
is een ‘order’ in de zin van ‘wens’. Het
is geen ‘staatscommando’. Het is eerder een commando in de zin van prioriteitswens. Ais er reele tekorten van een
bepaald produkt zijn krijgt de staatsorder voorrang. Dit is niet alleen een economische verplichting, maar ook een juridische. De staatsorder moet uitgevoerd worden voor orders van individuele ondernemingen. Dit is essentieel in
een volkshuishouding die in twee sectoren is verdeeld: een sector met zelffinancierende ondernemingen en een
sector met budgetgefinancieerde instellingen. Ondernemingen kunnen
zelfstandig trachten hoge prijzen te bedingen. Dit is niet mogelijk voor de instellingen die budgetgefinancieerd zijn
op het gebied van gezondheidszorg,
onderwijs, defensie en wetenschappelijk onderzoek. Instellingen op dit gebied zijn werkzaam voor het belang van
het gehele volk, daarom verkrijgen zij
voorrang. Ze mogen normale orders
plaatsen, maar als die niet vervuld kunnen worden, mogen ze een staatsorder
140
plaatsen via een overheidsinstelling.
Het is echter nog niet duidelijk of een
onderneming het recht heeft een
staatsorder te weigeren. Sommigen
vinden dat Staatsorders concurrerend,
attractief en winstgevend voor de onderneming moeten zijn, omdat ondernemingen via economische prikkels gestimuleerd dienen te worden. Persoonlijk denk ik dat dit het begrip ‘staatsorder’ondermijnt. Ik vind dat ondernemingen niet het recht mogen hebben een
dergelijke order te weigeren”. Tot zover
Latsis1.
Een ander punt waarover geen duidelijkheid bestaat is dat in de nieuwe
wet wordt gesproken over plancijfers.
Wat hebben deze voor betekenis in een
systeem, waarin bedrijven zelfstandig
beslissingen nemen? Ook Latsis weet
dit niet. Hij brengt onder de aandacht
dat Gorbatsjov gezegd heeft dat ze niet
verplichtend zijn. Maar ook hij kan niet
zeggen, in hoeverre zij van invloed zijn
op de taakstellingen van de onderneming. Als de bedrijven inderdaad zelfstandig beslissingen ten aanzien van
de produktie kunnen nemen is er geen
enkele garantie dat hettotaal van de ondernemingsbeslissingen
samenvalt
met een nationaal plancijfer. Volgens
hem hebben de plancijfers een aanvullende gidsfunctie, wat dat ook mag inhouden.
Maar er is nog een ander, voor Sovjetbegrippen revolutionair punt, dat ook
in de Sovjetpers niet becommentarieerd is. Tot nu toe was de situatie dat
wat betreft de uitgaven van de ondernemingen de prioriteiten zo lagen dat allereerst de arbeiders werden uitbetaald, dan de afdrachten aan het overheidsbudget werden overgemaakt en
dat dan pas de toeleveranciers werden
betaald. Dus ook al is een onderneming
absoluut niet levensvatbaar, en betaalt
zij niets aan haar leveranciers (een
boekhoudkundige kwestie, waar leveranciers verder niets over te zeggen
hebben), dan ontvangen de arbeiders
toch nun loon. Of ze goed of slecht, hard
of langzaam werken, ze worden betaald. Al hebben ze niets te doen, altijd
zal dan gezegd worden dat de fout ergens anders ligt, bij het ministerie of bij
Gossnab (Staatscomite voor toeleveringen). Zolang de arbeiders betaald
worden, zal niemand doorhebben dat er
in het bedrijf zelf fouten worden gemaakt en dat het bedrijf zelf een slechte prestatie levert. En als het toeleveringsbedrijf zelf in financiele moeilijkheden komt, doordat het geen betalingen
ontvangt, dan springt Gosbank weer bij.
Een zeer groot gedeelte van de onderlinge rekeningen wordt niet betaald,
maar dat had geen enkele consequentie. Van enige financiele discipline is
binnen de Sovjetvolkshuishouding
geen sprake.
Nu zegt de nieuwe wet in artikel 18
het volgende: “De onderneming verricht alle betalingen, inclusief afdrachten aan het budget en de uitbetaling van
lonen, in de volgorde waarin de rekeningen zijn binnengekomen en de uitbetalingstijdstippen zich aandienen”. Volgens Latsis heeft dit de consequentie
dat de prioriteiten veranderd zijn. Het
zou kunnen betekenen dat eerst de toeleveranciers betaald worden en dan
pas de arbeiders (Dit zou een logisch
gevolg zijn van het toekennen van zelfstandigheid aan de bedrijven). Als er
niet voldoende in kas is om aan de verplichtingen te voldoen, dan heeft de toeleverancier voorrang. Dit punt is tijdens
het Plenum niet opgemerkt en niet bediscussieerd. Maar deze verandering
van prioriteiten heeft verreikende consequenties voor de arbeidszekerheid,
die tot nu toe een van de kenmerken
van het Sovjet-planningsstelsel was.
Werkloosheid zou nu tot de mogelijkheden behoren.
Latsis’ interpretatie gaat voor Sovjetbegrippen ver. Hij geeft hiermee een radicale visie op de hervormingen weer.
Of bovenvermelde clausule zich in de
praktijk laat uitleggen zoals hij dat doet
is aan twijfel onderhevig. Ook Gorbatsjov heeft in diverse redevoeringen al laten weten werkloosheid als consequentie volstrekt niet te willen aanvaarden.
Conclusie_________•
Sovjetbeleidsmakers, economen,
politici, en bureacraten hebben nog
geen duidelijk omlijnde ideeen hoe Gorbatsjov’s herstructurering uit te voeren.
1988 zal een jaar van cruciaal belang
zijn voor de ontwikkeling van de Sovjet
economische orde. Zal alles bij het
oude blijven? Zullen erslechts marginale veranderingen ingevoerd worden?
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat
men inderdaad alle consequenties trekt
uit de mogelijkheden die de nieuwe Wet
op de Ondernemingen biedt.
Erik Dirksen
De auteur is universitair decent bij de leerstoel economie der centraal geleide volkshuishoudingen van de Universiteit van Amsterdam.
1. In dit verband is de mening van Abel Aganbegijan, de top-beleidsmaker op economised gebied van het ogenblik, belangrijk. In
een in augustus 1987 gehouden serie radiointerviews zei hij dat Staatsorders verplichtend waren en dat ondernemingen ze niet
mochten weigeren. Maar Staatsorders zouden zeer voordelig voor de ondernemingen
zijn. In het begin van de herstructurering
zouden Staatsorders 50-60% van het totale
orderbestand uitmaken. Maar in 1990 als
prijshervormingen zouden zijn uitgevoerd,
het kredietmechanisme aangepast zou zijn
en er een vorm van groothandel zou zijn ingevoerd, zouden Staatsorders 25-30% van
de orders uitmaken. (Door andere Sovjetssseconomen zijn voor 1988 voor wal betreft
de industrie nog hogere cijfers genoemd).