Amerikaanse huishoudens bouwden tijdens de pandemie een verbazingwekkend extra vermogen van 37 biljoen dollar op, wat zou moeten bijdragen aan een grotere veerkracht van de Amerikaanse consument. De coronabesparingen kwamen echter vooral terecht bij de rijkste bevolkingsgroep. Aangezien deze groep ook vóór corona al genoeg geld had, vertaalt de vermogensopbouw zich niet in zo veel consumentenbestedingen als anders het geval was geweest. Tegen een mogelijk naderende recessie biedt het extra spaartegoed dus weinig bescherming.
De figuur laat zien dat de ongelijkheid in nettovermogen erg hoog is in de VS, maar ook dat de extra coronabesparingen de ongelijkheid erger hebben gemaakt. Vanaf het eerste kwartaal van 2022 bezat het hoogste inkomenskwintiel ongeveer twee derde van het vermogen, waarbij de hoogste één procent alleen al veertig procent in handen had. Ondertussen heeft het laagste kwintiel van de huishoudens slechts drie procent van het vermogen, terwijl ze tijdens de pandemie nauwelijks extra vermogen hebben opgebouwd.
Dat geconcentreerde vermogen belooft weinig goeds voor het geld dat er in de economie circuleert. Hogere inkomens hebben genoeg inkomsten om in hun behoeften te voorzien, ongeacht de economische ontwikkelingen. Daarom slaan ze hun vermogen over het algemeen op in minder liquide activa, zoals vastgoed en aandelen. Deze activa zijn verantwoordelijk voor zeventig procent van de totale groei van het nettovermogen tijdens de pandemie. Omdat bijna driekwart van deze activa in de handen is van het hoogste inkomenskwintiel, blijft het grootste deel van de extra vermogensopbouw opgeslagen in deze minder liquide activa.
Het beperkte vermogen van een doorsnee huishouden gaat nu knellen. Huishoudens met een lager en middeninkomen gebruiken steeds meer van hun inkomen om aan de gestegen kosten van levensonderhoud, vooral voedsel en benzine, het hoofd te bieden. De spaarquote van huishoudens daalde in juni tot 5,1 procent, het laagste niveau sinds de zomer van 2009. Dat geeft aan dat doorsnee Amerikaanse huishoudens steeds minder middelen hebben om de hoge inflatie het hoofd te bieden, waardoor ze zich genoodzaakt voelen om hun consumptie te verlagen. Hiermee valt deze voor de economische groei belangrijke pijler deels weg, en dat bemoeilijkt een zachte landing van de economie.
Auteur
Categorieën