Ga direct naar de content

Oost-West joint ventures

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 17 1990

Oost-West joint ventures
Nu de tweede wereldoorlog voor
Oost-Europa aan het aflopen is, bevinden de landen daar zich ongeveer in de
situatie waarin wij ons in 1948 bevonden. De opgave van het moderniseren
en uitbouwen van landbouw, Industrie
en dienstensector ligt nog voor hen. Op
het gebied van infrastructuur, milieubeheer en onderwijs liggen er gigantische
taken. Nodig zijn geld, technische kennis, toegang tot wereldmarkten en een
mentaliteitsverandering.
Deze laatste is druk bezig zich te
voltrekken. Een nieuwe elite van meestal jonge mannen en vrouwen die vloeiend Engels spreken en weten hoe de
wereld in elkaar zit, is bezig haar normen en waarden op te leggen aan ‘overlevers’ en bureaucraten. De mening
overheerst dat deze elite in de meeste
landen in staat zal zijn de nu vrijgemaakte energie aan te wenden voor de
economische opbouw en te voorkomen
dat het elan verzandt in strijd over oude
en nu ontvroren politieke kwesties als
nationaliteiten- en religieuze vraagstukken.
Voor geld, technische kennis en toegang tot wereldmarkten is men aangewezen op steun van OESO-landen. De
mening in Oost en West is dat deze
samenwerking primair op het microniveau gestalte moet krijgen. Dat wil
zeggen, dat Westeuropese ondernemingen in Oost-Europa dienente investeren. Omdat de Oosteuropese landen
beducht zijn voor westerse economische overheersing, hebben zij wat betreft deze samenwerking gekozen voor
de vorm van joint ventures1.
Het is waarschijnlijk dat het model
van de Oost-West joint ventures een
tussenstation is; in sommige landen is
het bij voorbeeld reeds mogelijk een
volledig ejgen vestiging op te richten.
De reden hiervoor is dat joint ventures
in het algemeen geen stabiele instellingen zijn en als ze groot zijn gegroeid
vrijwel altijd naar de ene of de andere
ouder neigen. (De enige uitzondering
die ik ken is de grootschalige fabricage
van standaardprodukten, zoals stukken
petrochemie waar het middel joint ventures op dit moment kan helpen een
capaciteitsescalatie te voorkomen.)
Hoewel het belang van Oost-West
joint ventures dus moet worden gerelativeerd, verdient het om andere redenen juist extra aandacht. Die andere
reden ligt in het feit dat de kaarten thans
worden geschud en dat joint ventures
op dit moment het enige dan wel vaak
het beste middel zijn om marktaandeel

ESB 17-1-1990

J.G. Wissema

te reserveren. Strategisch gezien is een
Oost-West joint venture een optie om in
toekomstige groeimarkten te participeren. Voordat die optie kan worden uitgeoefend moet de westerse participant
over geduld, doorzettingsvermogen en
inventiviteit beschikken. Dat heeft niet
iedereen en dat is de reden waarom de
berichten over Oost-West joint ventures
elkaar zo tegenspreken.
Aan de ene kant de statistieken2 die
laten zien dat het om grote aantallen
gaat. Alleen al in de Sovjetunie zijn er
thans zo’n duizend Oost-West joint ventures en dat aantal groeit met ongeveer
honderd per maand3. Voor de gehele
Comecon liggen die cijfers ongeveer
tweemaal zo hoog, waarbij Hongarije
en Polen na de Sovjetunie de koplopers
zijn. Van de duizend Oost-West joint
ventures in de Sovjetunie blijken erechter slechts een 30 tot 40 echt te werken4. Daarvan blijkt dan ook nog een
aantal te gaan om hotels en dergelijke,
dus geen zaken die technologie en
marktkennis inbrengen.
Daar staan de joint ventures van grote multinationals tegenover. Op het gebied van energie en handel waren deze
al langer bekend. Philips was de eerste
buitenlandse investeerder in Tsjechoslowakije (1987, video-recorders).
Spectaculair was vorig jaar de investering van General Electric in Tungsram.
Akzo heeft inmiddels eveneens een
joint venture in Hongarije (coatings).
Mogelijkheden zijn er genoeg5.
Het is echter niet goed dat alleen de
multinationals investeren. Indien er niet
ook in kleinere ondernemingen wordt

geTnvesteerd bestaat het gevaar dat de
betrokken landen een onevenwichtige
economische structuur krijgen terwijl
omgekeerd Westeuropese bedrijven
kansen laten liggen. Aangezien de kleine en middelgrote ondernemingen over
het algemeen minder geduld kunnen
opbrengen dan de grote, kan een overheld bijspringen met voorlichting en garanties. Een soort van Herstelbank voor
Oost-Europa is nodig. Frankrijk heeft
een voorstel gedaan om een Europese
Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling op te richten. Dit voorstel is inmiddels geaccepteerd door de Europese
Raad. Met dit plan is een eerste stap
gezet in de richting van een economische samenwerking die een van de
grootste van de geschiedenis zou kunnen worden.

1. Djarova, Joint ventures: a new reality of
East-West cooperation, Working Paper 88054, International Institute for Applied Systems Analysis, Laxenburg, juni 1988 en vervolgrapporten.
2. Zie bij voorbeeld East-West joint ventures
News, Kwartaaltijdschrift van de United Nations Economic Commission for Europe, Geneve.
3. Zie voor een overzicht dat jaarlijks wordt
bijgewerkt: C.H. McMillan (red.), East-West
business directory, Carlton University, Lonon. Dit overzicht geeft ook de Oost-West
joint ventures in het westen.
4. The Economist, 6 januari 1990, biz. 62.
5. De Hongaarse Kamer van Koophandel
publiceert regelmatig een lijst met ‘contactadvertenties’.

55

Auteur