nr. 9, april 1989
-ill
F van Lanschot
Bankiers nv
Financieel bericht
Internationale conjunction
Olieprijs loopt verder op
De stijging van de olieprijs heeft zich de afgelopen weken in versneld tempo voortgezet. De oorzaak van de prijsstijging lijken de produktieproblemen te zijn die zich op verschillende plaatsen voordoen, op een moment dat de
OPEC weer meer grip op de markt begint te krijgen. De inflatievrees krijgt hierdoor een nieuwe voedingsbodem. In
de VS zijn inmiddels de plannen voor het invoeren van een
importheffing op olie weer uit de ijskast gehaald door de
onderminister van energiezaken, Henson Moore. Doel
hiervan is om de binnenlandse produktie te stimuleren en
minder afhankelijkte worden van import. In het recente verleden heeft president Bush zich overigens negatief uitgelaten over een dergelijk voorstel. De Amerikaanse invoer
van olie bedraagt dagelijks 6,4 mln. barrels (vaten van 159
liter). Ook in het kader van het terugdringen van het overheidstekort zou een importheffing erg gelegen komen.
In de VS is de aandacht momenteel sterk geconcentreerd op de verschillende inflatiecijfers. De handelsbalans
heeft aan belang ingeboet, zo menen sommigen. Zo lang
het duurt natuurlijk, want een eventuele stabilisatie van het
tekort op een te hoog niveau zal te zijner tijd toch weer aanleiding geven tot zorgen. Het tekort van $ 10,5 miljard over
februari gaf geen aanleiding tot readies op de markten,
hoewel het cijfer hoger was dan dat van de vorige maand
(bijgesteld tot $ 8,68 miljard). Het februaritekort bevestigt
de indruk dat de neergaande trend in de tekorten is vertraagd of onderbroken. De gemiddelde raming van het tekort bedroeg overigens $ 10,2 miljard, zodat al met een toename van het tekort was gerekend. De handelsbalans met
Japan is in februari en maart weer verslechterd, hetgeen
geen goede basis is voor een verdere verkleining van het
Amerikaanse tekort.
Gevoeliger zijn de f inancie le markten op dit moment voor
inflatiecijfers. In het eerste kwartaal zijn de groothandelsprijzen met circa 2,5% gestegen (op jaarbasis met 10,2%).
De consumentenprijzen stegen in maart met 0,5%, hetgeen ongeveer in overeenstemming was met de verwachting. De grote vraag is uiteraard in hoeverre de groothandelsprijzen al hebben doorgewerkt in de consumentenprijzen.
Afvlakking Amerikaanse groei
Ten aanzien van het derde zorgenkind, de begroting,
heeft de regering inmiddels overeenstemming bereikt met
een commissie uit het Congres ten aanzien van de verlaging van het begrotingstekort voor 1990 van $ 128 miljard
naar $ 99,4 miljard, een gegeven dat overigens nog niet al
te veel indruk heeft gemaakt. In de eerste plaats moeten
de voorstellen nog worden goedgekeurd door het Congres.
Daarnaast moet nog worden afgewacht hoe hard de cijfers
zijn. Een deel van de overeengekomen bezuinigingen is
nog niet ingevuld. Voorts zal een eventuele vertraging in
de economische groei ook een nadelige invloed op de uitkomst hebben.
ESB 26-4-1989
De tekenen die wijzen op een afzwakking van de economische groei in de VS worden duidelijker. De woningbouw loopt flink terug. Het aantal afgegeven bouwvergunningen daalde in maart met maar liefst 13,4%, de grootste
daling sedert 1981. De bezettingsgraad bij de Industrie
kwam in maart uit op 84% tegenover 84,2 % in de voorafgaande maand. De industriele produktie bleef in die maand
gelijk.
CPB pleit voor matiging
In de recent verschenen World economic outlook van
het IMF gaat ook deze organisatie uit van een vertraging
van de groei van 3% dit jaar tegen 4,1% in het afgelopen
jaar. Ten aanzien van de Nederlandse economie is het
Centraal Planbureau in zijn laatste rapport zonder meer positief. Van een groeivertraging zal bij ons geen sprake zijn.
Toch waarschuwt het CPB voor ontwikkelingen die het positieve beeld kunnen verstoren. De grootste zorgen baren
de verslapping van de discipline waar het gaat om loonontwikkeling en overheidsbegroting. Het planbureau ziet feitelijk als enig waardevol instrument voor het terugdringen
van de werkloosheid, die de laatste jaren vooral onder de
minder opgeleiden een probleem is, een aanhoudende
loonmatiging.
Getuige haar opstelling in de discussies rond de loonontwikkeling in de gezondheidszorg heeft de regering deze
waarschuwing ter harte genomen. De begrotingsdiscipline
vormt voor de regering echter een groter probleem. Naast
de vele overschrijdingen die zich sinds het regeerakkoord
reeds hebben voorgedaan, dreigt het Nationale Milieubeleidsplan tot nieuwe overschrijdingen te leiden. Voor minister Ruding, die zich op het standpunt stelt dat juist in een
situatie van een voorspoedige economische ontwikkeling
de afgesproken terugdringing van het begrotingstekort ook
daadwerkelijk gerealiseerd moet worden, een onverteerbare zaak.
Valuta’s en rente_________________
Dollar zakt weg
De obligatiemarkten toonden over het algemeen een positieve ondertoon, ook al bleven de verschillen relatief beperkt. De Amerikaanse ‘junk bond’-markt stond echter onder zware druk, waarbij forse omzetten werden geregistreerd. Mogelijk hield een en ander verband met het in
staat van beschuldiging stellen van Michael Milken, de
voormalige Drexel Burnham-functionaris die deze markt
heeft ontwikkeld. Een meer structurele factor zou kunnen
zijn dat naarmate de groei van de Amerikaanse economie
en de winstgevendheid bij het bedrijfsleven afzwakken, het
risico verbonden aan junk bonds stijgt. Ten slotte zou deze
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
le ‘s-Hertogenbosch.
421
Valutakoersen
1989
1989
Koers
hoogste
koers
laagste
per
per
koers
10/4
24/4
1,99
3,58
2,12
2,09
3,59
3,58
112,77
127,38
112,81
112,86
127,91
159,68
128,17
Amerikaanse dollar
2,14
Engelse pond
3,71
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (10.000)
112,93
133,32
165,01
158,80
Koers
159,49
markt in junk bonds die inmiddels al ca. $ 160 miljard groot
is, een verzadigingspunt kunnen bereiken, juist op een moment dat voor ca. $ 9 miljard aan nieuwe emissies boven
de markt hangt. De Amerikaanse obligatiemarkt werd er
echter niet door bei’nvloed, maar Net zich stimuleren door
het toenemende aantal signalen die wijzen op een vertragende groei in de VS. Op hun beurt konden ook veel andere obligatiemarkten van de verbeterende stemming in de
VS profiteren.
Voor de dollar was het effect van de vertragende groei
minder positief. De redenering van de markt is immers dat
een afnemende vrees voor inflatie de kans op een hoge
rente verkleint, waardoor de dollar aan aantrekkingskracht
verliest. Nu niet alleen de autoriteiten geen hogere dollar
wensen, maar ook de markt hier niet op speculeert zakt de
dollarkoers licht weg. Een tweede negatieve factor voor de
dollar waren de geruchten over een afschaffing van de
bronbelasting op rente in Duitsland. De Bundesbank is altijd een felle tegenstander geweest van deze nog maar kort
geleden door de inmiddels ex-minister van Financien Stoltenberg ingevoerde belasting. Wellicht dat het doorvoeren
van deze weinig populaire maatregel heeft bijgedragen aan
de overplaatsing van Stoltenberg naar het Ministerie van
Defensie. Op Financien is hij vervangen door de nieuwe
leider van de CSU Theo Waigel, die een fervent tegenstander is van de bronbelasting. De door de markt gehoopte afschaffing van de bronbelasting is er echter niet gekomen.
Eerder lijkt de regering het nu te zoeken in een vrijstelling
van de belasting tot een bepaald nog nader vast te stellen
bedrag.
Europese discontoverhogingen onverwacht
De renteverhogingen in Europa legden een nieuwe
neerwaartse druk op de dollar. De in Europa aanhoudende inflatievrees wordt als belangrijkste factor aangegeven
voor de verhoging van het disconto in Duitsland met 0,5%
tot 4,5%. De groothandelsprijzen vertonen in Duitsland inderdaad een stijgende trend op een toch al verontrustend
niveau. Zij stegen ten opzichte van een jaar eerder in januari 5,1%, in februari 5,4% en in maart 5,8%, het hoogste
niveau in 7 jaar. Ook de economische groei was in de eerste twee maanden van dit jaar krachtiger dan verwacht:
plus 6%. Dit gevoegd bij de aanhoudend te hoge groei van
de geldhoeveelheid heeft de Bundesbank doen besluiten
tot de discontoverhoging. Tegenover een beoogde groei
van de geldhoeveelheid van 5% staat de laatste twee
maanden een groei van 6,7% en 6,2%.
De ervaring wijst uit dat de renteverhogingen pas met
vertraging doorwerken in een afvlakking van de inflatiecijfers. De eerder door de Bundesbank aangekondigde houding, om eerst de effecten van de vorige discontoverhoging
af te wachten, heeft echter niet lang standgehouden.
Greenspan heeft reeds laten weten dat hij voor de VS pas
een afvlakking in de ontwikkeling van de inflatie in de tweede helft van dit jaar verwacht. Met de zich thans aandienende groeivertraging lijkt een verder aanhalen van de monetaire teugels op dit moment niet te verwachten. In Enge-
422
land is al evenmin een kentering in de oplopende inflatie
(in maart opgelopen tot 7,9%) te zien, hoewel reeds vorig
jaar een scherpe rentestijging werd ingezet.
De Nederlandsche Bank volgde, evenals de Belgische,
Deense en Oostenrijkse autoriteiten, het Duitse voorbeeld
direct en verhoogde de officiele tarieven ook met 0,5%,
waarmee het wisseldisconto nu op 5,5% is beland. Zwitserland had, ter ondersteuning van de wegglijdende frank,
de rente al een week eerder verhoogd.
De lichte dating van de kapitaalmarktrente waarvan in
de meeste landen in de voorgaande weken sprake was,
werd afgebroken door de opwaartse aanpassing van de
korte rente. De Nederlandse obligatiemarkt had deze rentedaling overigens voor een groot deel aan zich voorbij zien
gaan door onder meer de signalen van De Nederlandsche
Bank dat men een lagere rente op dit moment niet gewenst
acht.
Internationale beurzen
__
__
__
Nieuwe hoogtepunten
De verschillende aandelenmarkten hebben een aantal
uitstekende weken achter de rug. Op vrijwel alle belangrijke beurzen, behalve Londen, Australie en Hong Kong, werden in april nieuwe hoogtepunten gevestigd.
In de VS gaven de macro-economische cijfers die aan
het begin van de tweede helft van de maand werden gepubliceerd een duidelijke stimulans. In enkele dagen
school de Dow Jones die zich geruime tijd binnen nauwe
marges rond het 2300-niveau bewoog bijna 100 punten
omhoog richting 2400. De ronde van discontoverhogingen
in Europa op 20 april bedierf de stemming en zorgde voor
een overigens beperkte reactie, waarna de opgaande lijn
weer voortgezet werd.
Aanvankelijk ontwikkelden de koersen op Wall Street
zich rustig. Wel maakte het samengaan van Beecham met
Smith Kline Beckman veel tongen los. Diegenen die hadden gerekend op een royaal bod op de farmacie-onderneming kwamen bedrogen uit. De fusie met het Engelse
Beecham leverde maar een beperkt bedrag in cash op, en
verder aandelen in de nieuwe maatschappij. De voortdurend stijgende researchkosten, de druk op de marges, de
bezuinigingen op gezondheidszorg over vrijwel de gehele
wereld en het korter worden van de duur van patenten zijn
overwegingen die zijn aangevoerd bij de fusieplannen. Of
de fusie de beoogde effecten zal hebben wordt echter betwijfeld. De centrale research van Smith Kline blijkt weinig
creatief en dat heeft ertoe geleid dat de performance van
de maatschappij al jaren teleurstellend is. Een fusie zal hier
niet veel aan kunnen toevoegen.
Cijfers eerste kwartaal
De cijfers over het eerste kwartaal beginnen inmiddels
los te komen. General Motors meldde een winststijging met
50% tot $ 1.553 mln. bij 6,2% hogere autoverkopen van
ruim $ 2 miljard. Daar het winstcijfer van het eerste kwartaal van vorig jaar wat geflatteerd was, was de feitelijke
winststijging nog krachtiger. Vrachtwagenproducent Navistar daarentegen kwam met het bericht dat de winstverwachting in neerwaartse richting is bijgesteld, waardoor de
koers in een dag 8% verloor. Boeing boekte weer een
mammoetorder en wel van $ 9,4 miljard. Het betrof het
grootste deel van de bestelling van $ 16,8 miljard die GPA,
het lerse vliegtuigleasebedrijf waar ook Fokker een belang
in heeft, plaatste.
In de elektronicahoek waren enkele negatieve berichten
te melden. Control Data heeft besloten zich terug te trekken uit de supercomputers. Apple meldde een 29% lagere
kwartaalwinst, terwijl Wang een verlies van $ 55 mln. moest
Beursindices
1989
1989
laagste
Koers
per
Koers
hoogste
koers
koers
7/4
21/4
VS (Dow Jones)
2406
2406
2125
1395
2145
1783
1272
167
30.184
1413
2305
Engeland(FT-IOO)
Duitsland (Dax)
2046
1348
185
33.185
1413
2061
1376
189
Nederland (CBS-koersindex)
Tokio(Nikkei)
Australia (All Ord)
1 90
33.364
1552
per
33.030
1451
rapporteren. Honeywell behaalde een 9% hogere winst bij
2% lagere omzet. ATT meldde een 21% hogere winst. De
resultaten uit de interlocale gesprekken speelden een rol
bij de winststijging, evenals de goede internationale verkopen van apparatuur en de inbreng van winst uit de nieuw
verworven deelnemingen.
Bij de banken meldde Citicorp een 48% hogere kwartaalwinst, waarmee zij gunstig afstak bij de meeste andere banken. Voor een deel is de vooruitgang te danken aan
winst bij verkoop van vastgoed in Tokio en belangen in Brazilie. Ook was net operationele resultaat beter. Vooral het
retailbedrijf deed het goed, terwijl ook de resultaten uit de
leningen aan de derde wereld bijdroegen tot de betere uitkomsten. De verliezen liepen hier met $ 20 mln. terug. De
portefeuille leningen aan de derde wereld is licht teruggelopen van $ 9,5 miljard aan het begin van het kwartaal tot
$ 9,3 miljard nu.
De olieaandelen beginnen voorzichtig te profiteren van
de stijgende ruwe-olieprijs, hetgeen ook doorwerkt in de
koersen van de oilservice-aandelen.
Londen blijft achter
De Britse beurs blijft het wat moeilijk hebben, nadat in
maart nieuwe hoogtepunten werden geregistreerd. De
groeivertraging gaat mogelijk wat al te hard, waartegenover de relatief hoge inflatiecijfers toch reden tot zorg geven. Inmiddels is de 7,9% bereikt, terwijl de gemiddelde
loonstijging van 9,5% ook al geen aanleiding geeft tot al te
veel optimisme. De zeer teleurstellende berichten van de
batterijproducent Chloride leidden tot een forse koersval
voor het aandeel.
De beurs van Tokio hield zich na de flitsende start van
het nieuwe boekjaar relatief rustig. Wel heeft men inmiddels kennis gemaakt met de Amerikaanse raider T. Boone
Pickens, die zich in eigen land de laatste tijd rustig houdt,
en zijn heil nu in het land van de rijzende zon zoekt. Dit is
niet geheel op eigen initiatief, maar omdat de Japanse Kitaro Wastanaba zich dreigde te verslikken in het fonds Koito Manufacturing met een beurswaarde van $ 6 miljard. Het
is echter de vraag of de gevestigde orde in Japan niet zal
trachten Pickens onderuitte halen, om aldus eventuele andere buitenlanders die plannen koesteren bij voorbaat op
de onhaalbaarheid en/an te wijzen.
De Amsterdamse beurs_____________
Beurs pakt stijging weer op
Beursplein 5 Net aanvankelijk een nerveus beeld zien. In
eerste instantie werd gewacht op de Amerikaanse handelscijfers en de consumentenprijsindex. Toen deze cijfers
meevielen werd enthousiast gereageerd, waarbij de vraag
zich overigens op een beperkt aantal fondsen richtte. Behalve Nedlloyd, wisten ook Hoogovens, Ahold, Aegon en
niet in de laatste plaats Kon. Olie een forse koerswinst te
ESB 26-4-1989
boeken. Koninklijke Olie wist te profiteren van de hernieuwde stijging van de olieprijs door nieuwe problemen bij een
Noordzee-produktieplatform. Het bestuur van Hoogovens
blijft positief. Mede dank zij bijzondere baten ligt voor dit
jaar een verdubbeling van de winst in het verschiet. De
koers doorbrak het / 100-niveau en ligt nog circa / 25 van
het hoogste punt aller tijden van mei 1986.
De beschermingsconstructie bij Philips is een feit, na de
goedkeuring door de aandeelhouders. Het aandeel heeft
moeite door de grens van / 40 te komen. Aan de berichtgeving zal het niet liggen, want Philips heeft op de laatste
vergadering gemeld dat de vraag naar tv-toestellen in de
Verenigde Staten niet kan worden bijgebeend. Daarom is
de bouw van een nieuwe tv-fabriek aangekondigd. Tevens
bleek dat de positie in de videomarkt in de VS is gestegen.
Philips staat met een marktaandeel van 7,25% in 1988 en
6% in 1987 op een derde positie achter het Franse Thomson (15,5%) en het Japanse Matsushita (10,45%).
Fokker, waarvan de koers wegzakte richting / 40 na het
hoogtepunt van / 50, heeft in 1988 / 13 mln. verdiend tegenover een recordverlies van /147 mln. in 1987. De omzet verdubbelde hier van/1 mrd. naar/2 mrd. Hieruit blijkt
de sterke stijging van de afleveringen van de nieuwe F-50
en F-1 OO’s. De rentelasten zijn meer dan verdubbeld tot /
64 mln. door de sterke stijging van de post onderhanden
werk. De investering in een nieuwe fabriek kan worden gefinancierd met de kredietruimte bij de banken ad / 450 mln.
In de uitgeverijsector heeft Elsevier vorig jaar / 235 mln.
verdiend tegen / 163 mln. in 1987. Per aandeel kwam de
netto winst uit op / 3,70 tegen / 3,05 in 1987. Het dividend
wordt verhoogd van / 1,15 tot / 1,40. In 1988 werd voor
een bedrag ad / 1 miljard gemvesteerd, waarvan de deelname in het Engelse Pearson / 0,5 miljard vergde. Het vizier van Elsevier is nog steeds gericht op acquisities in de
VS en andere Engelstalige gebieden. De koers van het
aandeel is weer in een stijgende lijn gekomen, nadat het
aandeel een lange periode net onder het / 65-niveau
schommelde. Inmiddels is een hoogste koers bereikt van
/70.
VNU, Nederlands grootste uitgever, zoekt eveneens de
expansie in Amerika. VNU richt zich vooral op databanken.
Op dit moment is het concern doende met een redelijk grate overname. In 1988 werd een bedrag van / 367 miljoen
gemvesteerd in acquisities. Nu de resultaten in het eerste
kwartaal van 1989 zich gunstig hebben ontwikkeld, is het
bestuur voorzichtig optimistisch voor dit jaar. De beleggers
beloonden dit met een koersstijging tot ruim boven het /
100-niveau.
Wolters-Kluwer richt zich meer op de Europese landen,
in het bijzonder Frankrijk en Spanje. Bij dit concern is men
van mening dat acquisities in de VS onbetaalbaar worden
en dat de omzetstijging moet komen van innovaties en autonome groei. Ook de koers van dit aandeel blijft zich gestadig omhoog bewegen.
Tegenover de scherpe stijging in cyclische sectoren zoals papier, staal en scheepvaart valt op dat de voedingsmiddelen en de verzekeringswaarden duidelijk achterblijven. Na de recente koersstijgingen van de uitgeverijen lijkt
een herstel voor deze sectoren niet lang meer te kunnen
uitblijven.
De tweede tranche van de DSM-introductie wordt in September of oktober verwacht. Zou het pakket tegen de huidige koers worden gemtroduceerd dan vertegenwoordigt
dit een bedrag van bijna /1,5 miljard. Ook DAF komt naar
de beurs. De introductie is bijzonder omdat het aandeel tegelijkertijd in Londen en Amsterdam wordt gemtroduceerd.
In 1988 verdiende DAF/147,1 mln., ruim 2 maalde winst
van 1987. Voor dit jaar zijn de vooruitzichten eveneens
gunstig en lijkt een winstgroei van 20% haalbaar.
423
Focus
Tien jaar EMS
Vorige maand vierde het Europese Monetaire Stelsel
zijn tiende verjaardag. Daarvoor kende men in Europa met
de slang ook al een vorm van monetaire samenwerking,
maar door herhaaldelijk uittreden van deelnemende landen, met name Frankrijk, reikte deze samenwerking weinig verder dan West-Duitsland en de Benelux.
Aan het EMS zijn langdurige discussies voorafgegaan.
Tegenover elkaar stonden de monetaristen, veelal de zuidelijke landen die meenden dat na een monetaire Integratie de economische integratie vanzelf zou volgen, en de
economisten, voornamelijk de noordelijke landen die
meenden dat eerst het economische beleid beter op elkaar
afgestemd zou moeten worden. Eind jaren zeventig kon
deze patstelling door president Giscard d’Estaing en
bondskanselier Schmidt, beiden oud-ministers van financien, worden doorbroken. Daarbij liet Schmidt zijn aanvankelijke bedenkingen varen uit vrees dat de dalende dollar
de Duitse exportpositie zou ondermijnen.
Dat het aanvankelijk met de afstemming van het economische beleid niet wilde vlotten blijkt uit de vele aanpassingen die zich in de beginjaren voordeden. Aanvankelijk waren het de Denen die het beeld verstoorden. Vervolgens
waren hetde Franse socialisten die hun beleidswijzigingen
moesten bekopen met drie achtereenvolgende devaluaties. De laatste kostte daarbij zoveel moeite dat de ministers van Financien ernaeen heel weekend vergaderen nog
niet uitgekomen waren en de regeringsleiders uiteindelijk
de knoop moesten doorhakken.
Inmiddels hebben zich al ruim twee jaar geen aanpassingen meer voorgedaan en blijken de verplichtingen die
men met het EMS is aangegaan inderdaad tot een betere
afstemming van het economische beleid te leiden. De tijd
lijkt rijp voor een verdergaande samenwerking.
Commissie-Delors
Over een verdergaande samenwerking wordt echter pok
al jaren gediscussieerd, waarbij de oude tegenstellingen
ook nu weer veelvuldig naar voren komen. Wil Europa echt
als een gemeenschappelijke markt kunnen functioneren,
dan is een verdere monetaire integratie onmisbaar. Om
hiertoe voorstellen te doen heeft de Europese Raad een
commissie onder voorzitterschap van Delors benoemd.
Recent heeft deze commissie haar rapport uitgebracht. De
commissie constateert dat voor een monetaire unie met
vaste wisselkoersen het economische beleid van de lidstaten nog veel beter op elkaar moet worden afgestemd. Daarbij gaat het om zaken als inflatie, economische groei, externe handel enz. Dit betekent tevens dat de individuele
landen ten aanzien van het beleid op macro-economisch,
Aanpassingen in het EMS, devaluatie (-) of revaluatie (+)
DM
23-09-1979
30-11-1979
22-03-1981
04-10-1981
21-02-1982
12-06-1982
21-03-1983
20-07-1985
06-04-1986
02-08-1986
12-01-1987
424
Fl
Frf
Bfr
Dkr
Ir
Lit
-2,9
-4,8
+2
-6,0
+5,5
+5,5
-3,0
-3,0
-8,5
+4,75
+5,5
+2
+3
+4,75
+3,5
+2
+3
+3
+3
-5,25
-2,5 +1,5
+2
+2
-3
+1
-3
+2,5
+2
+1
-3,5
+2
-2,75
-2,5
-6
-8
+2
monetair en budgettair gebied een deel van hun autonomie zullen moeten prijsgeven. Dit is uiteraard een heet
hangijzer, dat op korte termijn niet is te realiseren. Delors
stelt voor hier in fasen naar toe te werken.
Eerste fase…. overgang
In de eerste fase moeten alle EG-landen gaan deelnemen aan het wisselkoersarrangement van het EMS. Vooral van Engeland vergt dit nogal wat, daar dit land zijn afwijzende standpunt nog steeds niet heeft aangepast. Daarnaast stelt de commissie-Delors de oprichting van een Europees Reserve Fonds voor. Dit zou een voorloper moeten
zijn van het Europese stelsel van centrale banken. Deelnemers aan het EMS zouden hiervan lid kunnen worden.
In deze fase moet ook het besluit worden genomen om het
Verdrag van Rome zodanig te veranderen dat dit nieuwe
Europese monetaire instituut met belangrijke bevoegdheden ook daadwerkelijk kan worden opgericht en naast de
andere Europese instellingen kan functioneren.
Tweede fase…. Europese centrale bank
In de tweede fase zou een stelsel van Europese centrale banken (ESCB) tot stand moeten komen, vergelijkbaar
met het Federal Reserve System (FED) in de Verenigde
Staten. In deze tweede fase moet het macro-economische
beleid in de verschillende landen verder worden afgestemd
en zouden bij voorbeeld richtlijnen voor het maximaal toegestane begrotingstekort van de verschillende nationale
overheden moeten worden vastgelegd. De ESCB zou in
deze periode als een onafhankelijk instituut moeten gaan
functioneren zodat in plaats van de coordinate waarvan nu
sprake is, een gemeenschappelijk beleid wordt gevoerd. In
de tussentijd worden dan ook de marges waarbinnen de
EMS-valuta mogen bewegen verder verkrapt.
Derde fase…. Europese munt
In de laatste fase worden de valutaverhoudingen geheel
vastgepind, terwijl dwingende regels worden gegeven ten
aanzien van het door de verschillende overheden te voeren macro-economische beleid. De ministerraad en het Europese parlement zouden dan ook bevoegdheden krijgen
ten aanzien van het al dan niet goedkeuren van nationale
begrotingstekorten. Ten slotte zullen de nationale valuta’s
worden vervangen door een gemeenschappelijke munt: de
ecu. Naast dat deel van het beleid dat noodzakelijkerwijze
moet worden gecentraliseerd blijven overigens belangrijke
delen van het beleid nationaal bepaald.
Hettijdpad
Hoewel het Europese parlement zich al heeft uitgesproken voor het realiseren van een economische en monetaire unie, inclusief een Europese centrale bank per 1 januari 1995, is in het rapport van de commissie-Delors geen tijdpad voor de uitvoering vastgelegd. Wel wordt erop aangedrongen dat de eerste fase uiterlijk 1 juli 1990 ingaat, het
moment waarop het kapitaalverkeer binnen de EG geheel
vrij zal zijn. In de tussentijd kan het comite van presidenten van centrale banken dat reeds bestaat zich beter gaan
manifesteren. Zo zou dit comite gebruik kunnen gaan maken van haar recht om aanbevelingen te doen aan de lidstaten.
In mei zullen de ministers van Financien zich over het
rapport buigen. Van groter belang Is echter de Europese
top van eind juni in Madrid waar het rapport hoog op de
agenda zal prijken.