Herstel
werkgelegenheid zet door
De DNB-conjunctuurindicator, die
thans een voorspelling geeft tot en
met februari volgend jaar, laat sinds
april van dit jaar een neergaande beweging zien (figuur 1). De realisatie,
die is afgeleid van de produktie in de
verwerkende industrie, volgde aanvankelijk de neergaande beweging
van de conjunctuur maar is in de laatste maanden weer wat opgeveerd.
Het is met name de elektrotechnische industrie die sterk groeit (in de
eerste negen maanden met gemiddeld 8%). Deze sector heeft de rol
van motor overgenomen van de basismetaal- en chemische industrie,
waar de groei met 3 a 4% in eerste
negen maanden weliswaar nog
steeds boven het gemiddelde in de
industrie ligt, maar duidelijk onder
die in 1994 is gekomen.
Het uiteenlopen van de conjunctuurindicator, die voor een belangrijk
deel uit conjunctuurtests bestaat, en
de feitelijke ontwikkeling zou er op
kunnen duiden dat ondernemers in
hun oordeel over het economische
klimaat te pessimistisch zijn en dat
de conjunctuur in de komende maanden niet zoals de indicator aangeeft
een duidelijke neerwaartse beweging
gaat maken maar net als begin jaren
negentig op een plateau terecht gaat
komen. Anderzijds is de basis van de
economische groei in de industrie
momenteel vrij smal. Tegenover een
hoge groei in bovengenoemde industrietakken staat dat in de voor ons
land belangrijke voedings- en genotmiddelenindustrie nog nauwelijks
groei zit.
Hoewel de volumeconjuncFiguur 1. DNB-conjunctuurindicator
tuur geleidelijk het hoogste
punt zal gaan bereiken, is het
herstel van de werkgelegenheid pas in de tweede helft
van 1994 op gang gekomen.
Aanvankelijk werd de toegenomen vraag opgevangen door
een betere benutting van de
produktiecapaciteit. Pas toen
de capaciteitsgrenzen werden
genaderd, werden nieuwe
werknemers aangetrokken. In
eerste instantie zijn dit nog arFiguur 2. Ontwikkeling van de werkloosbeidskrachten met een tijdelijk
beid, conjunctureel dieptepunt ~1OO
contract geweest. De groei van
de werkgelegenheid in de tweede helft van 1994 was dan ook
voor een belangrijk deel toe te
schrijven aan een toename van
het aantal uitzendkrachten. En
ook dit jaar nog daalde het aantal vaste arbeidsplaatsen in bepaalde sectoren, met name in
de industrie, terwijl hier wel
sprake was van een uitbreiding
van de werkgelegenheid.
Het achterblijven van de
Figuur 3- Ontwikkeling van bet arbeidsontwikkelingen op de arbeidsvolume, conjunctureel dieptepunt =100
markt bij de volumeconjunctuur is een verschijnsel dat ook
in vorige cycli waarneembaar
was. Uit een vergelijking met
begin jaren tachtig blijkt echter
dat er naast overeenkomsten
ook verschillen zijn in de ontwikkeling van de werkgelegenheid en werkloosheid voor en
na het conjuncturele dal. De
arbeidsmarkt heeft zich in de
huidige cyclus duidelijk gunstiger ontwikkeld dan begin jaren
tachtig. De werkloosheid is, zo blijkt
dan de daling in de daaropvolgende
uit figuur 2, in de huidige cyclus veel
fase van opgaande conjunctuur.
later gaan stijgen, maar is net als beDeze asymmetrie, waarvan al sinds
gin jaren tachtig ongeveer een jaar
het begin van de jaren zeventig sprana het bereiken van het dal gaan dake is, heeft ertoe geleid dat de werklen. Het dieptepunt in de werkgeleloosheid na iedere cyclus op een
genheid valt echter in de huidige cyhoger niveau terecht is gekomen.
clus eerder dan in de cyclus begin
Er is echter geen aanleiding om aan
jaren tachtig (figuur 3). De stijging
te nemen dat dit nu weer het geval
van de werkloosheid in de kwartalen
zal zijn. De afname van werkgelegenheid is absoluut en in vergelijking
na het dal in het derde kwartaal van
1993 hangt echter voor een deel samet begin jaren tachtig gering gemen met een relatief sterke stijging
weest en inmiddels is het opgetreden banenverlies (in arbeidsjaren)
van het arbeidsaanbod (ondermeer
door maatregelen in de arbeidsongeal weer goed gemaakt. Als de werkgelegenheid de komende jaren in het
schiktheidswetten).
In de huidige cyclus is net als
huidige tempo doorgroeit en geleidebegin jaren tachtig de werkloosheidslijk een einde komt aan de meer dan
ontwikkeling tot nu toe asymmetrendmatige stijging van het arbeidsaanbod kan de werkloosheid in een
trisch geweest, in de zin dat de de
werkloosheidsstijging in de neergaansneller tempo naar beneden.
de fase van de conjunctuur groter is