Ga direct naar de content

Niet bezuinigen, maar zoeken naar gemengde financiering

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 2 2025

Inzetten op gemengde financiering van publieke diensten is een mogelijk alternatief voor bezuinigingen. Het creëert draagvlak en werpt de zwakkeren in de samenleving niet terug op de markt.

Er komen zware bezuinigingen aan. Nu worden internationale samenwerking, onderwijs, onderzoek en cultuur getroffen. Maar deze zijn slechts het begin. Wat als de defensie-uitgaven drastisch omhoog moeten? Of zorg, sport en sociale voorzieningen onder druk komen te staan?

Tot ver in de twintigste eeuw werden tal van voorzieningen gefinancierd uit meerdere inkomstenbronnen. Die voorzieningen hadden een zogenaamd “gemengd financieringsmodel”. De overheid betaalde meestal het leeuwendeel, maar daarnaast leverden contributies, aandelen, obligaties en fondsenwerving (giften, schenkingen en nalatenschappen) een serieuze bijdrage. Onder andere welzijnsinstellingen, culturele instellingen en de publieke omroep werden op deze wijze gefinancierd, evenals bijvoorbeeld de sportfondsenbaden.

Deze gedeelde verantwoordelijkheid kwam voort uit de verzuiling. De overheid overlegde met maatschappelijke partijen en die partijen steunden weer op betrokkenheid van de respectieve achterbannen, die geacht werden ook zelf bij te dragen. Neem als voorbeeld mijn eigen Vrije Universiteit in Amsterdam die tot 1967 deels door de Gereformeerde achterban werd gefinancierd. Zo waren er de bekende VU-busjes, waarmee Vrouwen VU-Hulp een belangrijk deel van de Faculteit Geneeskunde financierde. Toen de overheid echter met een rijksbijdrageregeling de volledige financiering van alle universiteiten voor haar rekening nam, verdwenen niet alleen deze vrijwillige bijdragen, maar ook – en vooral – verdween de betrokkenheid van de Gereformeerde achterban.

Burgerschap, eigenaarschap heet dat in de huidige tijd. Dat is een serieuze kracht van de Nederlandse samenleving. Helaas is het tegenwoordige beleids- en financieringssysteem er niet op ingesteld om dit maatschappelijk draagvlak een plek te geven. Er is alle reden om een gemengd financieringsmodel te heroverwegen. Niet om melancholisch terug te grijpen naar vervlogen tijden, maar om de goede, positieve elementen ervan te hergebruiken.

Derhalve: overheid, u staat er niet alleen voor. Nederland heeft een actief maatschappelijk initiatief dat u moet kennen, erkennen en met wie u kunt overleggen en mee samen kunt werken.

Want er zijn gunstige factoren. Het maatschappelijk middenveld mag dan niet verzuild meer zijn, het is wel springlevend. Nederland kent naar schatting 33.877 actieve ANBI-instellingen. Dit zijn door de overheid erkende particuliere stichtingen of verenigingen met een algemeen nuttig doel. Nederland telt naar schatting 33.263 vrijwilligersorganisaties met ruim6 miljoen vrijwilligers en naar schattingminstens 7.400 burgercollectieven. De gemiddelde burger is mondig, goed opgeleid en online vaardig; die heeft maatschappelijk heel wat te bieden. Bovendien is Nederland nog nooit zo rijk geweest. Natuurlijk groeit de kloof tussen rijk en arm, maar er is – en komt in de nabije toekomst heel veel geld vrij (de grootste intergenerationele vermogensoverdracht in de geschiedenis van Nederland). Onderzoekers spreken van de “Gouden eeuw van de filantropie”, vanwege de sterke groei van nalatenschappen naar goede doelen.

Als een gemengd financieringsmodel wordt ingevoerd, kan dat alleen – zo leert het verleden – onder een aantal condities. Ten eerste dient de overheid zich met het aanwezige maatschappelijk initiatief te verstaan. Ook waar het gaat om de fiscale behandeling. Mocht het tot gezamenlijke inspanningen leiden dan dient het “substitutie-monster” – wat de overheid niet meer financiert zal wel door het maatschappelijk initiatief worden overgenomen – te worden bedwongen. Dat kan door contracten te sluiten. Voorts moeten non-profitinstellingen hun interne organisatie aanpassen op gemengde financiering. Het maatschappelijk initiatief op zijn beurt zal zich sterk moeten organiseren om deze ontwikkeling mogelijk te maken.    

Mocht deze aanpassing geen doorgang vinden, dus als de overheid het maatschappelijk initiatief niet als zelfstandige partij aan tafel uitnodigt en hun financierings-systematiek niet instellen op gemengde financiering, zal bij drastische bezuinigingen een echte tweedeling ontstaan. In dat geval kunnen we verwachten dat mensen die het kunnen betalen de markt opzoeken, zoals bij het commerciële onderwijs reeds het geval is. Diegenen die het niet kunnen betalen zullen genoegen moeten nemen met een steeds kariger voorzieningenniveau. Kortom, met een gemengd financieringsmodel waarbij overheid en maatschappelijke participatie hand-in-hand gaat is veel voordeel te behalen.

Auteur

  • Theo Schuyt

    Hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Categorieën

Plaats een reactie