Per april is de redactie van ESB uitgebreid met Coen van de Kraats, die hiervoor postdoctoraal onderzoeker was aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Wat brengt je ESB?
“Tijdens mijn onderzoek aan de universiteit heb ik veel aandacht besteed aan wetenschapscommunicatie richting beleidsmakers en het grote publiek. Samen met collega’s van de Erasmus School of Economics ontwikkelde ik de website kansenkaart.nl waarop ruimtelijke variatie in kansen van kinderen in Nederland in kaart wordt gebracht, en met de Volkskrant schreven we op basis van ons onderzoek een serie artikelen over kansenongelijkheid. Ik vond het leuk om vanuit de wetenschap een bijdrage te leveren aan het publieke debat. Het snijvlak van wetenschap, beleid en media sprak me erg aan en daar past ESB goed bij.”
Waar kijk je het meest naar uit?
“Ik kijk ernaar uit om bij te dragen aan toekomstige themanummers van ESB en zo actief richting te geven aan het publieke debat in Nederland. Wat mij met name interesseert, is de vraag hoe economisch beleid kan bijdragen aan een rechtvaardige samenleving. Economische inzichten helpen ons om te begrijpen hoe ongelijkheden ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld gezondheid, onderwijs of de arbeidsmarkt, om te duiden wanneer verschillen wel of niet wenselijk zijn én om richting te geven aan de samenleving van de toekomst. Met ESB wil ik nieuwe en verrassende economische inzichten toegankelijk maken voor een groot publiek, zodat mensen goed geïnformeerd hun mening kunnen vormen over beleidsvraagstukken in Nederland.”
Je bent actief geweest in de politiek. Waar komt je interesse in politiek vandaan?
“De directe aanleiding om in 2018 zelf politiek actief te worden was mijn zorg over het opkomend nationalisme. Ik zie dat als een bedreiging voor vrede en stabiliteit. Daarnaast geloof ik dat in een gezonde en levendige democratie burgers méér doen dan eens in de zoveel tijd hun stem uitbrengen ten behoeve van het collectief – tenminste, als ze daar de tijd en ruimte voor hebben. Dat kan bij een politieke partij of actiegroep, maar ook als vrijwilliger of door stukken te schrijven voor ESB. Ik vond het heel interessant om te werken aan verkiezingscampagnes en na te denken over hoe je zo effectief mogelijk kiezers bereikt en informeert over – veelal economische – beleidsplannen.”

Waar werkte je hiervoor aan?
“Mijn onderzoek ging over de vraag hoe sociale ongelijkheid in de jeugd ontstaat en hoe beleid ouders en kinderen in hun vroege jeugd het best kan ondersteunen. In mijn onderzoek werkte ik samen met de consultatiebureaus om te onderzoeken of data-analyses kunnen bijdragen aan betere zorg op maat in de eerste jaren van het leven. Voorbeelden daarvan zijn het ondersteunen van de taalontwikkeling of het voorkomen van overgewicht.”
Blijf je nog onderzoek doen?
“Ja, maar op een lager pitje. Momenteel werk ik samen met een collega van de Universiteit van Amsterdam aan een onderzoek naar de effecten van betaald vaderschapsverlof op gezinnen, werknemers en werkgevers. In de afgelopen jaren is het wettelijk betaald verlof voor vaders enorm uitgebreid van slechts twee dagen tot vijftien weken en we zijn benieuwd welke impact dit heeft op jonge gezinnen en de arbeidsmarkt.
Zelf ben ik recent voor de tweede keer vader geworden. Dit heeft mijn interesse vergroot in de vraag: hoe kunnen we vaders en moeders de ruimte geven om een balans te vinden tussen werk en ouderschap die het beste bij hen past?”
Auteur
Categorieën