Ga direct naar de content

Meer blauw op kantoor

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 10 2003

Meer blauw op kantoor
Aute ur(s ):
Linden, J. ter (auteur)
Redacteur ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4392, pagina 01, 10 januari 2003 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

T ime Magazine had het niet beter kunnen onderstrepen. 2002 was het jaar van zichzelf verrijkende topmanagers, frauderende
boekhouders en falende toezichthouders. Het Amerikaanse blad koos Coleen Rowley van de fbi, Cynthia Cooper van Worldcom en
Sherron Watkins van Enron tot personen van het jaar. Dit zijn niet de topvrouwen van deze organisaties. Evenmin werkten zij de
boeken bij of hielden zij toezicht. Zij waren klokkenluiders.
Afgelopen jaar werd duidelijk dat het in het bedrijfsleven mis is met de regelgeving en het toezicht. Dat klokkenluiders een
prominente rol spelen zegt veel over het officiële systeem van toezicht en controle. Naar aanleiding van boekhoudschandalen bij Enron
en Worldcom hebben vooral de accountants in de belangstelling gestaan, evenals het beloningssysteem van topmanagers. Dit heeft
uiteindelijk geleid tot de zogenoemde Sarbanes-Oxley Act in de vs, die ook voor veel Europese bedrijven consequenties heeft. Minister
Hoogervorst heeft voorstellen gedaan voor het aanscherpen van de Nederlandse wet.
De meest effectieve maatregel binnen de verscherpte wetgeving is wellicht de scheiding tussen boekencontrole en advisering door
accountants. Maar dat topmanagers voortaan expliciet moeten aangeven dat het financiële verslag de juiste feiten presenteert? Een
totaal overbodige maatregel die ernstig te denken geeft. Moesten topmanagers in het verleden hiervoor dan niet garant staan? Een nieuw
orgaan in de vs, de Public Company Accounting Oversight Board, houdt voortaan toezicht op de accountants. Ook benadrukt de wet
dat de individuele audit committees van bedrijven dit toezicht moeten uitoefenen. Het roept vragen op over wat dergelijke
toezichthouders en commissies deden vóór de verscherpte wetgeving.
De wetgeving benadrukt de rol van scherpere controle, en is daarmee vooral een bevestiging van het bestaande systeem. Zij creëert
hiermee een illusie van betrouwbaarheid. Een meer fundamenteel probleem wordt namelijk niet aangepakt: de onmogelijkheid om te
komen tot meer transparantie. De boekhoudschandalen konden vooral (voort)bestaan doordat informatie achtergehouden kon worden.
Had een aandeelhouder, een journalist, een wakkere commissaris of een opsporingsambtenaar het volledige veld van feiten kunnen
overzien, dan was de wanorde bij Enron en Worldcom eerder aan het licht gekomen.
Informatieasymmetrie is per definitie een ingrediënt voor criminele activiteiten, zoals boekhoudfraude. Maar in dit geval is
informatieasymmetrie dermate in het gehele systeem van controle en toezicht op bedrijven geïncorporeerd, dat het de vraag is in
hoeverre het systeem op zichzelf onregelmatigheden uitlokt. De wet brengt hier weinig verandering in.
In de eerste plaats is er een probleem van beheersbaarheid. Multinationals zijn uitgegroeid tot dermate omvangrijke conglomeraten, dat
zij vergelijkbaar zijn met economieën van kleine landen. Voor een topmanager is het een lastige klus om volledig inzicht in het financieel
functioneren van zijn eigen bedrijf te krijgen. Niet voor niets verdien(d)en accountants veel geld aan de advisering over
informatiesystemen en hoe daar creatief mee om te gaan.
In de tweede plaats prikkelt de tucht van de financiële markten niet tot veel openheid. Topmanagers staan onder grote druk om goede
financiële prestaties neer te zetten, niet gespeend van eigenbelang vanwege lucratieve optieregelingen. Op openheid staat weinig premie.
Openheid als het gaat om onverwachte slechte informatie is vaak bestuurlijke zelfmoord. Want die slechte informatie wordt door
beleggers, met name vanuit institutionele hoek, vaak maar slecht gepruimd. Zij investeren veel in het verzamelen van informatie over
kansrijke beleggingen, maar besteden nauwelijks aandacht aan het opsporen van onregelmatigheden. Dat is niet vreemd, want dat kost
veel en levert relatief weinig op. Ook voor de belangrijkste controlerende organen, de raad van commissarissen en de accountant,
ontbreken de juiste prikkels om volledige informatie en adequate controle na te streven. Een commissaris zit vaak in hetzelfde schuitje als
zijn ceo: goede financiële prestaties zijn ook in zijn belang en het naar buiten brengen van slecht nieuws verhoogt het risico van een exit
uit het ‘old boys network’ waaruit – in Nederland – de meeste commissarissen voortkomen. Van de accountant hebben we gezien dat het
adagium: ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ nog steeds opgeld doet.
De wetgeving legt veel verantwoordelijkheden bij diezelfde accountant. Het is twijfelachtig of dit het gevaar voor nieuwe debacles
wegneemt als er niet tevens iets aan de gehele context verandert 1. Accountants hebben nog steeds onvoldoende prikkels om scherpe
controle uit te oefenen. Zolang zij afhankelijk blijven van de bedrijven zelf, zowel qua informatievoorziening als op een indirecte manier
qua opdrachtverwerving, blijft goede controle lastige problematiek.
Overheidsingrijpen is daarom gewenst voor deze materie, maar niet door falende wetten aan te scherpen. Daarmee schuift de wetgever
zijn verantwoordelijkheid voor de opsporing van malversaties ver van zich af. Dat is onterecht: controle is moeilijk voor partijen die ook

andere belangen hebben of de kosten voor adequate controle vanuit bedrijfseconomische redenen niet kunnen of willen maken. Naast
meer blauw op straat is daarom ook meer blauw op kantoor vereist. Daar is geen nieuwe wet voor nodig.

1 Zie de column van A. Boot en R. Soeting in dit nummer van ESB, blz. 3.

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs

Categorieën