Ga direct naar de content

Pensioendeelnemers kijken verder dan ouderdomspensioen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 29 2018

■ Wilte Zijlstra (AFM)

Pensioenfondsen bieden, naast ouderdomspensioen, vaak ook een partner-, wezen- en/of arbeidsongeschiktheidspensioen aan. Dus ook tijdens zijn werkzame leven kan een pensioendeel­nemer een uitkering ontvangen, na een onfortuinlijke gebeurtenis.

The Pension Rating Agency (TPRA) bekijkt deze vier onderdelen om tot een onafhankelijke beoordeling van de kwaliteit van pensioen­regelingen te komen. Bij die beoordeling weegt ouderdoms­pensioen voor 69 procent mee, partnerpensioen voor 16 procent, wezenpensioen voor 4 procent en arbeidsongeschiktheidspensioen voor 11 procent.

De AFM heeft onderzocht hoeveel belang pensioendeelnemers hechten aan deze pensioenvormen en in hoeverre dat overeenkomt met de weging van TPRA. Aan deelnemers in loondienst met een pensioen via de werkgever is gevraagd om 100 punten te verdelen over deze vier soorten pensioen. Het onderzoek is uitgevoerd in het voorjaar van 2018 in twee steekproeven, met in totaal 575 respondenten.

Gemiddeld genomen kennen deelnemers 62 punten toe aan ouderdomspensioen, 17 aan partnerpensioen, 8 aan wezenpensioen en 13 aan arbeidsongeschiktheidspensioen. Een zeer vergelijkbare verdeling dus als bij TPRA. Wel bestaat er variatie in de antwoorden (figuur): zo kent 10 procent alle 100 punten toe aan ouderdomspensioen, en 23 procent kent geen enkel punt toe aan arbeidsongeschiktheidspensioen (alle respondenten langs de linkeras).

Aan de steekproef uit het AFM Consumentenpanel is ook gevraagd of hun werkgever bepaalde soorten pensioen heeft geregeld. Voor arbeidsongeschiktheid denkt 58 procent dat premievrijstelling is geregeld en 65 procent dat er dan een periodieke uitkering is. Zeven van de tien denken dat hun pensioenregeling een wezenpensioen bevat en 83 procent denkt dat met betrekking tot een partnerpensioen.

Een meerderheid is het eens met de stelling dat een goede pensioen­regeling deze elementen zou moeten omvatten, van 69 procent voor de arbeids­ongeschiktheidsuitkering tot 81 procent voor partnerpensioen. Steeds is minder dan 10 procent het oneens met deze stellingen.

Auteur

Categorieën