Ga direct naar de content

Social profit canvas toont de sociale winst van de dorpsondersteuner

Gepubliceerd om: november 27 2022

Als alternatief voor de maatschappelijke kosten-en-batenanalyse presenteerden Vermeulen en Vroomen vorig jaar in ESB het Social Profit Canvas. Dit canvas neemt de publieke waarde van interventies beter mee, stelden zij. Een toepassing op de dorpsondersteuner – een Gronings burgerinitiatief – illustreert de meerwaarde van het canvas.

In het kort

Met medewerking van: Margo Agricola, Ellen Bontekoe, Peter Gödde, Ankje de Jong, Eline Koopman, Tim de Leeuw, en Marie Wessling.

In het kort

Deze blog is het resultaat van een Learning Community georganiseerd door Jong-A-Pin en De Wit en gefinancierd met een subsidie van de Gratama Stichting
.

Om te beoordelen of burgerinitiatieven rendabel of subsidiabel zijn, is er een stijgende behoefte om publieke waarde vast te stellen. Vooral het gebruik van de zogeheten maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is hiervoor populair (Bos et al., 2022).

Echter, Vermeulen en Vroomen (2021) betogen dat publieke waarde niet of nauwelijks beprijsd kan worden, omdat de waardecreatie complex en diffuus is. Dit heeft als gevolg dat beleidsvorming gebaseerd op een MKBA vaker gericht is op kostenbeheersing dan waardecreatie. Vermeulen en Vroomen stellen het Social Profit Canvas (SPC) voor als alternatief.

In deze blog gebruiken wij het SPC om de publieke waarde in kaart te brengen van een burgerinitiatief in de provincie Groningen dat, als reactie op hevige krimp en vergrijzing, in 2015 is ontstaan: de dorpsondersteuner.

De dorpsondersteuner organiseert, soms betaald maar vaak vrijwillig, informele zorg in het dorp door hulpbehoevende dorpsbewoners te koppelen aan vrijwilligers die informele zorg aanbieden. Daarnaast ondersteunen dorpsondersteuners dorpsbewoners bij het contact met zorgorganisaties en overheid. Ook kunnen zij zich inzetten voor het verenigingsleven en de organisatie van sociale activiteiten.

Social Profit Canvas

Om de publieke waarde van de dorpsondersteuner in kaart te brengen, hebben we middels het SPC (Vermeulen en Vroomen, 2019, 2021) onderzoek gedaan in Middelstum, Ulrum, Wagenborgen en Wedde. Het canvas bestaat uit elf vragen waarbij de interventie (hier: de dorpsondersteuner) vanuit diverse invalshoeken wordt geanalyseerd. Als het gaat om waardecreatie onderscheidt het SPC resultaten, uitkomsten en impact (figuur 1). Onze analyse is gebaseerd op 21 semigestructureerde interviews met o.a. dorpsondersteuners, bestuurders, vrijwilligers en hulpvragers, afgenomen in de periode maart tot en met mei 2022.

De interventie

In economische zin organiseert de dorpsondersteuner een sharing economy, waarin vrijwilligers hun vrije tijd aanbieden aan hulpvragers en daarmee informele zorg produceren. Door een zorgvuldige matching lost de dorpsondersteuner frictie-problemen op, waardoor de juiste zorg op de juiste plek terechtkomt: de dorpsondersteuner zorgt voor informele zorg waar het kan en initieert formele zorg waar het moet.

De kosten van de dorpsondersteuner zijn beperkt. In de meeste gevallen zijn het de economische kosten (opofferingskosten) van de dorpsondersteuner en vrijwilligers. Daar komt in sommige gevallen het salaris van de dorpsondersteuner bovenop. Ook zijn er kosten zoals een ingericht kantoor vanuit waar de dorpsondersteuner diens werk kan doen.

De begunstigden

De eerste groep begunstigden zijn de hulpvragers. Zij worden geholpen bij informele zorgvragen van allerlei aard zoals bijvoorbeeld het vervangen van een defecte lamp of het vervoer naar een dokter of ziekenhuis. Ook vermindert de dorpsondersteuner de asymmetrische informatie aan de kant van de hulpvragers door hen bij te staan in hun relatie met (formele) zorgaanbieders en/of overheid.

Een tweede, misschien aanvankelijk minder voor de hand liggende, groep begunstigden zijn de vrijwilligers. Zij hebben veelvuldig aangegeven zingeving te vinden in het helpen van mede-dorpelingen. Voor hen biedt de interventie een kans om actief te participeren in de lokale samenleving.

Naast deze directe resultaten, is een belangrijke uitkomst dat sociaal isolement voor zowel hulpvrager als vrijwilliger wordt voorkomen op de langere termijn.

De belanghebbenden

Naast begunstigden zijn er ook belanghebbenden die baat hebben bij de interventie. Zo blijkt dat de familie van de hulpvrager (die vaak op afstand woont) ontlast wordt, omdat een vrijwilliger een handje toesteekt. Tijdens familiebezoeken blijft hierdoor meer tijd over voor andere dingen dan de zorg, hetgeen het sociale contact tussen, en welzijn van, beide partijen positief beïnvloedt.

Ook is de interventie voordelig voor formele zorginstanties, zoals de thuiszorg, die zich nu beter kunnen concentreren op complexere zorgtaken. Andersom kan de dorpsondersteuner problemen vroegtijdig signaleren vanwege diens intensieve contacten binnen het dorp, en hulpvragers waar nodig doorverwijzen naar formele zorgaanbieders. Uit de interviews blijkt bijvoorbeeld dat de dorpsondersteuner de drempel om hulp te vragen verlaagt. Zo leidt de interventie tot een efficiëntere inzet van schaarse bronnen. Dit sluit aan bij bevindingen van eerder onderzoek van de Aletta Jacobs School of Public Health (2020), dat liet zien dat, naast zorginstanties, ook de gemeente (bijvoorbeeld WMO-middelen) en de huisarts in economische zin profiteren van de inzet van de dorpsondersteuner.

De samenleving

De interventie heeft ook een bredere impact op de samenleving. Er is sprake van een betere wisselwerking tussen hulpvraag en hulpaanbod die ten goede komt aan de sociale structuren in het dorp. Dit gebeurt in het bijzonder wanneer de dorpsondersteuner de matching goed faciliteert en monitort. Uit de analyse blijkt dat de dorpsondersteuner saamhorigheid onder dorpsbewoners stimuleert, en zelfredzaamheid en de leefbaarheid in het dorp bevordert, waardoor ouderen langer thuis kunnen wonen.

De positionering

Het SPC besteedt ook aandacht aan de bredere (politiek-maatschappelijke) context van de interventie. De dorpsondersteuner beweegt zich in een speelveld waarin verschillende andere partijen actief zijn, zoals de huisarts, thuiszorg, gemeente, en diverse andere welzijnsorganisaties. Ons onderzoek laat zien dat er veel mogelijkheden tot samenwerking zijn, maar dat goede communicatie tussen de partijen essentieel is. Als dat niet het geval is, dreigt er een overlap van zorgtaken, waardoor fricties kunnen ontstaan.

Het succes van de dorpsondersteuner hangt ook af van de bestaande cultuur in het dorp. Een voorbeeld hiervan is het zogeheten noaberschap (nabuurschap) in Wedde, waardoor het dorpsondersteunings-initiatief op vruchtbare bodem plaatsvindt. Ook hebben de succesvolle dorpsondersteuners gemeen dat zij allen actief een netwerk hebben opgebouwd van stakeholders en dit netwerk intensief onderhouden. Onderling vertrouwen lijkt een noodzakelijke voorwaarde voor succes, en verleent tevens legitimiteit aan de interventie.

Conclusie

Het Social Profit Canvas heeft ons in staat gesteld om op systematische wijze de publieke waarde van de dorpsondersteuner te evalueren. Een toename in zelfredzaamheid en welzijn van hulpvragers en vrijwilligers, een versterking van de saamhorigheid en sociale structuren, en bovenal een verbetering van de leefbaarheid in het dorp zijn onderdeel van de publieke waarde die geproduceerd wordt. Deze waarde heeft een belangrijke collectieve component, hetgeen (deels) verklaart waarom publieke financiering van een dergelijk project aan te raden valt.

Het is lastig om de publieke waarde van de dorpsondersteuner te kwantificeren. In een MKBA zouden dergelijke baten dan ook niet goed naar voren komen, met als gevolg een focus op de effecten die gemakkelijk(er) kwantificeerbaar zijn. Het SPC maakt daarnaast beter inzichtelijk hoe de effecten zijn verdeeld door onderscheid te maken tussen de begunstigden, belanghebbenden en de samenleving. Het laat tevens zien hoe effecten op de lange termijn van belang kunnen zijn door aandacht te hebben voor resultaten, uitkomsten én impact.

Gezien de geringe kosten van de dorpsondersteuner en diverse positieve resultaten, uitkomsten, en maatschappelijke impact, is het aannemelijk om te concluderen dat de baten (i.e., publieke waarde) groter zijn dan de kosten. Met andere woorden: de dorpsondersteuner leidt tot sociale winst.

Literatuur

Bos, F., Hof, B., & Tijm, J. (2022). Maatschappelijke kosten-batenanalyse en brede welvaart; een aanvulling op de Algemene MKBA-Leidraad. CPB/PBL Notitie, juni.

Vermeulen, M., & Vroomen, A. (2021). Nieuwe aanpak maakt sociale winst en waarde zichtbaar. ESB, 106, 202–205.

Vermeulen, M., Vroomen, A., Wolbert, M., & Hoenderdos, J. (2019). Social Profit Canvas, vertrekpunt voor sociale winst en waarde (1e ed.). WHISE.

Rijksuniversiteit Groningen. (2020). Evaluatie van de dorpsondersteuner. Aletta Jacobs School of Public Health.

Auteurs

Categorieën