Ga direct naar de content

Weerbaar tegen handelsschokken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 18 2022

Dit jaar kreeg de internationale handel een aantal flinke klappen. Poetin viel Oekraïne binnen, gevolgd door een escalatie van sancties en torenhoge voedsel- en energieprijzen. De Verenigde Staten besloten de Chinese chipindustrie een kopje kleiner te maken met stevige sancties en de Europese industrie de pas af te snijden met een subsidiepakket voor de eigen industrie.

Die klappen kwamen bovenop een al niet zo gunstige uitgangssituatie. De wereldhandel is namelijk nog maar nauwelijks bekomen van de coronaschok, bedrijven kijken vanwege de milieuaspecten, regulering en leveringszekerheid steeds nadrukkelijker naar ‘onshoring’, en sowieso blijft de consumptie naar relatief lokaal geproduceerde diensten verschuiven ­(Timmer et al., 2017).

Toch blijkt telkens weer dat de wereldhandel het ondanks alle negatieve schokken relatief goed doet (+5,6 procent in het afgelopen jaar), en dat de Nederlandse economie daarvan profiteert. Peter van Bergeijk maakt in deze ESB aannemelijk dat de afgelopen twee crises – de financiële en corona – inderdaad flinke invloed gehad hebben op de wereldhandel. Én dat de Nederlandse economie daar bovenmatig mee verbonden is, maar ook dat de impact in Nederland juist door die excessieve verbondenheid kleiner is dan dat je op grond van de schok en de verbondenheid zou verwachten.

Een drietal bijdragen in dit themanummer analyseren de effecten van recente schokken, en laten zien dat deze behoorlijk beperkt zijn vanwege de diversificatiemogelijkheden die handelsbetrekkingen bieden. Jonas Böschemeier en Karsten Mau rekenen voor dat zonder uitwijkmogelijkheden het effect van de handelsverstoringen door de coronacrisis een derde groter zou zijn geweest. Robbert Rademakers en Nienke Oomes analyseren de effecten van de sancties tegen Rusland op de Nederlandse economie, en vinden dat – op de energie na – de directe effecten wel meevallen (de indirecte zijn mogelijk groter). En het artikel van Sarah Creemers, Marjolijn Jaarsma en Janneke Rooyakkers laat weliswaar zien dat de handel met het VK sinds de Brexit minder sterk gegroeid is dan die met andere landen, maar dat deze ook twee lichtpuntjes biedt: ten eerste is de wegvallende handel veelal laagwaardig (doorvoer en wederexport), en ten tweede is het VK weliswaar een belangrijke economie voor Nederland, maar zijn de alternatieven hiervoor veelal ook zo gevonden.

Verstandig handelsbeleid maakt daarom meer diversificatie mogelijk, aldus Böschemeier en Mau; en biedt, volgens Rademakers en Oomes, vooral op de lange termijn voldoende bestendigheid en zekerheid voor handelspartners. Tot slot is het van belang om in samenhang naar het hele internationale beleid te kijken, en dat wordt weer door drie andere artikelen in deze ESB uitgelicht. Ten eerste laat Nico van der Windt zien dat gerichte ontwikkelingshulp de handel met Nederland kan bevorderen als die de private sector in opkomende economieën helpt ontwikkelen. Ten tweede maken Timon Bohn, Marjolijn Jaarsma en Tom Notten het aannemelijk dat een – vanuit klimaatbeleid bezien verstandige – CO₂-grensheffing aanzienlijke kosten kan veroorzaken voor de industrie.

En ten derde blijft het verstandig om multilaterale instituties, zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, voortdurend te versterken. Paul Hilbers stelt in zijn column dat deze in een fragmenterende wereld een belangrijkere rol zullen gaan innemen. Ik zou daaraan willen toevoegen dat ze niet alleen kunnen helpen bij het oplappen van landen met problemen, maar zelfs handelsschokken, waar dit themanummer om begonnen is, kunnen voor­komen.

Literatuur

Timmer, M., B. Los, R. Stehrer en G. de Vries (2016) An anatomy of the global trade slowdown based on the WIOD 2016 Release. GGDC research memorandum, 162. Rijksuniversiteit Groningen.

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie