mening
Een Europese grondwet?
dan eerst een fiscale
Vanaf januari dit jaar probeert Duitsland, als voorzitter van de
Europese Unie, een nieuwe impuls te geven aan het door Frankrijk
en Nederland verworpen grondwettelijke verdrag. Langs de bekende paden gedacht, wordt dat hangen en wurgen. Maar het
kan ook anders en zoveel beter door er een echte grondwet van te
maken.
Er is wel gezegd dat minstens de helft van alle revoluties, geheel zo niet gedeeltelijk, fiscale revoluties zijn geweest. De
Amerikaanse (1776) en onze eigen opstand tegen Alva’s tiende
penning zijn daar voorbeelden van. Zo waren bij de afwijzing van
de grondwet de hoogte van de netto Nederlandse bijdrage en de
dreigende vermindering van de landbouwsteun aan Frankrijk ook
reden tot afwijzing. Een oplossing moet hieraan tegemoetkomen.
Voor James Buchanan et al. (2000) en Friedrich Hayek (1982)
moet een grondwet een echte grondwet zijn. Voor een authentieke grondwet moeten we niet uitgaan van een goedwillende
overheid die het algemeen belang dient, maar van een overheid
die haar macht, gedreven door het eigenbelang van de bestuurders, steeds verder wil uitbreiden ten koste van de burgers. Een
overheid wil steeds meer uitgeven. In Amerika heeft de afgelopen
jaren per saldo geen congreslid voor een verlaging van de uitgaven gestemd, ondanks de retoriek van fiscale disciplini (Dircksen,
2005) en werden bij hoorzittingen over hogere uitgaven in een
verhouding van 145 tegen 1 slechts lobbyisten die vóór waren
gehoord (Payne, 2006).
Met een grondwet maken we ruimte voor het beste maar gaan uit
van het slechtste. Daarom moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt in het vaststellen van de constitutionele regels van
het spel en de regels van het dagelijkse politieke spel binnen die
regels. Die eerste regels bepalen politici en burgers achter een
gordijn van onzekerheid over hun positie in de toekomst. Wie had
vooraf gedacht dat uitgerekend Duitsland vijf jaar op een rij de normen van het Stabiliteitspact zou breken? Unanimiteit kan en moet
worden nagestreefd bij de besluitvorming over de constitutionele
regels. Het is altijd makkelijker om overeenstemming te bereiken
over regels dan over wie bijvoorbeeld onze favoriete speler is.
De uitgangspunten van de weggestemde grondwet stonden hier
recht tegenover. Het moest allemaal efficiënter en er moest meer
ruimte komen voor beslissen met gekwalificeerde meerderheden.
Op zich zijn dat geen slechte zaken, zij het alleen hier op het
verkeerde moment op de verkeerde plaats. Buchanan et al. (2000)
maakt dat duidelijk met een voorbeeld. Het is kostbaar om een
hek of een halsband te kopen. We kunnen bewijzen dat geen hek
en geen halsband nog efficiënter is, gegeven dat we onze hond zo
kunnen opvoeden dat hij de grenzen van ons terrein respecteert.
Misschien is dit een vreemd voorbeeld. Maar is het anders te
veronderstellen dat het ene belastingsysteem efficiënter is dan het
andere, gegeven dat een overheid slechts uit is op grotere efficiëntie. Andere criteria zijn ook nodig.
Hoe ziet een echte grondwet eruit? In ieder geval niet zoals nu in
de EU waar de Europese commissie, het Europees parlement en
de Europese raad zowel de regels bepalen als binnen die regels
het spel spelen. Meespelende scheidsrechters heb je alleen in
het straatvoetbal en zij functioneren ook daar niet. Hayek (1982,
pp. 126-7) wil de competenties scheiden op het gebied van
fiscale besluitvorming: een wetgevende vergadering bepaalt de
algemene regels en een algemene vergadering maakt het beleid
binnen die regels.
Daarnaast is voor Buchanan en Hayek een constitutioneel vastgelegde beperking van taken noodzakelijk. In de voorgestelde grondwet leek eerder het omgekeerde het geval. De grondwet beschreef
taken die de EU alleen moest verrichten (bijvoorbeeld concurrentie
politiek), taken die zij samen met de lidstaten moest uitvoeren
(bijvoorbeeld milieubeleid) en taken, zoals toerisme, die zij kon
ondersteunen. De invloed van de EU is daarmee de facto onbeperkt. Ook als we alleen al kijken naar hoe ze subsidies verstrekt.
De goudkoorts breekt direct uit als de EU een subsidie van zeg
50 procent van de kosten geeft. Wie zegt hier – tegen EU-invloed
dus – nee tegen?
Kortom, dat de lidstaten elkaar bij de besluitvorming over de
voorgestelde grondwet niet hebben gevonden, bewijst dat het
geen echte grondwet was. Daar valt met unanimiteit over te beslissen, zoals in de geschiedenis steeds is bewezen. Een authentieke
grondwet, en allereerst een fiscale, is een sine qua non voor
concreet EU-beleid. Het zijn constitutionele regels die garanderen
dat we onze vrijheden kunnen bewaren als individuen en staten die
eigen waarden moeten creëren.
LITERATUUR
Buchanan, B en G. Brennan (2000) The Power to Tax. Analytical Foundations of a
Fiscal Constitution. Indianapolis: Liberty Fund.
Dircksen, J. (2005) VoteTally Report 108-2. NTUF Policy Paper 156.
Hayek, F.A. (1982) Law, Legislation and Liberty, Vol. 3. London: Routledge.
Payne, J.L. (2006) Budgeting in Neverland, Irrational Policymaking in the U.S. Congress
and What Can Be Done about It. Washington: Cato Institute, Policy Analysis.
AUKE LEEN
Universitair docent, Departement Fiscale en Economische vakken,
Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden
ESB
23 maart 2007
189