Niet ontpolderen, maar depolitiseren
Aute ur(s ):
Coen Teulings (auteur)
* De auteur is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur van het Tinb ergen Instituut, Amsterdam, Rotterdam. Hij is tevens
verb onden aan Ocfeb .
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4325, pagina D31, 27 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Effecten en toekomst van mdw
Tre fw oord(e n):
marktordening
Het is voor economen zoiets als het dagelijks gebed: de eerste hoofdstelling van de welvaartstheorie. Mits aan een aantal voorwaarden
is voldaan (zoals volledige informatie, deelbaarheid, concurrentie, geen externe effecten), zijn markten Pareto-efficiënt. Maar zoals
met zoveel leerstelligheid, wint de dagelijkse praktijk het van het eeuwige gebod. We hebben daarvoor de biecht. Aan die voorwaarden
voor de geldigheid van de eerste hoofdstelling is immers nooit voldaan. Er is sprake van marktfalen (gelukkig maar), en dus is er
reden voor voortdurende waakzaamheid van ambtenaren, kamerleden en wetgevers (in alfabetische, en dus niet willekeurige volgorde).
Het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit heeft het geweten. Tal van projecten zijn vastgelopen in een baaierd van
vaak weinig ter zake doende ‘Publieke Belangen’. De volstrekte mislukking van de mdw-operatie ‘Kinderopvang’ is wat dat betreft
illustratief. Die ‘markt’ is ondanks een mdw-excertie nog steeds een reguleringsoerwoud.
In de loop der tijd is een complete catechismus ontstaan met argumenten waarom de eerste hoofdstelling niet geldt, en waarom de
overheid dus moet interveniëren. En bij die dus zit dus het probleem. Want veel van de voorwaarden die cruciaal zijn voor de efficiëntie
van markten, zijn even cruciaal voor de efficiëntie van overheidsinterventie: overheidsingrijopen vereist vooral veel informatie. De markt
brengt zeker niet de hemel op aarde, de overheid brengt ons daar echter al evenmin.
Op dit punt aangekomen staat de econoom in de praktijk enigszins met lege handen. Niet in de theorie. Theoretisch is er grote
vooruitgang geboekt in het in kaart brengen van ‘second best’-situaties. Wat voor beleid en instituties leiden tot de best haalbare
uitkomst wanneer aan een van de voorwaarden voor de eerste hoofdstelling niet is voldaan? De meest verrassende uitkomst van
dergelijk theoretisch onderzoek is dat dan vaak nog steeds, soms met enige hulp van buiten, markten tot het best haalbare resultaat
leiden. Deze theoretisch inzichten hebben echter nog maar spaarzaam tot praktisch hanteerbare beleidsregels geleid.
Een voorbeeld kan het probleem verduidelijken. In het bekende lijstje van vier redenen 1 voor overheidsingrijpen komen – behalve
externe effecten, publieke goederen, en monopolie – ook informatiegebreken voor. Denk bijvoorbeeld aan de arbeidsmarkt: wie wel eens
op zoek is geweest naar een nieuwe baan weet hoe reëel die informatieproblemen zijn. En mede daarom financiert de overheid de
arbeidsvoorziening. Pissarides heeft met zijn bekende zoekmode 2 de gevolgen van onvolledige informatie binnen de theorie gebracht.
Goede banen liggen in zijn model niet voor het oprapen. Je moet ernaar zoeken, en dat kost tijd en geld. In een dergelijke wereld zijn er tal
van redenen voor marktfalen omdat werkzoekenden en bedrijven niet op de juiste wijze worden gecompenseerd voor hun
zoekinspanningen. De merkwaardige conclusie is echter dat als de beide partijen de opbrengsten op de juiste manier verdelen, er niet
langer sprake is van marktfalen. Verder overheidsingrijpen voor het verminderen van informatiekosten is geldverspilling. Er zijn andere
voorbeelden. Het bekende moreel risico-probleem in sociale verzekeringen, of meer specifiek, de keuringen in de WAO. Een duidelijk
voorbeeld van informatiegebreken, en dus leidt een particuliere markt niet tot ‘first best’. Maar waarom zou de overheid dan de markt
kunnen verbeteren? Laten we het maar vriendelijk zeggen: dat is niet helemaal duidelijk. Of neem de monopoliemacht van de
Spoorwegen. Een monopolist zal de prijzen te hoog vaststellen, zodat dead weight loss (welvaartsverlies) optreedt. En moeten de
Spoorwegen dus een Staatsbedrijf zijn met politieke aansturing? Dat heeft geleid tot een volstrekt absurde prijsstelling: (mogelijk) te
hoge prijzen in de daluren, maar (zeker) veel te laag in de spits.
Ik zou daarom voor twee dingen willen pleiten. Ten eerste, niet zozeer ontpoldering (zoals Jules Theeuwes bepleit), maar veeleer
ontpolitieking. Er zijn nog steeds veel te veel zaken waarover het parlement opvattingen ten beste moet brengen, en die opvattingen zijn
steeds opnieuw min of meer willekeurig. Ten tweede zou ik de economische professie huiswerk willen geven. Beter vertaalwerk van de
theoretische vooruitgang op het gebied van ‘second best’-beleid naar simpele, hanteerbare, en begrijpelijke vuistregels voor economisch
beleid. Voorlopig lijkt de wind wat betreft ontpolitieking en decentralisatie van bevoegdheden tegen te zitten. Vroeg of laat draait die
wind wel weer, daarvoor zijn de maatschappelijke belangen bij een meer doelmatige inrichting van de samenleving te groot.
Dossier Effecten en toekomst van mdw
A. Jorritsma-Lebbink en A.H. Korthals: Mdw: een operatie met effect
M. Stefanski: Mdw in vogelvlucht
J.B.G.M. Holtus en G.W.J.M. Linssen: In het kraaiennest van mdw
J. Boone, reactie: De vragen die mdw niet stelt
D.P. van den Bosch: Meer vrijheid in de vrije beroepen
W. Koole en H. Sandriman, reactie: Notarissen: kernproblemen onopgelost
J. Vianen: Werkt mdw voor het mkb?
B.I. van der Burg, reactie: Haal meer uit de mdw-operatie
W. Derksen: Marktwerking en publieke belangen
A. Klamer, reactie: Welk belang prevaleert?
D.J. Janssen: Verder met mdw
H.A. Keuzenkamp, reactie: Doelen of dolen
W. Etty en M.D.L. Veraart: Ontvoogding van de burger
F.J. De Vijlder, reactie: Verandering technische uitgangspunten nodig
E. Bauw, F. van Dijk en P. van Wijck: Impulsen voor een effectievere overheid
H.M.C.M. van Oorschot, reactie: Nog een lange weg te gaan
J.J.M. Theeuwes: Nooit meer zonder mdw
C.N. Teulings, reactie: Niet ontpolderen maar depolitiseren
A.M. Reitsma, epiloog: De markt meester
1 Enigszins tot mijn verbazing komt ‘inkomensverdeling’ niet voor op dit lijstje. Als er nu een heldere reden is voor overheidsingrijpen
dan is dat de inkomensverdeling. Voor politieke partijen die wensen hebben ten aanzien van de inkomensverdeling welke afwijken van
wat de markt genereert, is een of andere vorm van overheidsinterventie onvermijdelijk.
2 C. Pissarides, Equilibrium unemployment theory, Basil Blackwell, Londen, 1990
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)