Ga direct naar de content

De toename van zzp’ers in Europees perspectief

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 17 2014

Nederland behoort tot de landen met de grootste groei van zzp’ers binnen de EU. Dit vraagt mogelijk om meer aanpassingen in ons stelsel van arbeidsverhoudingen, fiscaliteit en sociale zekerheid dan andere EU landen.

ESB Arbeidsmarkt

arbeidsmarkt

De toename van
zzp’ers in Europees
perspectief
In ongeveer de helft van de huidige EU-lidstaten is de afgelopen tien
jaar het aandeel zzp’ers van de werkzame beroepsbevolking toegenomen. Nederland behoort hierbij tot de grootste groeiers binnen Europa, met een groei twee keer zo groot als bijvoorbeeld in Duitsland
dat dicht bij het EU-gemiddelde zit. De groei is voornamelijk waarneembaar bij vakspecialisten, ambachtslieden en veertigplussers.

aandacht voor dit thema, omdat nog onvoldoende duidelijk
is wat dit betekent voor het huidige stelsel van arbeidsverhoudingen, fiscaliteit en sociale zekerheid, dat sterk gestoeld is op
deze traditionele tweedeling (SER, 2010). Ook op Europees
niveau is er aandacht voor bijvoorbeeld de rol van zelfstandigen in de arbeidsmarkt en voor arbeidsmarktbeleid gericht
op een zelfstandig ondernemerschap (Europese Commissie,
2010). In welke mate zijn er nu parallellen te trekken tussen
de Nederlandse situatie en andere Europese landen gezien
deze ontwikkelingen?
Ontwikkelingen in Europa

Lian
Kösters
Statistisch onderzoeker bij het Centraal
Bureau voor de
Statistiek
Martijn
Souren
Statistisch onderzoeker bij het Centraal
Bureau voor de
Statistiek

D

e werkzame beroepsbevolking in Nederland is sinds 2002 behoorlijk van samenstelling veranderd. Er is sprake van een
voortschrijdende flexibilisering van de
arbeidsmarkt. Dit komt niet alleen naar
voren in een groter aandeel werknemers met een flexibele
arbeidsrelatie, maar ook in een groter aandeel zelfstandigen
– mét en zonder personeel. In de werkzame beroepsbevolking
(volgens de ILO-definitie) is dit aandeel zelfstandigen in tien
jaar tijd toegenomen van 10,6 procent in 2002 tot 14,5 procent in 2012. In deze periode nam vooral het aandeel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) toe. In 2002 hadden twee op
de drie zelfstandigen geen personeel in dienst. In 2012 blijken
dat er drie op de vier te zijn. Het CPB geeft aan dat een verdere groei van het aandeel zzp’ers in de beroepsbevolking waarschijnlijk is (Bosch et al., 2012). De grootste groep zzp’ers
betreft zelfstandigen die vooral hun eigen arbeid als dienst
aanbieden in plaats van producten (CBS, 2012). Voornamelijk bij beroepen in de bouw, maar ook bij dienstverlenende
beroepen ontstond er de mogelijkheid om als zelfstandige ingehuurd te worden voor werkzaamheden die men eerder als
werknemer uitvoerde. Het onderscheid tussen werknemers
en zelfstandigen vervaagt hiermee. In Nederland is er veel

Jaargang 99 (4683) 18 april 2014

Nederland behoort wat betreft het aandeel zelfstandigen tot
de middenmoot van Europa. In 2012 was veertien procent
van de werkzame beroepsbevolking in de EU zelfstandig, en
ruim zeven op de tien zelfstandigen hadden geen personeel in
dienst. Nederland wijkt hier beperkt van af met een aandeel
zelfstandigen van 14,5 procent, waarvan 3 op de 4 zzp’er is.
In Duitsland en Frankrijk ligt, met respectievelijk tien en elf
procent, het aandeel zelfstandigen nog steeds een stuk lager.
Landen in het oosten en zuiden van Europa hebben over het
algemeen een relatief groot aandeel zelfstandigen (circa twintig tot dertig procent).
Zo’n tien jaar geleden was er in Europa sprake van ongeveer eenzelfde aandeel zelfstandigen van de werkzame
beroepsbevolking. Wel waren er toen minder zzp’ers en
meer zelfstandigen mét personeel. Ongeveer de helft van de
EU-landen heeft een daling van de groep zelfstandigen mét
personeel meegemaakt. De sterkste dalingen golden voor
landen met een relatief groot aandeel zelfstandigen, vooral
in het oosten van Europa, met Litouwen als uitschieter. Dit
land kent uiteraard andere sociaaleconomische omstandigheden dan bijvoorbeeld Nederland. Zo zijn de condities aldaar
voor werknemers sterk verbeterd, aanvankelijk door de toenemende vraag naar arbeid en later door wijzigingen in het
fiscale beleid. Dit ging ten koste van de groei in het zelfstandig ondernemerschap (Europese Commissie, 2010). Ook is

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

247

ESB Arbeidsmarkt

in Litouwen – net als bij vele andere landen in het oosten en
zuiden van Europa – de agrarische sector, die traditioneel veel
zelfstandigen kent, gekrompen.
Het aandeel zzp’ers in Nederland van de werkzame bevolking was zo’n tien jaar geleden met zeven procent nog
vergelijkbaar met bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk. De groei van zzp’ers die deze drie landen de afgelopen
tien jaar hebben doorgemaakt, is conform geweest aan de gemiddelde groei van zzp’ers in de EU (circa één procent), maar
deze drie landen hadden desalniettemin – ook in 2012 – toch
nog steeds een relatief laag aandeel zelfstandigen. Nederland
daarentegen behoorde met een groei van drie procentpunten
zzp’ers tot de grootste stijgers binnen de EU. Vooral de veranderingen in het beleid, waarbij de overheid het zelfstandig
ondernemerschap onder andere middels fiscale voordelen is

Verdeling zzp’er groei naar geslacht en leeftijd,
2002–2012
8

figuur 1

In procentpunt

6
4
2
0
-2
-4
-6
-8

Lit

Pol

Por

Vrouwen 40-65 jaar

Bul

EU (27)

Vrouwen 15-40 jaar

Dui

VK

Tsj

Mannen 40-65 jaar

Ned

Slo

Mannen 15-40 jaar

Bron: European Labour Force Survey, Eurostat database

Verdeling zzp’er groei naar beroepsgroep,
2000–2010
8

figuur 2

In procentpunt

6

gaan stimuleren, worden als reden voor deze groei aangedragen. Ook de verouderende beroepsbevolking speelt een rol,
aangezien ouderen relatief vaak zelfstandig zijn (tabel 1) (Van
Es en Van Vuuren, 2010).
Daarmee past Nederland in een lijstje met landen die in 2002
nog in een andere uitgangspositie verkeerden wat betreft het
aandeel zzp’ers.
De grootste groei heeft plaatsgevonden in Slowakije, met
ruim zeven procentpunten in tien jaar tijd. In Slowakije hebben beleidshervormingen bijgedragen aan een verbeterd ondernemersklimaat (Europese commissie, 2010). Het was ook
in het voormalige Tsjecho-Slowakije dat de schijnzelfstandige
begin jaren negentig voor het eerst zijn intrede deed middels
een constructie die later bekend werd als het Å varc-systeem.
Deze constructie is vernoemd naar een zakenman in de bouw,
Miroslav Å varc. Hoewel er eigenlijk sprake was van een afhankelijke werkgever-werknemerrelatie liet hij personen werk
uitvoeren als zelfstandigen, dus als zzp’ers, om zo minder belasting te hoeven betalen. Na de bouwsector werd het Švarcsysteem in steeds meer sectoren toegepast, ook toen in 1993
Tsjecho-Slowakije in twee landen werd gesplitst. En nu, ruim
twintig jaar na dato, probeert men nog steeds om dit systeem
zo veel mogelijk in te perken (Chudíková, 2012).
Ook in het Verenigd Koninkrijk is de toename van het
aandeel zelfstandigen met ruim twee procentpunten relatief
groot geweest. Aldaar is het zelfstandig ondernemerschap het
afgelopen decennium gepromoot, onder andere via beleid
(Europese Commissie, 2010). Toch wordt de toename van
zzp’ers in het begin van dit decennium niet toegeschreven aan
veranderingen in fiscaal beleid, maar vooral door de overgang
van werknemers naar zzp’ers als gevolg van bijvoorbeeld boventalligheid bij de werkgever. Met name in de banken- en
verzekeringssector lijkt dat het geval te zijn geweest. Daarnaast heeft de bouwsector over de langere termijn economische groei laten zien, wat heeft geleid tot een groeiend aantal
zelfstandigen in die sector (Lindsay en Macauley, 2004).
De onderliggende factoren (tabel 1) die hebben bijgedragen aan de verandering van het aandeel zzp’ers zouden ook
een rol gespeeld kunnen hebben bij de werkzekerheidsperceptie van degenen die hebben gekozen voor zelfstandig ondernemerschap. Wat hun werkzekerheidsperceptie betreft blijken zzp’ers in Europa echter noch precaire werknemers noch
echte ondernemers te zijn. Ook factoren als een veranderend
verzorgingsregime in de Centraal- en Oost-Europese landen
hebben geen invloed gehad op de gepercipieerde werkzekerheid (Dekker, 2012).

4

Toename van zzp’ers verder ontleed

2
0
-2
-4
-6
-8

Lit

Pol
Agrarisch
Managers

Por

Bul

EU (27)

Dui

Ambachtslieden en machinebedieners
Administratief en dienstverlenend

VK

Tsj

Ned

Slo

(vak)specialisten
Elementaire beroepen

Bron: European Labour Force Survey, Eurostat database

248

Behalve door de effecten van het overheidsbeleid is de toename van het aandeel zzp’ers in Nederland ook te verklaren door
een verouderende beroepsbevolking, zodat de kans steeds
groter wordt dat mannen van middelbare leeftijd zzp’er zijn
(Van Es en Van Vuuren, 2010). Voor Nederland wijkt deze
zzp’er-groei wat betreft leeftijd en geslacht nauwelijks af van
het Europese gemiddelde of de andere landen met een sterke
groei (figuur 1). De stijging van het aandeel zzp’ers blijkt voor
een belangrijk deel onder mannen van 40 tot 65 jaar te hebben plaatsgevonden – en ook in mindere mate onder vrouwen
van deze leeftijd. Toch is ook het aandeel jonge zzp’ers licht
toegenomen, en dat terwijl de totale groep van 15 tot 40 jaar

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4683) 18 april 2014

Arbeidsmarkt ESB

Mogelijke factoren ten grondslag
aan stijging zzp’ers
Sterkste stijgers

Factoren

Slowakije, Tsjechië

tabel 1

Beleidshervormingen
Fiscale beweegredenen zelf­
standigen (Svarc-systeem)

die binnen de werkzame beroepsbevolking sterk zijn toegenomen: vakspecialisten en ambachtslieden, veertigplussers
en hogeropgeleiden. Echter, omdat de hogeropgeleiden hier
ook een groter aandeel uitmaken van de totale werkzame beroepsbevolking, zijn juist de ontwikkelingen in het aandeel
ambachtslieden en (dus) middelbaar- én lageropgeleiden bepalend voor de verschillen tussen deze landen.

Wijziging van (fiscaal) beleid
ten gunste van zzp’ers

Nederland

Verouderende beroeps­bevolking
Verenigd Koninkrijk

Stimuleringsbeleid
Sectorale ontwikkeling (krimp
bank- en verzekeringssector,
groei bouwsector)

Bron: Europese Commissie, 2010; Van Es en Van Vuuren, 2010;
Lindsay en Macauley, 2004

in de werkzame beroepsbevolking juist kleiner werd. Bij landen waar het aandeel zzp’ers daalt, zijn de specifieke leeftijdsgroepen evenwichtiger verdeeld.
Bij een vergelijking van de toename van zzp’ers tussen
beroepsgroepen (figuur 2) blijkt dat in vrijwel heel Europa
vooral vakspecialisten een groeiende groep zijn. Dat betreft
beroepen waarvoor veelal specifieke inhoudelijke kennis vereist is – bijvoorbeeld onderzoekers, docenten en specialisten
in de gezondheidszorg, ICT of op juridisch gebied. Daarbij
gaat het veelal om hogeropgeleiden. Ruim twee derde van de
toename in het totale aandeel zzp’ers kwam voor rekening van
deze hogeropgeleiden. Deze groei van vakspecialisten geldt
overigens ook voor landen waar het aandeel zzp’ers sterk is
gedaald, zoals Polen, Bulgarije en Portugal. Het zijn naast
vakspecialisten ook de ambachtslieden en in mindere mate
het administratief of dienstverlenend personeel die, onder
andere in Nederland, voor een grote groei van het aandeel
zzp’ers zorgen. Dit terwijl hun aandeel van de totale werkzame
beroepsbevolking juist veelal gedaald is. Dat is vergelijkbaar
met de ontwikkelingen voor laag- en middelbaar-opgeleiden
in deze landen. Bij landen met een afnemend aandeel zzp’ers
zijn het eveneens vooral de laag- en middelbaar-opgeleiden –
maar dan in de agrarische sector – die als zzp’er verdwijnen.

Literatuurlijst
Chudíková, B. (2012) Švarcsystém. Bachelor thesis aan de Economische Hogeschool in Praag
op isis.vse.cz/zp/118630.
Bosch, N., G. Roelofs, D. van Vuuren en M. Wilkens (2012) De huidige en toekomstige groei van

Conclusie

het aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking. Den Haag: Centraal Planbureau.

In ongeveer de helft van de huidige EU-lidstaten is het aandeel zzp’ers van de werkzame beroepsbevolking vanaf 2002
toegenomen, waarbij als mogelijke oorzaak vaak een wijziging
in (fiscaal) beleid genoemd wordt. Nederland had tien jaar
geleden nog eenzelfde aandeel zzp’ers als bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk, maar de stijging was vervolgens twee keer
zo sterk. Daardoor zijn er in ons land mogelijk meer gevolgen
voor het stelsel van arbeidsverhoudingen, fiscaliteit en sociale
zekerheid dan in andere Europese landen. Samen met Slowakije, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk behoort Nederland
duidelijk tot de sterkste stijgers van zzp’ers in de EU.
Het gaat bij deze landen om specifieke groepen zzp’ers

CBS (2012) Helft zelfstandigen biedt als zelfstandige zonder personeel diensten aan. CBS

Jaargang 99 (4683) 18 april 2014

webmagazine, 25 juni.
Dekker, F. (2012) Zzp’er als werkzekere ondernemer of precaire werknemer. ESB, 97(4647S),
38–41.
Es, F. van, en D. van Vuuren (2010) A decomposition of the growth in selfemployment. CPB
Discussion paper, 145.
Europese Commissie (2010) Self-employment in Europe 2010. Luxemburg: Europese Commissie
Lindsay, C. en C. Macaulay (2004) Growth in self-employment in the UK. Office for National
Statistics Labour market trends, 112(10).
SER (2010) Zzp’ers in beeld. Een integrale visie op zelfstandigen zonder personeel. Den Haag: SER.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

249

Auteurs