Terwijl sinds eind 2021 het aantal woningtransacties terugloopt, waren de woningprijzen in de eerste vijf maanden van 2022 aanzienlijk hoger dan een jaar daarvoor. Nooit eerder hebben we in de afgelopen vijf jaar, op basis van bij het Kadaster geregistreerde woningtransacties, een sterkere prijstoename gezien. Amsterdam springt eruit – na een periode van relatief bescheiden prijsstijgingen vertoont de hoofdstad juist nu de grootste jaar-op-jaarprijsstijging, met achttien procent in maart 2022. Ook elders in Nederland zijn de prijzen, na een kleine dip in maart, sterk doorgestegen – met over de laatste twaalf maanden op geaggregeerd niveau minimale stijgingen van gemiddeld zestien procent.
Binnen de 44 grootste steden (G44), noteerden diverse steden in het midden en noorden van het land in diezelfde periode relatief hoge prijsstijgingen. In Almere, Arnhem, Assen, Hilversum en Lelystad kwam dat neer op meer dan twintig procent. Tegelijkertijd zijn de prijsstijgingen in veel zuidelijke steden niettemin relatief bescheiden. In Eindhoven, Helmond, Maastricht en Roosendaal was de gemiddelde prijsstijging over de laatste twaalf maanden minder dan tien procent. Onder de kleinere steden en gemeenten zien we in diezelfde periode de sterkste prijsstijging in de provincies Gelderland en Drenthe. In Noord-Brabant en Limburg, maar ook in Overijssel en Flevoland zijn de prijsstijgingen echter het laagst. Maar ook daar liggen de huidige stijgingen toch hoger dan het vijfjaarsgemiddelde.
De recente terugloop van het aantal transacties is een signaal dat de woningmarkt in een transitiefase zit. Daarin neemt normaliter eerst het aantal transacties af, en na verloop van tijd ook de stijging van de prijzen. Soms treedt er zelfs ook een tijdelijke prijsdaling op. De recente hypotheekrentestijging en hoge inflatiecijfers zorgen daarnaast voor een daling van de betaalcapaciteit van potentiële kopers. Het is dus de vraag hoe lang de bovengemiddelde prijsstijgingen van koopwoningen nog zullen aanhouden.
Auteur
Categorieën