Ga direct naar de content

In memoriam Ton van Schaik: Kapitaal en economische dynamiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 1 2020

Op 19 april 2020 is Ton van Schaik, emeritus-hoogleraar empirische macro-­economie aan de Univers­iteit van Tilburg, op 75-jarige leeftijd overleden. Ton was een erudiet en allround econoom, met een grote passie voor vraagstukken op het gebied van economische dynamiek en arbeidsmarktontwikkelingen op zowel de korte als lange termijn. Met een carrière van veertig jaar aan de Universiteit van Tilburg was hij een van de gezichtsbepalende Tilburgse macro-economen. Als onderzoeker, docent, bestuurder (onder andere als vice-decaan en hoofd van de afdeling Economics), en als actief deelnemer aan beleidsdiscussies heeft hij vele studenten en collega’s blijvend beïnvloed.

De basis van Tons succesvolle carrière was zijn proefschrift getiteld Reproductie en vast kapitaal (1973, cum laude). Gedurende veertig jaar heeft Ton de rol van kapitaal in al zijn facetten geanalyseerd, met name als cruciale determinant van de economische dynamiek. De aandacht verschoof daarbij van fysiek kapitaal in de jaren zestig en zeventig naar menselijk kapitaal in de jaren tachtig, en via sociaal en institutioneel kapitaal in de jaren negentig naar cultureel kapitaal in het eerste decennium van deze eeuw.

Uitgangspunt bij zijn analyses waren de economisch-­historische wetmatigheden en afwijkingen van de normaalpatronen: groei én conjunctuur als basis voor het begrijpen van macro-economische dynamiek. Daarbij was hij sterk geïnspireerd door het werk van John Maynard Keynes. Voor een uitgebreid overzicht van zijn werk en publicaties verwijzen we naar de academische biografie die we schreven ter gelegenheid van zijn afscheid in 2009 (zie de appendix bij de online versie van dit artikel).

Ton was aanvankelijk meer theoreticus dan empirist. Zijn interesse in de empirie is kenmerkend voor de tweede helft van zijn loopbaan. De combinatie van iemand die complexe economische modellen zowel wiskundig wist te analyseren als empirisch wist te onderbouwen, bleek een heel krachtige, met name ook voor de prikkelende bijdragen aan beleidsdiscussies. Jarenlang was Ton ook een vaste duider van het Centraal Economisch Plan, de Miljoenennota en de Macro Economische Verkenning.

Het meest spraakmakend waren zijn bijdragen aan de discussie over nut en noodzaak van loonmatiging. Met een beroep op onder andere de jaargangentheorie, die centraal stond in zijn proefschrift, benadrukte Ton dat de Nederlandse overheid veel te gemakkelijk en te lang op de automatische piloot van de loonmatiging had gekoerst. Loonmatiging leidde in de redenaties van Ton tot vertraagde afschrijving van oud kapitaal, het maakt ondernemers lui, het zwakt productiviteitsgroei af en resulteert uiteindelijk in specialisatie in arbeidsintensieve sectoren. Deze argumentatie leidde tot vele prikkelende uitspraken en felle discussies in ons polderland, onder andere met het Centraal Planbureau en het Ministerie van Sociale Zaken. Als promovendi waren wij regelmatig getuige van het plezier dat Ton kon hebben in de publieke opwinding die zijn bijdragen, waarvan vele in ESB, konden genereren.

De relevantie van de problematiek toentertijd en van Tons bijdrage is niet verdwenen. De zorgelijke signalen die meer recent zijn geuit over de combinatie van dalende werkgelegenheidsgroei, vergrijzing en vertragende arbeidsproductiviteitsgroei, sluiten aan bij zijn analyses van ongeveer 25 jaar geleden.

De combinatie van theorie en empirie bleek ook nuttig in het onderwijs. Ton was overtuigd van het belang van voortdurende onderwijsvernieuwing. Hij liep eind jaren tachtig voorop bij de introductie van de Engelstalige standaardwerken van Hall en ­Taylor, en later van Mankiw, in de colleges voor eerstejaars studenten. Ook was hij een warm pleitbezorger van het gebruik van computers in het onderwijs, en van het stimuleren van activerend onderwijs. Zaken die nu vanzelfsprekend zijn, maar waarbij Ton ruim dertig jaar geleden met passie en toewijding ver voor de troepen uitliep en waarvoor hij anderen wist te enthousiasmeren.

Vele generaties Tilburgse studenten economie en bedrijfseconomie zijn gevormd en geïnspireerd door zijn eerstejaarsvak ­Inleiding in de economie. De keuze om college te geven aan de eerstejaars studenten was een bewuste. Hij vond dat hij, juist als hoogleraar, daar hoorde te staan. Ton bracht de beginselen van de economie over met behulp van een team student-assistenten, die hij nauwkeurig selecteerde en instrueerde. Veel van hen zijn later terechtgekomen op invloedrijke posities binnen en buiten de wetenschap.

Hij nam in 2009 bij zijn pensionering afscheid met een rede getiteld Spannende tijden. En ook na zijn afscheid bleef hij actief – met nog meer oog dan voorheen voor historische wetmatigheden in de economische ontwikkeling. Ook in de huidige spannende tijden van corona blijft het werk van Ton van grote waarde om beter grip te krijgen op de fascinerende dynamiek van groei en krimp.

Auteurs

Categorieën