Ga direct naar de content

Een ultra-korte golf in de VS

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 4 1993

Een ultra-korte golf in de VS
Sinds 1990 vertoont de economische groei in de VS een opvallend regelmatige korte-golfbeweging. Een verklaring hiervoor is te vinden in de
populariteit van het ‘just-in’time’-principe bij voorraadbeheer en op de
arbeidsmarkt.
Hardnekkig pessimisme
Zoals onlangs weer onderstreept
werd door de jaarlijkse herziening
van de bbp-cijfers, was de recessie
van 1990/’91 minder diep en het herstel minder zwak dan aanvankelijk
berekend. De reele bbp-groei tijdens
de verkiezingscampagne, beginnend
in het vierde kwartaal van 1991 en
eindigend in het vierde kwartaal van
1992, bedroeg uiteindelijk een
respectabele 4%, hoewel Clinton tot
het eind van zijn campagne met succes bleef volhouden dat onder Bush
het land “in de langste en diepste recessie sinds de jaren dertig” was weggezakt.
Kennelijk was er, en is er nog
steeds, een brede kloof tussen cijfers
en perceptie. Want ook nu, in oktober 1993, na een jaar waarin de werkgelegenheid steeg met bijna twee
miljoen nieuwe banen en de werkloosheid daalde van 7,7% tot 6,7%,
blijft men spreken van ‘jobless
growth’ en ligt het consumentenvertrouwen amper boven het recessieniveau van 1991. Een belangrijke oorFiguur 1. Volumegroei detail-

bandelsverkopen en industrials
produhtie”

93

a. Driemaands gemiddelde t.o.v. de voor-

afgaande periode van drie maanden, omgerekend naar groeicijfers op jaarbasis.

zaak van dit hardnekkig pessimisme
is gelegen in de grote wisselvalligheid van de economische groei sinds
1990. Meer dan ooit is het een kwestie van hollen of stilstaan. Telkens
wanneer de economic aantrekt en
de hoop op meer duurzame groei
opleeft, volgt er weer een teleurstellende inzinking.
Mini-cyclus
In die schijnbaar willekeurige wisselingen van groeitempo en stemming
valt echter bij nader inzien wel degelijk een zekere regelmaat te bespeuren. De groei van zowel consumptie
als produktie is sinds 1990 namelijk
onderhevig aan een reeks korte golven van ongeveer gelijke lengte. Elke
golf in deze ‘mini-cyclus’ beslaat
gemiddeld circa elf maanden.
‘Just-in-time’-effecten
De vraag is uiteraard wat de oorzaak
is van deze mini-cyclus. Aangezien er
voor 1990 nauwelijks sprake was van
zo’n regelmatige korte-golfbeweging,
moet de verklaring gezocht worden
bij een recente ontwikkeling, zoals
de toegenomen populariteit van het
‘just-in-time’-voorraadbeheer. Dat is
er immers op gericht om de produktie zo snel mogelijk aan te passen bij
fluctuaties in de vraag, zodat een
vertraging of acceleratie van de vraag
veel eerder dan voorheen gevolgen
heeft voor de produktiegroei. De
voorraden fungeren niet meer als
stootkussen zoals vroeger, toen men
bereid was om bij tegenvallende
vraag in eerste instantie de voorraden
te laten oplopen, en andersom.
Voor de moderne voorraadmanager
zijn grote voorraadfluctuaties en
overtollige voorraden taboe. Meer
produktieschommelingen en de
mini-cyclus zijn ervoor in de plaats
gekomen.

Figuur 2. Volumegroei detail-

bandelsverkopen en totale
werkgelegenbeid”

In zekere zin is de nieuwe korte
golf dan ook een moderne variant
van de oude voorraadcyclus, die in
het verleden verantwoordelijk was
voor de zogenaamde ‘Kitchin-cycle’,
de korte conjunctuurgolf met een
lengte van circa drie jaar. Aangezien
de Kitchin-cycle vaak wordt aange-

Figuur 4. Volumegroei detailban-

delsverkopen” en kwartaalcijfers
bbp-deflator
15

duid als ‘korte golf, zullen we, ter
onderscheiding, de nieuwe korte golf

van de mini-cyclus hierna aanduiden
—— Detailhandelsverkopen

……… Werkgelegenheid (r.as)

a. Driemaands gemiddelde t.o.v. de voorafgaande periode van drie maanden, om-

gerekend naar groeicijfers op jaarbasis.

Voorraad-accelerator
Toch spelen de voorraden, ook al
zijn ze kleiner geworden, nog steeds
een essentiele rol in de ontwikkeling
van de conjunctuur, in casu de minicyclus. Door het ontbreken van
ruime buffervoorraden worden
schommelingen in de vraag niet

alleen sneller maar ook in versterkte
mate doorgegeven aan de producent.
Met andere woorden, het acceleratieprincipe gaat bij ‘just-in-time’voorraadbeheer een grotere rol
spelen. Bij het traditionele voorraadbeheer daarentegen speelt de accelerator nauwelijks een rol, althans voor
zover het de voorraadinvesteringen
betreft, omdat in dat geval de vraagfluctuaties meestal worden opgevangen door het stootkussen van de ruime voorraden.

Figuur 3. Volumegroei detailbandelsverkopen” en index van bet con-

sumentenvertrouwen

—— Detailhandelsverkopen

•— Cons, vertrouwen (r.-as)
92

• 93

a. Driemaands gemiddelde t.o.v. de voorafgaande periode van drie maanden, omgerekend naar groeicijfers op jaarbasis.

ESB 3-11-1993

als ‘ultra-korte golf. De opvallend
constante lengte van circa elf maanden van deze nieuwe golven hangt
samen met de vertragingen waarmee
de initiele verstoring van de vraag
zich voortplant via achtereenvolgens
produktie, werkgelegenheid en consumentenvertrouwen. Blijkbaar vormen die vertragingen een constante
factor in het proces van de minicyclus.

Producent en werkgelegenheid
Het ‘just-in-time’-principe blijft niet
beperkt tot de voorraden. De
producent, die te kampen heeft met
grotere produktieschommelingen, zal
trachten zich daartegen te beschermen door een grotere flexibiliteit in
zijn personeelsbeleid. Vandaar het
toenemende beroep op uitzendkrachten. Vooral de verwerkende industrie
maakt steeds vaker gebruik van de
diensten van arbeidsbemiddelaars en
uitzendbureaus waar complete,
speciaal opgeleide ‘workteams’ te
huur zijn. De tijdelijke uitzendkrachten worden in de officiele cijfers nog
steeds volledig tot de dienstensector
gerekend, ofschoon er volgens officieuze schattingen nu al zo’n half miljoen ‘temps’ werkzaam zijn in de
verwerkende industrie. Deze aanwas
verklaart grotendeels het aanhoudende banenverlies in de verwerkende
industrie, zoals dat ten onrechte blijkt
uit de officiele cijfers. Desondanks
overheerst nog steeds het misverstand dat in Amerika alleen maar
sprake is van ‘expansie in laagwaardige dienstenjobs’ (zie bij voorbeeld
het recente interview met A. van der
Zwan in NRC Handelsblad, 20 oktober 1993). Maar in werkelijkheid gaat
het hier om flexibilisering van de
factor arbeid. Ook bij ‘human
resources’ is het ‘just-in-time’principe van toepassing. Deze flexibilisering gaat uiteraard gepaard met
meer schommelingen in de banengroei. Het is dan ook geen wonder
dat ook de werkgelegenheid, net als
de produktie, sinds 1990 duidelijk

92

93

a. Driemaands gemiddelde t.o.v. de voorafgaande periode van drie maanden, omgerekend naar groeicijfers op jaarbasis

een ‘ultra-korte golf vertoont. Omdat
de vertraging tussen een omslag in
de verkopen en een omslag in de
banengroei ongeveer vijf a zes maan-

den bedraagt, en de totale lengte van
een golf circa elf maanden, zijn
‘verkoopgolf en ‘banengolf meestal
elkaars tegenvoeter: wanneer de ene
daalt, stijgt de ander.

Consumentenvertrouwen
Ook het Consumentenvertrouwen,
dat in hoge mate bepaald wordt door
de werkgelegenheid, vertoont duidelijke sporen van de mini-cyclus. De
vertraging tussen banengroei en
vertrouwen is zo klein, dat ook de
Vertrouwensgolf zich, net als de
‘banengolf, ten opzichte van de
‘verkoopgolf meestal in tegenovergestelde richting beweegt.

Consumentenparadox
De tegengestelde beweging van Consumentenvertrouwen en consumptie
is uiteraard een bron van veel verwar-

ring. Op het eerste gezicht is het inderdaad moeilijk te begrijpen dat de
consumptie een forse groei laat zien,
zoals in het tweede en derde kwartaal van 1993, terwijl het Consumentenvertrouwen verder afbrokkelt.
Maar tegen de achtergrond van de
mini-cyclus is deze ‘consumentenparadox’ heel goed verklaarbaar.
Het is met name de Consumentenparadox die, juist door de verwarring
die hij bij voortduring zaait, ervoor
zorgt dat de eerste schokgolf, in casu
de kortstondige vraaguitval tijdens de
Golfcrisis in 1990/’91, zich steeds
weer kan voortplanten. Zo was het

1017

herstel van de detailhandelsverkopen
eind 1991 een grote verrassing. De

autoverkopen stegen in het derde
kwartaal van 1991 plotseling met 20%
op jaarbasis, wat volstrekt in tegenspraak leek met het consumenten-

moet hebben vergroot. Als we de
proef op de som nemen, blijkt dit
inderdaad het geval. Tegenvallende
inflatiecijfers (meer prijsstijging dan

1993 volgden op de acceleratie van

de detailhandelsomzetten in de

opleving tijdens ‘Desert Storm’ begin
1991, weer aan een nieuwe duikvlucht was begonnen. In werkelijk-

tweede helft van 1992 (zie fig. 4). En
zwakke verkopen in het eerste kwartaal van 1993 gingen vooraf aan meevallende inflatiecijfers in het voorjaar
en de zomer.

strijdigheid, omdat de versnelling van
de verkopen eind ’91 reeds was aangekondigd door en verband hield
met de opleving van het consumentenvertrouwen begin ’91. Het resultaat was dat de voorraadmanagers
halsoverkop hun voorraden moesten
aanvullen en daarmede de basis legden voor de produktieversnelling van
begin ’92 (zie fig. 1).
Het is deze combinatie van
consumentenparadox en voorraadaccelerator, die de korte-golfbeweging sinds 1991 in staat stelt zich
steeds weer opnieuw voort te planten en te vernieuwen, zonder veel
van zijn kracht te verliezen.

Prijsfluctuaties
Als de mini-cyclus zijn bestaan inder-

daad, zoals we veronderstelden, te
danken heeft aan het ‘just-in-time’principe, dan moeten ook de inflatiecijfers sporen vertonen van de ultra-

korte golf. Immers, door het streven
naar minimale voorraden is de buffer
tussen verkopen en produktie kleiner
geworden, wat de prijsvolatiliteit

Tot slot

verwacht) in de eerste maanden van

vertrouwen dat, na de kortstondige

heid was hier geen sprake van tegen-

jaar lang geprofiteerd hebben van
een rentedaling.

Voorspellen
Ultra-korte golven zijn in de VS een
nuttig hulpmiddel bij het opstellen
van korte-termijnprognoses. De vooruitzichten voor de komende zes

maanden, op basis van de huidige
stand van de mini-cyclus, zien er als
volgt uit:
• een krachtige acceleratie van de
produktie is reeds begonnen en
zal in de tweede helft van 1993

resulteren in meevallende bbpcijfers;
• in de komende paar maanden zal
de inflatie iets gaan toenemen;
• zowel de korte als de lange rente
zullen nog voor het einde van het
jaar omhoog gaan als reactie op de
onverwachte kracht van de economic en de tegenvallende prijscijfers;
• de rentestijging zal, behalve met
een verdere appreciatie van de
dollar, gepaard gaan met een
‘correctie’ in Wall street, waar de
aandelenkoersen immers al vier

Uiteraard heeft de mini-cyclus niet
het eeuwige leven. Naarmate hij
ouder wordt stijgfde kans op allerlei

verstoringen. Maar tot dusverre is
daar weinig van te merken: inmiddels is de vierde golf in voile ontwikkeling en nog steeds zorgt de consumentenparadox voor de nodige
verwarring.
Aangezien de mini-cyclus kan
worden beschouwd als de moderne
variant van de Kitchin-cycle, zal deze
laatste waarschijnlijk geen rol van
betekenis meer spelen. De langere

conjunctuurgolven zullen voortaan
vooral door de investeringen in vaste
activa bepaald worden.
Naarmate het ‘just-in-time’-principe
ook buiten de VS terrein wint, zal de
mini-cyclus zich ook elders gaan
manifesteren. Wat de voorraadpolitiek betreft zou dat proces in
Japan en Europa wel eens heel snel
kunnen gaan. De eveneens noodzakelijke ‘flexibilisering’ van de factor
arbeid zal heel wat meer voeten in
de aarde hebben.

Wet Henseler
De auteur is werkzaam op de afdeling
macro-economic van het Institute for
Research and Investment Services, een
samenwerkingsverband van Rabobank en
Robeco Groep.

Auteur