nr.. 12, juni 1989
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737
Financieel bericht
Internationale conjunctuur
Valuta’s en rente
Zachte landing VS
Met vertrouwen dat de Amerikaanse economie inderdaad de gehoopte zachte landing zal maken neemt steeds
grotere vormen aan. Fed-voorzitter Alan Greenspan zou
op een vergadering van de Monetary Conference in Madrid hebben gesteld dat de economische activiteit afvlakt,
zonder dat het voorraadniveau toeneemt. Daarnaast omschreef hij de loonstijgingen als opmerkelijk gematigd. Ook
de inflatieontwikkeling valt niet tegen: wanneer de effecten
van de opgelopen olieprijs en de droogte worden geelimineerd, dan bevindt de inflatie zich al geruime tijd vrij constant op ruim 4%.
Ook de Purchasing Managers Index, die voor het
eerst na 33 maanden onder het niveau van 50% is gekomen duidt op een afnemende economische activiteit.
Toch is nog niet iedereen helemaal gerust. Hier en daar
wordt gewezen op het voorzichtige herstel dat de autoverkopen aan het einde van de maand mei vertoonden,
terwijl de huizenmarkt haar dieptepunt gehad lijkt te hebben. De index van leading indicators die gedurende twee
maanden was teruggelopen steeg in april weer met
0,8%.
De Duitse economie blijft zich gunstig ontwikkelen: in
de eerste drie maanden van dit jaar was sprake van een
groei van 4,2% op jaarbasis, een niveau dat in jaren niet
is gehaald. Vorig jaar bedroeg de economische groei
3,4%, terwijl voor dit jaar aanvankelijk op 2,5% groei
werd gerekend. De officiele raming in Duitsland is inmiddels verhoogd tot 3%, maar van de zijde van de overheld wordt ook al gesproken over 3,5 a 4%. De industriele produktie steeg in de maanden maart en april met
6%, terwijl de orderontvangst in die periode zelfs met
9,2% toenam. Nadat de handelsbalans in het eerste
kwartaal al een record overschot had laten zien van DM
36 miljard kwam het saldo van april uit op DM 9,9 miljard.
Voor volgend jaar laten de vooruitzichten van de Duitse economie zich eveneens gunstig aanzien, omdat dan
de beloofde belastingverlaging een nieuwe impuls geeft.
Dollarrente fors omlaag
In de VS is men ervan overtuigd dat de FED zal overgaan tot een ruimer monetair beleid, na de verhoging in het
afgelopen jaar van de Federal fund rate met in totaal circa
3%. Inmiddels hebben de meeste Amerikaanse banken de
prime rate met 1/2% verlaagd tot 11%. Waar vroeger de
Amerikaanse dollar altijd te lijden had onder een rentedaling, vormde dit voor de markt nu geen probleem. Slechts
even toonde de dollar zich wat zwakker na de neerwaartse bijstelling van de Amerikaanse groei in het eerste kwartaal, waarna de centrale banken van de situatie gebruik
maakten om via omvangrijke interventies de dollar een extra duw naar beneden te geven. Het effect was slechts tijdelijk. Hoe groot de vraag naar dollarbeleggingen wel is
bleek uit de reactie op de bekendmaking van de producentenprijsindex over de maand mei. Met een stijging van 0,9%
lag het cijfer duidelijk boven de verwachtingen. Direct daarop verloor de Amerikaanse bondmarkt een vol punt, om dezelfde dag echter toch nog met een winst van twee punten
te kunnen sluiten.
Het verschil tussen de kapitaalmarktrente in de VS en
die in Duitsland is sedert het begin van dit jaar gedaald
van circa 2,5% tot nog geen 1,25%. De afgelopen maand
is de kapitaalmarktrente in de VS met een vol procent gedaald en ligt het tarief voor de dertigjarige staatsobligaties nu rond de 8%. De gematigde economische ontwikkeling in de VS krijgt blijkbaar meer aandacht van de valutahandel. In dit verband moet ook worden gewezen op
de krachtige groei van de particuliere besparingen in het
eerste kwartaal met maar liefst 45%. Wanneer deze trend
het hele jaar zou aanhouden betekent dit dat maar liefst
$ 65 miljard meer gespaard wordt en dat zou toch moeten bijdragen aan een afname van het handelstekort. Ook
tegen de achtergrond van de moeizame verlaging van het
begrotingstekort is het herstel van de particuliere besparingen hoopvol.
Inmiddels wordt er de laatste tijd op gewezen dat de stijging van de dollar niet los gezien mag worden van de afnemende geldcreatie in de VS. Zo is de liquiditeitenvoorraad in de VS in het laatste kwartaal van vorig jaar veel trager gegroeid dan bij voorbeeld in Duitsland en Japan. Sedert het begin van dit jaar zou de geldgroei slechts 1 % hebben bedragen, veel minder dan de reele groei van de economie.
Overigens vormde de onrust in China ook een duidelijke haussefactor voor de dollar. Juist op het moment dat de
dollar weg leek te zakken leverden de aankopen vanuit het
Verre Oosten (niet in de laatste plaats Hong Kong) een
nieuwe steun voor de koers op.
OESO positief over herstel in Nederland
Ook voor Nederland is de krachtige ontwikkeling bij
onze Oosterburen van belang. De OESO heeft zich in
haar recent verschenen landenrapport over Nederland
positief uitgelaten over het economische herstel dat aan
kracht wint en lijkt uit te monden in een groei met ruim 3%
in zowel 1989 als 1990. Hierbij wordt een inflatie van respectievelijk 1,5% en 2,3% verwacht, het laagst van alle
OESO-landen. Een zwak punt blijft het nog steeds te
hoge financieringstekort van de overheid. Daarnaast
wordt een wijziging van het scholingssysteem voor vooral ouderen en een verlaging van het minimumloon aanbevolen, ten einde de nog steeds te hoge werkloosheid
aan te pakken.
14-R-1QRQ
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschot van F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
RftR
Herstel Zwitserse frank
Na de langdurige koersdruk op de Zwitserse frank is inmiddels een krachtig herstel gevolgd. Het nieuwe systeem,
waarbij het Lombardtarief dagelijks wordt aangepast aan
de ontwikkelingen op de geldmarkt, werpt succes af. Aanvankelijk had dit een belangrijke verdere stijging van de
rentetarieven tot gevolg. Eind vorig jaar lag het tarief voor
zesmaands geld onder de 5%, maar in mei kwamen de tarieven angstvallig dicht bij de 8%. Inmiddels is de stoom
weer enigszins van de ketel en beweegt de rente voor zesmaands geld zich richting 7%. Ook de kapitaalmarktrente,
die vorig jaar nog onder de 5% lag, is scherp gestegen tot
bijna 6,5%.
Getuige de ontwikkeling van de Zwitserse frank is de belangstelling voor de munt echter wel hersteld. In mei van
dit jaar zakte de Zwitserse frank tot een dieptepunt van /
1,26 na de voorgaande jaren tussen de / 1,32 en / 1,38
gefluctueerd te hebben. Thans beweegt de koers zich weer
rond de / 1,30.
Ook in Engeland is de kapitaalmarktrente verder gestegen en wel met circa 0,3% tot 9 3/4% voor de langstlopen-
de obligaties. De verhoging van het disconto met een heel
procent tot 14% eind mei is hier uiteraard niet vreemd aan.
Minister Lawson doet zijn uiterste best om de wereld duidelijk te maken dat er van een crisis ten aanzien van de valuta geen sprake is, maar desondanks reageerde het pond
op de maatregel met een verdere koersdaling. De valutawereld laat zich blijkbaar niet verleiden door de torenhoge
pondenrente en lijkt al te kijken naar het moment waarop
om binnenlandse redenen de rente weer omlaag moet.
De verhoging van het disconto in Japan met 3/4% tot
3,25% had nauwelijks effect op de markt. Het feit dat de
verhoging reeds geruime tijd tevoren was aangekondigd
was hier niet vreemd aan. In haar verwachting dat ook de
Duitse Bundesbank haar tarieven zou verhogen kwam de
markt bedrogen uit.
Kredietbeperking van kracht
Met de snel dalende rente in de VS en het uitblijven van
een discontoverhoging door de Bundesbank, kon ook de
Nederlandse obligatiemarkt een koersherstel laten zien.
De rendementen opde langstlopende staatsleningen daalde hierdoor van 7,55% tot 7,25%. Door onder andere het
relatief ruime verschil van 0,4% met de lange Duitse rente
kon de gulden zijn positie in het EMS nog versterken en ligt
de koers van de DMark met / 1,1263 onder de spilkoers.
Het verschil in de lange rente lijkt voor een deel het gevolg van de kredietrestrictie van de Nederlandsche Bank
die per 1 juli van kracht zal worden. De geldgroei die in het
eerste kwartaal van dit jaar op jaarbasis maar liefst 24%
heeft bedragen maakte het invoeren van de beperking onvermijdelijk. In de markt heeft de kredietbeperking de naam
monetaire kasreserve gekregen, niet te verwarren met de
geldmarktkasreserve. Deze laatste betreft een rentedragend deposito dat DNB de banken kan opleggen bij haar
aan te houden ten einde de geldmarkt te verkrappen. Bij
de monetaire kasreserve gaat het om een niet-rentedraValutakoersen
1989
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanseyen (10.000)
586
laagste
koers
Amerikaanse dollar
1989
hoogste
koers
2,29
3,71
112,93
133,32
165,01
1,99
3,49
112,64
125,95
153,45
Koers
per
29/5
2,27
3,56
112,71
128,92
158,79
Koers
per
9/6
2,29
3,50
112,64
129,85
153,45
gend deposito dat moet worden aangehouden naargelang
de netto geldschepping door de banken ten opzichte van
het eerste kwartaal van dit jaar meer dan 5% op jaarbasis
bedraagt. Inmiddels is echter afgesproken dat de banken
de kasreserve niet werkelijk bij DNB hoeven aan te houden, maar dat de rente als boete zal worden verrekend.
Internationale beurzen ___
__________
Vriendelijk Wall Street
De beurs van Wall Street heeft zich in de verslagperiode verder omhoog bewogen. De lagere rente in de VS, de
vaste dollar en het positieve economische nieuws vormden
een goede stimulans. De indexcijfers beginnen de hoogtepunten van augustus 1987 weer in zicht te krijgen. De breder gebaseerde indexcijfers, zoals die van de Value Line,
de Nasdaq en de AMAX index, vestigden evenals de Dow
Jones-transportindex inmiddels nieuwe records.
Zeer vast waren aandelen Time. De onderneming was
reeds geruime tijd in gesprek met Warner Communication
over een fusie, maar tegen het zeer royale bod van Paramount lijkt de liefde nauwelijks bestand. De aandelen Time
stegen in een dag met $ 40, waarmede een koers-winstverhouding van 35 is bereikt. IBM stond behoorlijk in de belangstelling, vooral nadat de maatschappij meldde de snelste 1 miljoen bit geheugenchip ter wereld te hebben ontwikkeld.
Minder gelukkig dan aandeelhouders Time waren aandeelhouders Prime, nu MAI zijn bod heeft verlaagd van $
20 naar $ 19,50. Overigens is Prime, dat zijn winstverwach-
ting enkele weken geleden met 10% verlaagde, beschermd
tegen een overval. Een zeer grote transactie betrof de verkoop van het belang van de raider Icahn in Texaco waarmee een bedrag van $ 2 miljard gemoeid was. De beurs
speculeert momenteel op eventuele nieuwe kandidaten
waar Icahn zijn oog op kan laten vallen. Zelfs Eastman Kodak steeg ten gevolge van aankopen uit hoofde van vermeende belangstelling van Icahn.
Penzoil steeg als gevolg van een grote boekwinst die
werd gerealiseerd door de verkoop van een belang bij Burlington Resources. Verder stonden de olieaandelen eerder
onder druk door het zwakke akkoord dat de OPEC heeft
gesloten en dat de olieprijs onder druk zette.
De Duitse beurs vertoont sedert medio mei een bijzonder vaste stemming. De optimistische verwachtingen ten
aanzien van de economie zijn hier niet vreemd aan. Daarnaast groeide het besef dat veel Duitse bedrijven kunnen
profiteren van de gestegen dollar.
De Zwitserse aandelenmarkt liet in de afgelopen weken
een opmerkelijk herstel zien, ondanks het daar scherp verhoogde renteniveau. De klap van novembervorig jaar, toen
Nestle besloot de beperking van buitenlands aandelenbezit tot bearer-aandelen te laten vallen, is de beurs overigens nog lang niet te boven. Daarnaast maken beleggers
zich momenteel boos over de trend bij Zwitserse maatschappijen om het toegestane aandelenbezit voor buitenlanders te beperken tot bij voorbeeld 3% van het uitstaande kapitaal. Voor waarden als Hofmann La Roche en BBC
hebben buitenlandse beleggers echter wel belangstelling.
Hong Kong fors onderuit
In het Verre Oosten hadden de perikelen in China grote
invloed. Maakten wij vorige keer reeds melding van de reactie in Hong Kong op de gebeurtenissen in China, na een
tijdelijk herstel heeft deze markt een forse stap terug moeten doen, nu de ontwikkelingen in China een dramatische
wending hebben genomen. Het perspectief voor het tijdperk na 1997 laat zich in dit licht somber aanzien. 5 Juni
was dan ook een treurige dag voor de aandelenmarkt. De
Beursindices
Koers
per
koers
Koers
per
26/5
2518
2145
2494
2513
2205
1439
1783
1272
2140
1376
2142
1437
Nederland(CBS-koersindex)
193
34.267
Tokio (Nikkei)
Australia (All Ord)
1583
167
190
193
30.184
34.192
33.640
1413
1531
1544
1989
1989
hoogste
koers
laagste
VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)
Duitsland (Dax)
12/6
Hang Seng-index, die in april juist een nieuwe stijging leek
te hebben ingezet en half mei rond 3300 lag, daalde die
dag met 22% en ligt nu rond de 2000.
Ook de beurs van Taiwan, die aanvankelijk de opmars
ongestoord voortzette, kon zich uiteindelijk niet aan de ontwikkelingen in het grote buurland onttrekken. Zelfs in Japan moest de index tijdelijk terug.
De Amsterdamse beurs______________
Vriendelijke beurs
Voor de beursintroductie van DAF bestond een overweldigende belangstelling. Het beschikbare aantal aandelen
werd maar liefst 22 maal overtekend en de meeste beleggers waren teleurgesteld over het beperkte aantal aandelen dat kon worden toegewezen. Niet verwonderlijk wanneer het om stukken gaat die / 47 kosten en nog voor de
stortingsdatum per stuk met circa / 10 winst kunnen worden verkocht.
Opmerkelijk weinig aandacht was er voor de stap van
KLM om zich bij de Cecchi-groep te voegen in een poging
om de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij NWA over te
nemen. Wanneer het bod zou slagen, zou KLM een belang
van 25% verkrijgen in de op drie na grootste luchtvaartmaatschappij in de VS. Hiermede gaat KLM duidelijk een
stap verder dan andere Europese luchtvaartmaatschappijen die nun heil hebben gezocht in samenwerkingsverbanden. Het slagen van het bod zal belangrijke financiele consequenties hebben. NWA is aanmerkelijk groter dan KLM,
terwijl het bod neerkomt op een koers-winstverhouding van
19. In eerste instantie zou de winst per aandeel KLM dus
onder druk kunnen komen te staan van een eventuele deelneming. De Cecchi-groep, waar KLM deel van uitmaaktten
behoeve van het bod, is overigens niet de enige die belangstelling heeft voor NWA. Naast Pan-Am, dat reeds $ 3
miljard heeft geboden, heeft ook de miljardair Martin Davis, die rijk werd in de olie en het onroerend goed, het oog
laten vallen op NWA. Beiden zijn echter afgewezen door
het bestuur van NWA.
Fokker stond in het nieuws vanwege de uitgifte van een
obligatielening en de aanvraag van beursnotering in Frank-
furt. Het bod op de verlieslatende lerse vliegtuigfabrikant
Shorts is niet gehonoreerd. De Canadese Bombardier gaat
met de eer strijken. Maar zolang geen rechtstreekse concurrent deze toeleverancier van vleugels in handen krijgt
heeft Fokker daar geen enkel probleem mee.
De koers van Nedlloyd klom naar nieuwe hoogtepunten.
Op de aandeelhoudersvergadering kon worden meegedeeld dat de LNG-tanker Gastor, die in de jaren zeventig
voor honderden miljoenen guldens werd gebouwd en daarna 13 jaar was opgelegd, mogelijk nog iets zal gaan opbrengen. Exclusief bijzondere baten/lasten verwacht
Nedlloyd dit jaar een hogere winst dan de ruim / 44 per
aandeel die in 1988 werd verdiend.
1 A C 1 QQQ
De financiele waarden toonden tijdens de verslagperiode een vriendelijk beeld. De lagere rente zal hier niet
vreemd aan zijn, nadat vooral de banken het bij de hogere rente relatief zwak hadden gedaan. Bij de verzekeraars
kwam Nationale Nederlanden met een 36% hogere winst
over het eerste kwartaal. Getuige de directe beursreactie
was de koers hier al op vooruitgelopen, maar na een korte stagnatie bewoog de koers zich weer voorzichtig omhoog.
Al met al toonde de bears een vriendelijke tendens die,
zander verstorende invloed van het rentefront, nog even
lijkt aan te houden.
Europa 1992
De Europese verkiezingen zijn net achter de rug en weer
is gebleken dat de Europese integrate de kiezer niet echt
aanspreekt. Toch lijkt de Europese samenwerking, vandaag de dag vooral tot uiting komend in de voorbereiding
op 1992, voor de belegger zeer aantrekkelijk te worden.
Het Cecchini-rapport
Om duidelijkheid te verkrijgen over de voordelen van
de Gemeenschappelijke markt heeft een commissie onder voorzitterschap van de Italiaan Paolo Cecchini een
onderzoek verricht dat geresulteerd heeft in een meer
dan 6000 bladzijden tellend rapport. De resultaten zijn
indrukwekkend. Zo berekent de commissie dat het wegnemen van de belemmeringen aan de grenzen een besparing van 10 miljard ecu oplevert. Het afschaffen van
de vele handelsbelerrimerende voorschriften voor goederen en diensten levert een besparing van 80 tot 100
miljard ecu. Veel belangrijker is dat het wegnemen van
de handelsbelemmeringen zal leiden tot een nieuw concurrentieklimaat met een betere benutting van schaalvoordelen en een verhoogde efficiency in de ondernemingen. Dit brengt een extra voordeel van 90 tot 150 miljard ecu met zich mee. De totale besparing komt daarmee op ruim 200 miljard ecu, hetgeen overeenkomt met
een welvaartstoename van ongeveer 5%. Voorts leidt de
uitvoering van de door de Europese commissie voorgestelde maatregelen tot een 6% lager prijsniveau, terwijl
het effect op de werkgelegenheid en de saldi op de overheidsbegroting en de lopende rekening eveneens positief is. Hierdoor wordt de ruimte gecreeerd om de voitooiing van de interne markt te ondersteunen met een economisch beleid, waardoor de resultaten nog indrukwekkender zijn.
Met een ondersteunend economisch beleid wordt niet
een extra economische groei (gecumuleerd na 5 a 6 jaar)
van 4,5% maar van 7% bereikt. De neerwaartse druk op
de prijzen is iets minder, maar er worden maar liefst 5 miljoen arbeidsplaatsen geschapen.
Kanttekeningen van het Centraal Planbureau
Op verzoek van de Nederlandse regering heeft ook het
Centraal Planbureau een onderzoek verricht naar de economische gevolgen van de voorstellen van de Commissie
in het Witboek. Daarbij heeft het CPB naast de effecten
voor de hele EG ook die voor de Nederlandse economie
bekeken.
De resultaten van het CPB wijken af van die in het Cecchini-rapport en zijn van een veel beperkter omvang. Dit is
onder meer een gevolg van het verschillende doel van de
studies. Voor de Europese Commissie ging het erom de
potentiele effecten van de volledige uitvoering van de
maatregelen uit het Witboek aan te geven. Het CPB stelde zich echter als doel om de te verwachten effecten zo
realistisch mogelijk te becijferen.
fifi?
Het CPB berekent als macro-economisch effect van de
voorgestelde maatregelen een stijging van de produktie en
de bestedingen van circa 2% en een voordelig prijseffect
van eveneens circa 2%. Voor de werkgelegenheid zijn de
effecten nagenoeg neutraal.
Effecten voor Nederland
In het EG-onderzoek is geen studie verricht naar de gevolgen voor de afzonderlijke landen. Door de te verwachten herstructurering van bedrijfstakken zal echter wel degelijk een herverdeling van de bedrijvigheid over de lidstaten tot stand komen, waarbij factoren als locatie, arbeidskosten en belastingklimaat een rol spelen. In grotere mate
worden de gevolgen voor Nederland echter bepaald door
het open karakter van de economie. Van de toename van
de wereldhandel wordt relatief sterk geprofiteerd. Daarnaast bieden de kostenverlagingen in de handel meer voordelen aan een land dat veel importeert. Ten slotte is Nederland altijd vrij open geweest voor concurrence vanuit het
buitenland, zodat ons land van een verdere openstelling
meer te winnen dan te verliezen heeft. Per saldo berekent
het CPB voor Nederland als gevolg van een voltooiing van
de interne markt op een extra economische groei van 31/4
%, dus een procent hoger dan het berekende effect voor
deEG.
De Nederlandse Industrie
Zoals een verdere Europese integratie niet voor alle lidstaten dezelfde effecten met zich mee brengt, verschillen
ook de gevolgen voor de verschillende bedrijfstakken in
Nederland. Om hier meer inzicht in te krijgen heeft het CPB
de structuur van de Nederlandse industrie vergeleken met
die van de vier grote lidstaten van de EG. Daarbij is gekeken naar de mate waarin een land in een sector gespecialiseerd is en meer produceert dan wordt geconsumeerd,
alsmede naar de bedrijfsomvang.
Uit onderstaande tabel blijkt dat Nederland sterk vertegenwoordigd is in de voedingsmiddelensector. Hoewel het
effect van de integratie niet zo groot is, zullen met name de
producenten van sterke merkartikelen hiervan kunnen profiteren. In de textiel en kledingsector is de positie relatief
zwak. In de papierindustrie, waar in Nederland de herstructurering en het concentratieproces zich voor een belangrijk
deel reeds heeft voltrokken, is de uitgangspositie gunstig.
In de chemiesector, waar de voordelen van het harmoniseren van de vele technische voorschriften groot zijn, zijn
we als land gespecialiseerd maar ligtde bedrijfsomvang op
het gemiddelde. De geringe specialisatie in de metaal is
voor een belangrijk deel een gevolg van onze relatief kleine auto-industrie. De basismetaalindustrie en de elektrotechnische industrie springt er echter relatief goed uit.
Wat de totale industrie betreft is de Nederlandse positie
niet slecht. Toch is er een achteruitgang te verwachten ten
opzichte van West-Duitsland waar de bedrijfsomvang van
de industrie over vrijwel de gehele linie groter is dan die
van de andere grote lidstaten.
Tabel. Vergelijking van de industrie in Nederland met die
in 4 grote EG-lidstaten
Specialisatie
Voeding
Textiel,kleding
Papier,hout,steen
Chemie
Metaal
Totaal
588
bedrijfsomvang
De bouwnijverheid
Voorde bouwnijverheid is in de eerste plaats van belang
de verwachte prijsdaling voor de bouwmaterialen, als gevolg van de harmonisatie van de technische voorschriften.
Daarnaast is voor deze sector de open aanbesteding van
overheidsopdrachten van groot belang. Hoewel de effecten hiervan niet overschat mogen worden is wel de verwachting dat de Nederlandse bouw hiervan zal profiteren.
De export van de Nederlandse bouwbedrijven is relatief
hoog en berust op de know how in onder andere de droge
waterbouw. Gezien het reeds grote aantal open aanbestedingen van de Nederlandse overheid lijktdaarbij het potentiele verlies op de eigen markt beperkt. Ten slotte zal de
Europese integratie extra investeringen in infrastructuuren
gebouwen met zich mee brengen.
Het vervoer
Voor het Internationale wegvervoer is het wegnemen
van de grensbarrieres van groot belang. Minstens even belangrijk is de openstelling van de tot op heden zeer beschermde markten en de afschaffing van de contingenten.
De concurrentiepositie van Nederland is gebaseerd op efficiency en betrouwbaarheid en is zeer sterk getuige het
marktaandeel in het internationale wegvervoer van 20%.
Wat de luchtvaart betreft zal de liberalisatie voorlopig
zeer beperkt zijn. De positie van onze luchtvaart binnen
een verdergaande integratie hangt af van de ontwikkeling
van Schiphol, waar grote investeringen op stapel staan, en
van de onderhandelingen over landingsrechten, waarvan
nog niet duidelijk is of die misschien op EG-niveau gevoerd
gaan worden.
Binnen de financiele dienstverlening kunnen met name
de verzekeringsmaatschappijen profiteren. De Nederlandse verzekeringsmarkt is zeer open, waardoor de verzekeringsmaatschappijen concurrerend werken. Behalve het VK zijn de andere EG-landen nog erg gesloten.
Echter, de grote verschillen in fiscaal en burgelijk recht
alsmede de actuariele berekeningsmethoden belemmeren de liberalisatie in de levensverzekeringen voorlopig
nog.
Effecten voor de belegger
Hoewel gediscussieerd kan worden over de omvang is
duidelijk dat de voltooiing van de interne markt een positief
effect heeft op de economische groei in Europa en een
neerwaartse druk op de prijzen. Voor de aandelenbeurzen
is dit een positief gegeven. De komende jaren zullen de
aandelenbeurzen daarbij nog in het teken staan van een
voortgaande tendens tot concentratie.
Wat de winstontwikkeling betreft zal het Europese bedrijfsleven in eerste instantie te maken hebben met een
sterk toenemende concurrentie. Dit zal leiden tot dalende
prijzen en een druk op de marges. Op langere termijn zal
de aanvankelijke druk op de marges worden gecompenseerd door een toenemende benutting van schaalvoordelen, waardoor tevens de concurrentiepositie ten opzichte
van derde landen versterkt wordt.
Voor de Nederlandse beurs is van belang dat de Nederlandse economie relatief sterk van de Europese integratie
profiteer!. Daarbij zal de toenemende concurrentiedruk
voor het Nederlandse bedrijfsleven beperkt zijn. De concentratietendens zal in Amsterdam niet door de beschermingsconstructies voorkomen kunnen worden. Voor zover
de beurs om deze reden nog relatief laag gewaardeerd is,
zal dit argument naar de achtergrond verdwijnen. Eerder
zullen (op termijn) de aandelenmarkten toegroeien naar
een gei’ntegreerde Europese markt (niet noodzakelijk ook
fysiek een markt), waarbij het prijsniveau van de Nederlandse beurs geleidelijk zal toegroeien naar het Europees
gemiddelde. Voor de belegger zijn dat positieve vooruitzichten.