hi
Nieuw beleid voor Curacao
S. Betrian en E.G.M. Mendes de Gouveia*
E
conomiscbe strategieen voor grote landen gaan niet op voor een klein eiland, zoals
Curasao. Eilandeconomieen ontlenen bun kansen aan een strategische figging,
goede relaties met grote landen en korte communicatielijnen. In dit artikel wordt
ingegaan op bet speciale karakter van het economische beleid van kleine eilanden en
bet zogenaamde ‘Manebo Nobo’ of Nieuw Beleid dot Curasao op deze kenmerken
heeft gebaseerd. De auteurs stellen dat een onafhankelijke positie van Curasao
binnen het Nederlandse Koninkrijk nodig is om dit beleid te kunnen uitvoeren.
Waarln een kleine economic groot kan zljn
Op de wereld zijn er zo’n veertig kleine eilanden of
eilandgroepen die een economische en bestuurlijke
eenheid vormen. Ook Curacao moet vanuit economisch oogpunt tot deze groep worden gerekend,
maar is slechts ten dele een bestuurlijke eenheid
omdat de bestuurlijke taken verdeeld zijn over de
Eilandsregering en de regering van de Nederlandse
Antillen. Behalve dat de bevolking klein is (minder
dan een miljoen inwoners), en ook het landoppervlak en nationaal inkomen van beperkte omvang
zijn, hebben deze kleine eilandeconomieen een aantal andere kenmerken gemeen1:
• schaalvoor- en nadelen;
• de economic is afhankelijk van slechts enkele bedrijven of sectoren;
• geografische isolatie, maar soms ook strategische
ligging;
• goede, symbiotische economische relaties met
grote landen.
Schaalvoor- en nadelen
Een eerste kenmerk van een kleine eilandeconomie
zijn de schaalvoor- en nadelen. Schaalnadelen treden
op bij het ontwikkelen van bedrijvigheid en het opzetten en aanbieden van publieke diensten. Daarnaast heeft een eiland, hoe klein ook, infrastructurele
voorzieningen nodig als een elektriciteitscentrale,
een haven en een vliegveld.
Schaalnadelen treden ook op de arbeidsmarkt op.
Variatie in vraag en aanbod zijn minder groot, waardoor de kans dat iedereen werk vindt dat bij hem
past kleiner is. Hoger opgeleiden bij voorbeeld zijn
daardoor geneigd op zoek te gaan naar carriereperspectieven in andere landen.
Kleinschaligheid kan echter ook voordelen hebben. De lijnen binnen het overheidsapparaat, tussen
het overheidsapparaat en de sociale partners en tussen bedrijven onderling zijn kort. De besluitvorming
kan hierdoor flexibeler en sneller verlopen. Ook kweken korte lijnen een ‘wij-gevoeF. Genoemde partijen
moeten samen de economic van het eiland draaiende
houden en verder ontwikkelen.
Afhankelijkheid van enkele bedrijven en sectoren
Schaalnadelen en gebrek aan natuurlijke hulpbronnen leiden ertoe dat eilandeconomieen een eenzijdig
produkten- en dienstenpakket hebben. De meeste eilandeconomieen verdienen hun inkomen met een of
twee exportprodukten.
De eenzijdige samenstelling van het produktenen dienstenpakket heeft twee gevolgen. Ten eerste
wordt het eiland gevoelig voor incidenten en (economische) schokken van buitenaf. De wijziging van de
Amerikaanse belastingwetgeving in 1983, waardoor
de handel in Eurodollars via Curacao veel minder interessant werd, heeft nog steeds belangrijke gevolgen
voor de economic van Curacao. Maar ook een brand
in de olieraffinaderij is van grote economische betekenis. Ten tweede heeft een klein eiland nauwelijks
invloed op de handelwijze van de grote ondernemingen. De bedrijven zijn meestal dochterondernemingen van buitenlandse maatschappijen. Vanuit het perspectief van het eiland zijn deze dochterbedrijven
van groot economisch belang, maar niet vanuit het
gezichtspunt van de moedermaatschappij. Bij (des)investeringsbeslissingen zal deze zich weinig van de
belangen van het eiland aantrekken.
Geografische ligging
De gei’soleerde ligging van kleine eilanden betekent
dat transportkosten prijsverhogend werken voor de
* De auteurs zijn gedeputeerden van respectievelijk Financier! en Economische Zaken van het eilandgebied Curacao.
Zij schrijven dit artikel op persoonlijke titel en danken J. de
Boer en D.E. Ernste van het Bureau voor Economische Argumentatie voor nuttig commentaar.
1. Literatuur over kleine (eiland-)economieen: G. Baldacchino, Bursting the bubble: the pseudo-development strategies
for microstates, Development and Change, jg. 24, 1993, biz.
29-51. M. van Schaaijk, Ben macromodel van een micro-economic, Den Haag, 1992. B. Legarda, Small island economies, Finance & Development, juni 1984, biz. 42-43.
import en export van goederen en diensten. Tegelij-
1988
kertijd kan de ligging ook een strategische betekenis
hebben. Een klein eiland is vanuit andere landen ge-
zien moeilijk te bedreigen of van de buitenwereld af
Bevolking
Werkloosheid (%)
te sluiten. Dit maakt het een ideale plaats voor bij
voorbeeld militaire bases, de opslag en overslag van
strategische goederen, of als regionale hub, waar
grootschalige lange-afstandtransporten van goederen
143.0QO.
16,4
149.000
24,2
Bap (into. NA/ )
of passagiers worden verdeeld in kleinere eenheden
1992
141.000
14,2
2400″
Groeibnp(%)
Inflatie
3,5
2,6
Overheidstekort(mln.NA/)
50
LopenderekeningGnln. NA/)
45*
bestemd voor landen in de regio.
4*>
– >
4,0
,• : – ” ‘ -“••«”-•.’•
23
128
47*
.’,.7 ‘.”*”…
NA/1 isongeveergelijkaan/l.
Relaties met grote landen
Veel eilanden zijn of waren een kolonie van een
a. Cijfer voor de Nederlandse Antillen als geheel. De bevolking en economische activitett van Curacao beslaan ongeveer 75% van de Nederlandse Antil-
groot westers land. Kleine eilanden zijn daardoor
b. Lopende rekening tot en met juni 1992.
BroBnen-T’ ‘ ” • • • • • •
sterk op het ‘moederland’, en andere westerse landen
georienteerd. De politieke en econornische banden
met het westen zijn veel sterker dan met de landen in
de regio. Dit is ook de reden dat op kleine gekolonia-
len. “.; :;7:.,.;7.,. ;7;777.^77:.7:.’..7. .
fao, 199% CBS, Statistic^ Yearbook of the NetherlandsAntilles 1992, Wiltemstad, 1992; Bank van de NederiandseAntilten, Otuwteriy Bulletin, 1992-IV,
maattl993.
..–.•.••;.••.>>.,. : .f.; ; ..> ,–<• • • .-
liseerde eilanden nauwelijks wordt gestreden voor
het doorsnijden van de banden met het moederland.
Het ‘moederland’ profiteert van de typische voordelen van een kleine eilandeconomie, zoals de gunstige ligging op transportassen en de strategische
positie voor militaire doeleinden, handel, transport,
financiele dienstverlening. Voor kleine eilanden hebben politieke en econornische banden met grote westerse landen als voordelen dat buitenlandse investeerders aan deze banden garanties voor politieke stabiliteit ontlenen en dat kleine eilanden op deze wijze be-
ter toegang hebben tot import- en exportmarkten.
Kleine landen vormen geen bedreiging voor de han-
delspolitiek van grote landen. Het handelsvolume
van een klein eiland is immers verwaarloosbaar. Met
behulp van goede diplomatic kunnen kleine landen
daardoor makkelijker gunstige handelsvoorwaarden
bedingen dan grote landen.
Strategisch beleld voor kleine eilanden
Sociaal-economisch beleid
Een alerte niche-marketing vereist dat snel en slag-
vaardig de juiste mensen en middelen kunnen worden ingezet om produkten en diensten te ontwikkelen en op de markt te zetten. De korte lijnen en het
sterke “wij-gevoeP werken hierbij in het voordeel van
kleine eilanden. Toch zijn het wij-gevoel noch de korte lijnen vanzelfsprekend.
Goede scholing, sociale voorzieningen, perspectieven op werk en inkomen zijn belangrijk om de
gehele bevolking bij de econornische ontwikkeling
van het eiland betrokken te houden. Fricties op de
arbeidsmarkt en ‘brain drain’ dreigen op een klein
eiland immers al snel.
Slagvaardigheid en korte lijnen verhouden zich
niet met een groot of bureaucratisch overheidsapparaat. De overheid moet even flexibel zijn als de andere sectoren van een kleine eilandeconomie. Ook de
overheid moet meeveranderen met de veranderingen
op de wereldmarkt.
Uit het voorafgaande is gebleken dat het in het be-
Ten slotte is voor een alerte niche-marketing
lang van kleine eilanden is om goede relaties met grote landen te onderhouden. Hierdoor ontstaat al snel
noodzakelijk dat veel zorg wordt besteed aan investeringen in infrastructuur. Een haven, een vliegveld
de neiging om ook nun econornische beleid te adopteren. Een dergelijk beleid doet echter geen recht aan
eiland noodzakelijke voorwaarden om bedrijvigheid
de hierboven genoemde specifieke kenmerken van
vast te houden en te stimuleren.
en een goede telecommunicatie zijn voor een klein
een klein eiland. Hoe moet het wel?
Politieke en econornische samenwerking
Sectorale invalshoek
De economic van een klein eiland moet per definitie
op het niveau van sectoren en soms zelfs bedrijven
worden geanalyseerd. De macro-economic van een
klein eiland is immers vaak niet meer dan de optel-
som van enkele bedrijven. Per sector zal moeten worden aangegeven wat de sterke en zwakke punten zijn
en welke kansen en bedreigingen er voor deze sector
in het verschiet liggen. Sectoren/bedrijven zelf en de
overheid kunnen het zich niet veroorloven om bedreigingen te negeren of kansen te laten liggen. Een kans
of bedreiging voor een sector is immers tegelijk een
belangrijke kans of bedreiging voor de economie als
geheel. Om te kunnen overleven zijn kleine eilanden
daarom genoodzaakt door middel van een alerte niche-marketing elke kans te grijpen om het produktenen dienstenpakket uit te breiden of te vernieuwen.
ESB 23-6-1993
Politieke en economische samenwerking kunnen de
schaalnadelen van kleine eilandeconomien compenseren. Publieke diensten, zoals onderwijs en douane
en infrastructurele voorzieningen kunnen dan (deels)
gezamenlijk worden aangeboden. Ook de omvang
van de arbeidsmarkt neemt toe en daarmee de variatie in vraag en aanbod. De laatste, maar zeker niet de
minst belangrijke reden voor samenwerking is, dat de
afzetmarkt voor goederen en diensten wordt vergroot.
Tegenover de schaalvoordelen van regionale samenwerking kunnen echter ook nadelen staan, met
name als een extra, supranational bestuurslaag
wordt gecreeerd. Dit brengt extra kosten met zich,
maar belangrijker is dat de flexibiliteit van het bestuur hierdoor sterk kan verminderen. Beslissingen
over overheidsinvesteringen, relaties met het bedrijfs-
Tabell.
Kermcijfers
Curafao
Tabel 2. Deviezeninkomsten van de belangrijkste
sectoren van Curasao, 1990, in mln. NAf
Sector
Bruto deviezeninkomsten in 1990
voor externe economische ontwikkelingen. De devaluatie van de Venezuelaanse Bolivar in 1983 bij voorbeeld betekende een grote klap voor het kooptoerisme. Deze klap is goed opgevangen door ook koop-
Olieraffmage
Toerisme
267
214
toeristen aan te trekken uit andere landen in de re-
Financiele off-shore
353
167
risme.
Transport en logistiek
gio, maar vooral door de groei van het verblijfstoe-
Internationale financiele transacties
Bronnen: Bank van de Nederlandse Antillen en Dienst Economische Zaken.
Vele financiele instellingen uit Europa en de VS vestigden in de jaren zeventig een kantoor op Curacao
leven en de belastinginning gaan over meerdere schijven lopen. De korte lijnen en de flexibiliteit die voor
een klein eiland zo belangrijk zijn, gaan hierdoor gemakkelijk verloren. Per saldo heeft regionale integratie dan vaak negatieve gevolgen voor het functione-
ten behoeve van de handel in Eurodollars. Een deel
van de winst dragen deze instellingen aan de overheid af in de vorm van off-shore taxes. Ook de financiering van de operationele kosten door de moederinstellingen vormen een bron van deviezeninkomsten.
De gewijzigde Amerikaanse belastingwetgeving in
1983 maakte het doorsluizen van Amerikaanse lenin-
ren van kleine economieen2.
Samenwerking met grote landen daarentegen
heeft in het algemeen een positief effect op de econo-
gen via de Antillen naar de internationale kapitaal-
markt echter minder aantrekkelijk. De inkomsten uit
mic. Het associatieverdrag van de Nederlandse Antil-
off-shore taxes zijn daardoor in de loop van de jaren
len met de EG is daarvan een goed voorbeeld. Goede
gehalveerd tot 217 miljoen Antilliaanse guldens in
handels- en investeringsrelaties met grote landen zor-
1991- Daartegenover staat dat andere activiteiten van
gen voor vergroting van de afzetmarkt, terwijl tegelijkertijd de beleidsvrijheid en flexibiliteit van een kleine eilandeconomie behouden blijven.
Op deze beleidsaanbevelingen die voorvloeien
uit de analyse van de economic van kleine eilanden
is het zogenaamde Nieuw Beleid gebaseerd dat Curacao voorstaat. Na een analyse van de economic van
de buitengaatse financiele-dienstensector sterk zijn
toegenomen tot 480 mln. NA/ in 1992. Nieuwe belastingverdragen staan echter op stapel waardoor de positie van Curacao als financieel centrum opnieuw onder druk kan komen te staan.
Curacao zal dit beleid uiteen worden gezet.
Belangrijkste bronnen van deviezeninkomsten voor
Transport en logistiek
Curacao in de sector transport en logistiek zijn de pas-
Sectoren van de Curacaose economic
sagiers- en havenbelastingen, op- en overslag van
goederen in de haven en de scheepsreparatie door
De economic van Curacao wordt in feite gevormd
de Curacaose Dokmaatschappij. Ook uit de ervarin-
door vier bedrijven of sectoren, die het overgrote
gen in deze sector blijkt dat een klein eiland gevoelig
deel van de voor import benodigde deviezen binnenbrengen (zie tabel 2)3. De bedrijven/sectoren worden
hierna besproken.
is voor externe schokken. Zo leidde de Golfoorlog en
politieke instabiliteit in omliggende landen, Venezuela en Colombia, tot een daling van het aantal cruiseschepen en daarmee tot minder inkomsten uit passagiers- en havenbelasting. De containerhaven van
Curacao heeft goede kansen om zich te ontwikkelen
Olieraffmage
De olieraffinaderij is van oudsher de grote trekker
van de economic van Curacao. Door de natuurlijke
haven, de ligging voor de kust van olieproducent
Venezuela en het stabiele politieke klimaat was Curacao een aantrekkelijke plaats voor Shell om een olieraffinaderij te vestigen. Met het vertrek van Shell in
1985 is de rafflnaderij voor een symbolisch bedrag
tot een regionale hub, waarbij ook logistieke functies
tot ontwikkeling komen. Ook de Vrije Zone is een sti-
mulans voor de logistieke dienstverlening, assemblage en aanverwante bedrijvigheid. Naast de haven
heeft ook de luchthaven van Curacao, Hato, goede
kansen om zich te ontwikkelen tot regionale hub .
aan de Antilliaanse overheid verkocht. De Venezue-
laanse staatsoliemaatschappij PDVSA least de raffina-
Nieuw Beleid voor Curacao
derij nu en raffineert er ruim tien procent van haar to-
tale hoeveelheid ruwe olie. Dit neemt niet weg dat
met het vertrek van Shell de betekenis van de olieraffinaderij voor de Curacaose economic is afgenomen.
De beschrijving van de ontwikkelingen in de belangrijkste sectoren van de Curacaose economic laat zien
dat invloeden van buiten af grote gevolgen hebben
op de sector en daarmee direct op de economic als
Toerisme
Het toerisme daarentegen is als economische activiteit sterk in opkomst. Op Curacao zijn verschillende
vormen van toerisme te onderscheiden. Toeristen uit
de regio komen naar Curacao om belastingvrij luxe
consumptiegoederen te kopen in de Vrije Zone. Dit is
het zogenaamde kooptoerisme. Mede door deze Vrije
Zone is Curacao ook een geliefde aanlegplaats voor
1993, Curacao, 1993. Discussienota Perspectieven nieuw
beleid, Curacao, 1993.
4. Bureau voor Economische Argumentatie, Groeipool of
terminal? Economische effectrapportage Hato 2001,
cruise-schepen. Het kooptoerisme is zeer kwetsbaar
Hoofddorp/Curacao, 1992.
2. G. Baldacchino, op.cit., 1993, biz. 36.
3. Dienst Economische Zaken, Economische vooruitblik
geheel. Tegelijkertijd blijkt dat Curasao ook de veerkracht en de ondernemingsgeest heeft om door een
alerte niche-marketing om te schakelen op andere
produkten en diensten. De regering van Curasao
heeft de taak de randvoorwaarden te scheppen die
succes van deze ontwikkelingsstrategie ook in de toekomst waarborgen.
In de jaren tachtig heeft de regering van Curasao
loven. Noodzakelijke investeringen zijn onder andere
verbetering van de telecommunicatiemogelijkheden,
vernieuwen van de havenkades, een extra containerkraan en uitbreiding van de luchthaven Hato.
Sanering van de overheidsfinancien
Net als de particuliere sector van Curacao heeft ook
de overheid midden jaren tachtig getoond over een
hieraan bijgedragen door de afslanking van het overheidsapparaat met maar liefst 40 (!) procent, de stimulering van de economische groei en de sterke daling
groot aanpassingsvermogen te beschikken. De eer-
van de werkloosheid. De economische groei ligt nu
werkloosheid van meer dan 25 procent. Het over-
der genoemde economische schokken leidden tot
een sterke daling van de overheidsinkomsten en een
rond de vier procent. De werkloosheid is gedaald
heidsapparaat is met maar liefst veertig procent inge-
van 26 naar 14 procent. Andere problemen zijn ech-
krompen. Overheidsactiviteiten in de toeristische sector en nutsbedrijven werden geprivatiseerd. De
grootscheepse reorganisatie en afslanking van de
ter nog onvoldoende aangepakt of vragen om nieuwe oplossingen.
waarin deze problemen worden aangepakt volgens
overheid midden jaren tachtig is echter nog niet voldoende geweest. Moeizame belastinginning, een
doorzettende daling van de off-shore taxes en weer
de strategische aanbevelingen die eerder in dit artikel
stijgende overheidsuitgaven hebben echter opnieuw
zijn geschetst. Dit Nieuw Beleid omvat drie sporen:
• verbeteren van de perspectieven van de bevol-
tot overheidstekorten geleid.
De benodigde investeringen in infrastructuur en
Redenen genoeg voor de regering van Curacao
om het zogenaamde Nieuw Beleid te ontwikkelen
king en versterking van het draagvlak voor de
• investeringen in infrastructuur;
sociaal beleid stellen de overheid van Curacao voor
de zware opgave om tegelijkertijd inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen en geld te re-
• aanpakken van de financiele problemen van de
serveren voor deze investeringen. Opnieuw zijn daar-
economische ontwikkeling (‘wij-gevoel’);
overheid.
om pijnlijke ingrepen in de overheidsuitgaven nood-
zakelijk. Vermindering van subsidies voor nutsbedrij-
Wij-gevoel
ven, privatiseringen en reorganisatie van het systeem
Bedrijfsleven en bevolking van Curacao moeten inzet-
van gezondheidszorg zijn daarom in studie. Aan de
baar zijn, maar zich ook in willen zetten om nieuwe
treden. Het Nieuw Beleid moet daarom voor en in sa-
inkomstenkant kan een verbetering van het systeem
van belastinginning een substantiele bijdrage leveren
aan de vermindering van het overheidstekort.
menspraak met bevolking en sociale partners van Curacao worden ontwikkeld. Dit betekent ten eerste dat
Dubbele bestuurslaag
produkten te ontwikkelen en nieuwe markten te be-
het Nieuw Beleid niet wordt opgelegd, maar in overleg met alle partijen zal worden uitgewerkt. Daartoe
is een aanzet gegeven met de discussienota Perspectieven Nieuw Beleid^, Ten tweede krijgt in het Nieuw
Beleid de versterking van de sociale structuur veel
aandacht, door middel van programma’s voor onder
andere onderwijs, criminaliteitsbestrijding, gezond-
Voor- ofnadeel?
De regering van Curacao heeft de verantwoordelijkheid om dit Nieuw Beleid te voeren. Maar er zit nog
een aspect aan de economische ontwikkeling van Curacao, waarover in Koninkrijksverband moet worden
beslist. Dat is het vinden van een goed evenwicht tus-
heidszorg en huisvesting. Op deze wijze kunnen
sen politieke slagvaardigheid en economische samen-
meer mensen gaan meeprofiteren van de economische ontwikkeling op Curacao.
werking met andere landen. Bestuurlijk gezien maakt
Investeringen in harde en zachte infrastructuur
Omdat in de jaren tachtig het accent lag op economische groei en werkloosheidsbestrijding hebben overheidsinvesteringen minder aandacht gekregen. Vol-
bezette telefoonlijnen en slecht onderhouden havenkades zijn daarvan het gevolg. Bovendien heeft de
sterke daling van de werkloosheid nu tot knelpunten
in de personeelsvoorziening geleid. Niet iedereen is
voldoende geschoold.
Haven, vliegveld en telecommunicatie en een
goed opgeleide beroepsbevolking zijn cruciale vesti-
gingsplaatsfactoren voor de belangrijkste economische activiteiten van.Curacao. Zonder regelmatige
versterking en vernieuwlng van de infrastructuur is
Curacao niet meer aantrekkelijk voor het toerisme, de
zakelijke dienstverlening en de havengebonden activiteiten. Onherroepelijk gaan dan kansen verloren en
dat kan een klein eiland als Curacao zich niet veroor-
ESB 23-6-1993
Curacao onderdeel uit van de Nederlandse Antillen.
Dit zou kunnen leiden tot economische samenwerking en vermindering van schaalnadelen bij het aanbieden van diensten die voor de economische ontwikkeling van belang zijn. De vraag is nu of deze
mogelijke voordelen van samenwerking met de andere vier eilanden van de Nederlandse Antillen opwegen tegen de nadelen die voortvloeien uit de dubbele
bestuurslaag die deze samenwerking met zich brengt.
Een dubbele bestuurslaag vermindert immers de flexibiliteit die juist voor kleine eilandeconomieen zo belangrijk is.
Historische achtergrond
Bij de vorming van de Nederlandse Antillen is niet ge-
keken naar economische relaties tussen de eilanden,
of naar samenhang tussen de bevolkingen van de ei-
5. Perspectieven Nieuw Beleid, Curasao, 1993.
landen. Nederland zette op Curacao een gouverneur
neer die van daaruit af en toe alle eilanden aandeed.
Dit centralisme is tot ver in deze eeuw gebleven.
Vooral in de jaren zeventig en tachtig kwam op de
verschillende eilanden echter een ‘nationaaP bewustzijn op. De beweging van Betico Croes op Aruba is
daar een voorbeeld van. Onder invloed van dit toenemende eiland-bewustzijn hebben de eilandsbesturen
meer invloed gekregen. Echter ook de regering van
de Nederlandse Antillen bleef. De dubbele bestuurslaag werd hierdoor een factor van betekenis.
Economische samenhang
De economische karakteristieken van de vijf eilanden
zijn deels sterk verschillend. De natuurlijke haven
van Curacao is een belangrijke vestigingsplaatsfactor
voor de olieraffinaderij en transport en logistieke
functies. De andere eilanden ontberen dit vestigingsplaatsvoordeel. Toerisme en financiele dienstverlening daarentegen zijn voor meerdere eilanden van
groot belang. De eilanden zijn daarbij elkaars concurrenten, die elk voor zich zoveel mogelijk toeristen en
financiele instellingen willen aantrekken. Geen enkel
• de dubbele overheidslaag legt een onnodig groot
beslag op schaars menselijk kapitaal. Fricties op
de arbeidsmarkt tonen aan dat deze mensen elders effectiever kunnen worden ingezet.
De nadelen overheersen
Omdat de Nederlandse Antillen nauwelijks een gemeenschappelijk belang hebben bij een interne
markt en op economisch gebied eerder concurrenten
dan samenwerkingspartners zijn, werkt de afweging
tussen de opbrengsten van samenwerking en de kosten van een dubbele bestuurslaag in het nadeel van
de laatste uit. Uiteraard sluit dit niet uit dat samenwerking tussen de eilanden van de Antillen tot stand kan
komen, maar dat zou dan tegen lagere kosten en dus
vrijwillig moeten gebeuren. In de bestaande constructie komt van het opheffen van schaalnadelen niets terecht en gaat de slagvaardigheid, die juist kleine eilandeconomieen — en dat zijn zowel Curacao als de
andere Antilliaanse eilanden— broodnodig hebben.
Tot slot
eiland vervult een rol van betekenis in de voorzie-
Een kleine-eilandseconomie is niet alleen klein, maar
ning van consumptie of investeringsgoederen voor
doorgaans ook zeer eenzijdig. Zij is daardoor als een
de Nederlandse Antillen zelf. Elk eiland richt zich dus
pingpongballetje op de mondiale economische gol-
op de export van voornamelijk diensten naar grote
landen, zoals Nederland en de Verenigde Staten. Van
economische synergie door samenwerking is dus in
feite nauwelijks sprake.
ven. Curacao heeft dank zij zijn rijke economische traditie als niche-marketeer het voordeel dat zijn economic bestaat uit een aantal pingpongballetjes, die
gelukkig bijna nooit gelijktijdig in het golfdal liggen.
Echter, de Internationale Vestigingsplaatsconcurrentie
is scherp. In die situatie is het Antilliaanse overheidsapparaat een kritieke factor. Het slokt veel overlegtijd
en geld op die Curacao hard nodig heeft om zijn vestigingsplaatsklimaat en economische structuur te versterken. Curacao, en nog veel belangrijker, het inter-
Een markt
Door samenvoeging wordt de interne markt vergroot,
zoals bij voorbeeld voor de Europese Gemeenschap
het grote voordeel is. De onderlinge handel is echter
gering, omdat de eilanden nauwelijks goederen en
diensten produceren voor de interne markt. Bovendien zijn de eilanden klein en liggen zij zo verspreid
dat samenwerking niet tot marktvergroting leidt.
Klein pus klein blijft klein.
Vestigingsplaatsconcurrentie
Net als de landen van de Europese Gemeenschap probeert elk eiland zelf zoveel mogelijk economische activiteit aan te trekken, om economische groei en
werkgelegenheid te creeren voor de eigen bevolking.
De arbeidsmobiliteit tussen de eilanden is namelijk
gering. Binnen de Nederlandse Antillen concurreren
de eilanden met elkaar door te investeren in infra-
nationale bedrijfsleven, zien de positie van Curacao
als onderdeel van het Nederlandse Koninkrijk als een
bijzonder positieve en onderscheidende vestigingsplaatsfactor. Maar de dubbele bestuurslaag heeft elke
ratio verloren. Dat is de economische motivatie voor
de Curacaose inzet om binnen het Koninkrijk een positie los van de Nederlandse Antillen te krijgen.
Stanley Betrian
Eduardo Mendes de Gouveia
structuur en scholing en het bieden van belastingvoordelen. Net als in de EG komt samenwerking op
deze terreinen dan ook slechts met de grootste moeite tot stand.
Beslag op arbeid en financiele middelen
De nadelen van de dubbele bestuurslaag worden dus
niet of nauwelijks door schaalvoordelen gecompen-
seerd. De dubbele bestuurslaag legt echter wel beslag op arbeid en financiele middelen:
• Curacao draagt ongeveer NA/ 30 miljoen meer bij
aan de Nederlandse Antillen dan het ontvangt. Ter
vergelijking: jaren lagen de gelden die Nederland
daadwerkelijk aan Curacao uitkeerde voor financiele hulpverlening op ongeveer hetzelfde niveau ;
6. Vertrouiven en maatwerk in de financiele relatie tussen
Nederland en Curacao (reactie van het Bestuurecollege van
Curagao op de discussienota De Nederlandse hulp en bijstand van de Nederlandse Antillen en Aruba in toekomstperspectieO, Curasao, februari 1991.