Naar een Europese
centrale bank
Nu het magische jaar 1992 met ras- realiteitsgehalte begint te winnen, is de
se schreden nadert, begint de gedach- toenemende convergentie van het ecote van de monetaire integratie van Eu- nomische beleid binnen Europa. Na de
ropa, die de laatste jaren wat op de ach- mislukking van het expansieve beleid
tergrond was geraakt, weer terrein te van de socialistische regering in Franwinnen. Op zich zelf is dat niet opzien- krijk in 1983 is ook in dit land zowel onbarend . Sinds het begin van de jaren der de socialisten als de centrum-rechtzeventig zijn met de regelmaat van de se partijen het vertrouwen in macroklok voorstellen tot monetaire eenwor- economische manupulatie van de groei
ding gedaan. Die plannen liepen keer sterk afgenomen. Frankrijk klaagt nog
op keer stuk op de onwil van de lidsta- wel regelmatig over het naar zijn meten om hun monetaire autonomie prijs ning te stringente monetaire beleid van
te geven. Een belangrijke complicatie de Bundesbank, maar de toenadering
was dat de warmste voorstanders van in economische filosofie tussen beide
een Europese centrale bank meestal landen is opmerkelijk. Het inflatieverlanden waren die vanwege hun zwakke schil tussen beide landen is tot minder
munt zelfs niet in staat waren vrijheid dan 3% gedaald, waarmee de traditiovan kapitaalverkeer toe te staan. Dat nele spanning in het Europese Monetaideed de sterke-muntlanden griezelen re Stelsel sterk is afgenomen.
bij de gedachte dat het spilzieke buitenland greep op de nationale geldpers
Waarom monetaire integratie?
zou krijgen.
Twee maanden geleden kreeg het
idee van een Europese monetaire inteOm welke redenen heeft de gedachgratie steun uit onverwachte hoek. Op te van Europese monetaire integratie
26 februari jl. schreef Hans-Dietrich zo’n aantrekkingskracht? Maar al te
Genscher, de Westduitse minister van vaak is het vooral de symbolische waarBuitenlandse Zaken, een memoran- de van monetaire eenwording die de
dum waarin hij ervoor pleitte dat op kor- idee van een Europese centrale bank
te termijn concrete maatregelen te ne- en een Europese munt een sterke polimen ter voorbereiding van de oprichting tieke potentie geeft. Velen schijnen er
van een Europese centrale bank in te vanuit te gaan dat zodra we overal bingaan. Het memorandum was op per- nen de Gemeenschap onze boodsoonlijke titel geschreven en het bevat- schappen met een en dezelfde munt
te geen voorstellen die radicaal afwe- kunnen afrekenen, de voltooiing van de
ken van de Duitse zienswijze op de eenwording van Europa nog slechts
voorwaarden voor monetaire eenwor- een kwestie van tijd zal zijn. Het is misding. Het stuk kan daarom niet gezien schien dan ook niet verwonderlijk dat
worden als een ommezwaai in het tot we de vurigste aanbidders van de Ecu
nu tot af houdende beleid van de Bonds- vooral vinden onder landen die grote
republiek . De consternatie die het me- moeite hebben met het nemen van conmorandum van Genscher onder ande- crete stappen tot monetaire integratie,
re bij de Bundesbank heeft veroorzaakt, zoals volledige kapitaalliberalisatie.
toont echter aan dat deze spontane acMeer belang moet aan de directe
tie zeker niet betekenisloos is geweest. economische waarde van monetaire inEen andere reden waarom de idee tegratie worden gehecht. Ten eerste zal
van een Europese centrale bank aan het bestaan van een Europese munt het
gemak van intra-Europese financiele
en handelstransacties bevorderen en
de daarmee verbonden kosten verlagen, Ten tweede zal de afwezigheid van
wisselkoersrisico’s de intra-Europese
handel en investeringen een duw in de
rug geven. Ten derde zal de onmogelijkheid om een afwijkend economisch
beleid via de wisselkoers te corrigeren
de economische convergentie binnen
Europa bevorderen.
Net vierde en misschien wel belangrijkste voordeel is dat met monetaire integratie op termijn de afhankelijkheid
van de zo wispelturige dollar aanmerkelijk zal kunnen worden verminderd. Een
sterke Europese munt die een brede en
diepe thuismarkt bestrijkt zal, in tegenstelling tot het huidige samenraapsel
van Europese valuta’s, effectief met de
dollar kunnen concurreren als sleutelvaluta in de wereldeconomie. Naargelang de wereldhandel voor een geringer
deel in dollars en een groter deel in de
Europese munt wordt gedenomineerd,
zullen de grillen van de Amerikaanse financiele autoriteiten minder aanpassingen in de Europese economie vergen.
Risico’s van integratie
Naast deze aanzienlijke voordelen,
zijn aan de vorming van een Europese
centrale bank in vergelijking met het Europese Monetaire Stelsel ook belangrijke risico’s verbonden. In het EMS in zijn
huidige vorm is het vanwege de autonomie van de participerende centrale
banken voor landen met een zwak monetair en budgettair beleid niet of nauwelijks mogelijk om het macro-economische beleid van sterke-muntlanden
duurzaam te be’invloeden. Men zou
zelfs kunnen zeggen dat de centrale
banken min of meer in concurrentie met
elkaar staan, met het EMS als spelregels en de financiele markten als
scheidsrechter. Daar de financiele
markten een natuurlijke voorkeur hebben voor de munt die gedekt wordt door
het meest vertrouwenwekkende macro-economische beleid, vertoont het
EMS een tendentie tot monetaire stabiliteit.
Binnen een Europese centrale bank,
daarentegen, verliezen de monetaire
autoriteiten van de participerende landen hun autonomie en zal het voor landen met een sterk beleid moeilijker worden om de druk tot een accommoderend beleid van landen met een minder
gezond macro-economisch beleid te
weerstaan. Deze druk tot een ruim monetair beleid zal vooral komen van landen die met ernstige budgettaire problemen worstelen. De verleiding om politiek moeilijke keuzen te vermijden door
de geldpers wat sneller te laten draaien
zal altijd bijzonder groot blijven.
ESB 1-6-1988
Voorwaarden voor integratie
Het is om deze reden dat met name
de Westduitse en de Nederlandse regering als belangrijkste voorwaarde voor
een toekomstige Europese centrale
bank stellen dat deze een grate mate
van onafhankelijkheid ten opzichte van
de budgettaire autoriteiten, op zowel
nationaal als Europees niveau. Analoog aan de scheiding tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht moeten
de budgettaire autoriteiten tegen zich
zelf worden beschermd door aan de
monetaire autoriteiten een grote mate
van autonomie te geven. In sommige
landen, zoals de Bondsrepubliek en
Nederland, is deze verhpuding bevredigend geregeld. In andere landen, zoals
het Verenigd Koninkrijk, Italie en Frankrijk, is de positie van de centrale banken veel minder onafhankelijk.
De toekomstige Europese centrale
bank moet in geen geval gedwongen
kunnen worden om begrotingstekorten
te financieren, vooral niet die van een
instituut met zo’n groot gebrek aan budgettaire discipline als de EG. Men moet
er niet aan denken wat er zou gebeuren
als de Europese Raad het tot nog toegevoerde landbouwbeleid door zijn eigen thuisbank zou kunnen laten financieren.
Een tweede voorwaarde voor de toekomstige Europese centrale bank is dat
zij wettelijk verplicht moet worden prijsstabiliteit na te streven, net zoals het
Europese Monetaire Stelsel zich zelf
het doel van het creeren van een zone
van monetaire stabiliteit heeft opgelegd. Een dergelijke doelstelling hoeft
niet at te gedetailleerd te worden geformuleerd. Zij kan als nuttige richtsnoer
voor het te voeren beleid dienen.
Een derde voorwaarde, die met
name Nederland en Duitsland aan de
vorming van een Europese centrale
bank verbinden, is dat op communautair niveau bindende afspraken gemaakt moeten worden over de omvang
van nationale begrotingstekorten. Zonder dergelijke afspraken zouden landen
met excessieve begrotingstekorten een
onevenredig beslag op de Internationale kapitaalmarkt leggen, hetgeen een
renteopdrijvend effect ten nadele van
de overige lidstaten zou hebben.
Het is echter de vraag of deze scherpe voorwaarde wel nodig en gewenst is.
Ten eerste zweemt dit voorstel naar een
ongewenste vorm van concentratie van
het budgettaire beleid op gemeenschapsniveau. Ten tweede hebben in
de huidige, sterk geliberaliseerde, Internationale financiele markten nationale
begrotingstekorten ook nu al een algemeen renteopdrijvend effect, waarvan
landen met een gezond budgettair beleid zich slechts in zeer beperkte mate
kunnen isoleren. Ten derde zal in een
situatie waarin het monetaire beleid
door een sterke en onafhankelijke Europese centrale bank wordt bepaald,
het voor de nationale autoriteiten niet
langer mogelijk zijn om de nationale
schuld weg te infleren. Een onverantwoord budgettair beleid zal veel sneller
tegen de grenzen van de nationale
schuld opbotsen. In een Europa zonder
binnengrenzen zal bovendien een sterk
afwijkend budgettair beleid, veel eerder
dan nu het geval is, worden gestraft
door de markt, zoals door het wegtrekken van bedrijfskapitaal, management
en hooggeschoolde arbeid naar landen
met een gezonder financieel klimaat.
Concrete stappen
Momenteel kent het Europese Monetaire Stelsel talrijke imperfecties. Spanje en Portugal vallen nog geheel buiten
het systeem; het Verenigd Honinkrijk en
Griekenland nemen geen deel aan het
wisselkoersarrangement; Belgie en
Luxemburg hebben nog een dubbele
wisselkoers; Italie maakt gebruik van
een afwijkende fluctuatiemarge; en zowel Frankrijk als Italie kennen nog belangrijke belemmeringen op hun kapitaalverkeer. Dat betekent dat op dit moment alleen de Bondsrepubliek, Denemarken en Nederland zich geheel aan
de regels van het EMS onderwerpen en
hun kapitaalverkeer volledig hebben
geliberaliseerd. Zolang nog zovele lidstaten weigeren hun monetaire autonomie door Internationale verplichtingen
te laten inperken is het prematuur om
aan te vangen met de onderhandelingen voor de totstandkoming van een
Europese Centrale Bank.
Op korte termijn zullen wij waarschijnlijk moeten volstaan met de instelling van een Yaad van wijzen’, zoals
Genscher in zijn memorandum heeft
voorgesteld. De taak van een dergelijke commissie zou volgens Genscher
moeten zijn de basisprincipes voor de
ontwikkeling van een Europese monetaire unie te schetsen en statuten voor
de toekomstige Europese centrale
bank te ontwerpen. Genscher stelt voor
datde Europese Raad van eindjuni van
dit jaar in Hannover besluit tot instelling
van een dergelijke raad van wijzen, die
dan binnen een jaar een rapport zou
moeten indienen. Dit initiatief dient door
de Nederlandse regering van harte te
worden ondersteund. De instelling van
een dergelijke raad verplicht de lidstaten in eerste instantie tot niets en is
daarom een haalbare kaart. Tegelijkertijd zal de opdracht om statuten voor
een Europese centrale bank te ontwerpen, voorkomen dat het werk van de
raad van wijzen ‘spielerei’ blijft.
De tweede fase van voorbereiding
van de totstandkoming van de Europese centrale bank, zal dan kunnen bestaan uit nog steeds informele discussies over de voorstellen van de Raad
531
der Wijzen in de overlegorganen en ad- te wachten tot alle twaalf lidstaten over
viserende conissies van de EMS-Cen- landen over de streep zijn.
trale Banken en de Europese ministers
Het zal duidelijk zijn dat het stellen
van financien. Die fase zou begin 1990 van de voorwaarden van kapitaalmarktkunnen ingaan. Indien de geproduceer- liberalisatie en deelname aan het EMS
de ontwerp-statuten onbevredigend voor participate in de onderhandelinzijn, bij voorbeeld omdat de scheiding gen over de Europese centrale bank
tussen de politiek en de monetaire au- twee belangrijke voordelen heeft: ten
toriteiten onvoldoende wordt gewaar- eerste zullen er slechts landen aan de
borgd, zullen sommige lidstaten, waar- tafel zitten die bereid zijn hun monetaionder Nederland, niet aarzelen om het re beleid aan een sterke externe discionaanvaardbaar uit te spreken, Dat pline te onderwerpen; ten tweede zulneemt niet weg dat het rapport van de len de voorwaarden een sterke prikkel
Raad van Wijzen een zeer nuttig hou- geven aan lidstaten die nog niet vollevast kan bieden voor deze discussies.
dig deelnemen aan het EMS of hun kaVervolgens zou in het jaar 1993 de pitaalverkeer nog niet volledig hebben
fase van formele onderhandelingen geliberaliseerd om dit voor einde 1992
over de Europese centrale bank in- alsnog te doen.
gaan. In dit jaar zullen namelijk, met de
Het belangrijkste nadeel van het stelvoltooiing van de interne markt, de be- len van voorwaarden vooraf is dat oplemmeringen op het intra-Europese ka- nieuw een Europa van twee snelheden
pitaalverkeer moeten zijn opgeheven. dreigt te ontstaan. Gezien de dreiging
Daarmee is aan een van de belangrijk- van volkomen immobiliteit indien men
ste voorwaarden voor de monetaire wacht tot alle lidstaten zich netjes aan
eenwording van Europa voldaan. Om te de spelregels houden en gezien ook het
voorkomen dat deze onderhandelingen feit dat er op monetair gebied ook nu al
van begin af aan worden geblokkeerd een Europa van de twee snelheden bedoor lidstaten die geen of slechts een staat (namelijk de EMS- en niet-EMSzeer geringe inzet tonen, dient als voor- landen) achten wij dit een acceptabele
waarde voor deelname aan de onder- ‘naastbeste’ oplossing. Daar de vestihandelingen te worden gesteld dat de ging van een Europese centrale bank
lidstaten zich niet alleen geheel aan de een ingrijpende overdracht van natiospelregels van het EMS onderwerpen, nale soevereiniteit op monetair gebied
maar bovendien hun kapitaalverkeer impliceert, zou deelname van lidstaten
met een vrijblijvende opstelling aan de
volledig hebben geliberaliseerd.
Al eerder is opgemerkt dat op dit mo- onderhandelingen deze bij voorbaat
ment alleen West-Duitsland, Nederland zinloos maken.
en Denemarken aan deze voorwaarde
Het in 1993 in te stellen onderhandevoldoen. Belgie en Luxemburg hebben lingsgremium ter voorbereiding van de
echter al aangekondigd de dubbele wis- Europese centrale bank zou een tijdsliselkoers te willen opheffen. Zeer waar- miet opgelegd moeten krijgen waarbinschijnlijk zal Frankrijk binnen afzienba- nen hij een voorstel aan de Raad van
retijd alle kapitaalbelemmeringen weg- Ministers zou moeten voorleggen, bij
nemen. Het aantal potentiele deelne- voorbeeld twee jaar. Na de drie jaar dumers aan de onderhandelingen is daar- rende brainstorm die men dan al achter
mee al op zes gekomen. Twee pro- de rug heeft, moet dit een haalbare
bleemgevallen zijn Italie en het Ver- kaart zijn. Als we ervan uitgaan dat de
enigd Koninkrijk.
Europese Raad daarna nog een jaar
Het enorme begrotingstekort en de nodig heeft om tot een positieve beslisrelatief nog altijd hoge inflatie in Italie sing te komen, zou nog in 1995 een verzullen van dit land een enorme kracht- drag tot oprichting van de Europese
sinspanning vergen om voor 1993 aan centrale bank aan de nationale parlede gestelde voorwaarden te voldoen. menten kunnen worden voorgelegd.
Toch moet dit mogelijk worden geacht. Wij zouden dus 1995 als streefdatum
Wat betreft het Verenigd Koninkrijk ligt voor de ondertekening van het verdrag
het probleem meer in de politieke sfeer: ter oprichting van een Europese centrazoals in vele zaken hechten de Britse le bank kunnen aanhouden.
regering en met name mevrouw Thatcher ook op monetair gebied zeer aan de
autonomie van hun land. Mogelijk zal Besluit
de dreiging om van onderhandelingen
over een Europese centrale bank te
Het hier geschetste scenario ter opworden buitengesloten de Britse rege- richting van een Europese centrale
ring juist het zetje geven dat zij nodig bank zal door sommigen als te voortvaheeft om zich volledig aan het EMS-wis- rend worden gekenschetst. Voor skepselkoersarrangement te onderwerpen.
tici is het inderdaad niet moeilijk om te
Ten slotte zijn er enkele landen waar- wijzen op de moeilijkheden waarop de
van het zeer onwaarschijnlijk is dat zij vorming van een Europese centrale
tijdig aan de gestelde voorwaarden bank zal stuiten. Aangezien elk deelnekunnen voldoen, namelijk de drie jong- mend land een belangrijk instrument
ste lidstaten Griekenland, Spanje en van zijn economische beleid aan een
Portugal. Het zou echter niet zinvol zijn multilaterale organisatie zal moeten
532
overdragen, zullen de te overwinnen
obstakels formidabel zijn. Zelfs indien
de onderhandelingen betrekkelijk voorspoedig verlopen zullen de benodigde
nationale wetswijzigingen in een aantal
lidstaten politiek bijzonder gecompliceerd en tijdrovend zijn.
Deze problemen moeten echter niet
leiden tot skepsis, maar rnoeten juist als
argument worden gezien om op zeer
korte termijn aan te vangen met het
voorbereidende werk voor de Europese
centrale bank. Ook moet worden beseft
dat sceptic! ten aanzien van de Europese monetaire samenwerking eerder
door de ontwikkelingen op dit gebied
zijn gelogenstraft. Na de slechte ervaringen met de ‘slang’, het eerste Europese antwoord op de ineenstorting van
Bretton Woods, kwam de instelling van
het EMS voor velen als een volslagen
verrassing. Vervolgens zagen velen het
EMS slechts een zeer kort leven beschoren, maar het stelsel zal volgend
jaar zijn tiende verjaardag vieren. Ten
slotte hebben slechts weinigen in 1979
durven hopen op de graad van economische convergentie die er sindsdien
binnen Europa is bereikt.
Vooruitgang op het gebied van de
Europese monetaire samenwerking
zou dus verrassend snel kunnen gaan.
Daarbij doet het er niet toe of, zoals
Bundesbankpresident Poehl onlangs
nog heeft opgemerkt, de Europese
munt Ecu, Monnet of Franc zal heten.
Het gaat er om dat de waarde van deze
munt gedekt wordt door een sterk beleid. Alleen een sterke Europese munt
zal Europa de interne monetaire stabiliteit verschaffen die nodig is om het
economische potentieel van Europa tot
voile ontplooiing te laten komen. Alleen
een sterke Europese munt zal in staat
zijn effectlef te concurreren met de nog
machtige dollar en de rijzende yen. De
gemeenschappelijke belangen van een
verenigd Europa bij een solide vorm
van monetaire eenwording zijn zo
groot, dat in de jaren negentig de vorming van een Europese centrale bank
verwezenlijkt moet worden.
J. J. C. Voorhoeve
H. Hoogervorst
Voorzitter respectievelijk beleidsmedewerker financien van de Tweede-Kamerfractie
van de VVD.