Ga direct naar de content

Een broeikas voor ondernemerschap en innovatie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 2 2007

internationaal
ILLUSTRATIE: LOEK WEIJTS

Een broeikas voor
ondernemerschap en innovatie
Techno-ondernemerschap en innovatie worden gezien als
het wondermiddel voor economische groei. De groei van de
Israëlische economie toont aan dat onder bepaalde condities
dit panacee inderdaad werkt.

E

UZI DE HAAN
Hoogleraar aan het
T
­ echnion-Israel Institute of
Technology, Haifa

644

ESB

conomische onderzoekers zoals Acs et al.
(2003) en Helpman (2004) hebben aangetoond dat innovatie en ondernemerschap
de belangrijkste factoren voor economische groei zijn en dat deze factoren endogeen en
programmeerbaar kunnen zijn door middel van een
passend beleid. Maar tevens toont de uiterst moeizame implementatie van de Lissabon agenda voor
een Europees innovatiebeleid de complexiteit van
het opstarten van de groeimotor innovatie aan.
Een aantal essentiële factoren moet tegelijkertijd en
in voldoende mate aanwezig en bovendien interactief
zijn. Deze factoren hebben bovendien meerdere lagen,
namelijk op het niveau van het individu, het bedrijf en
de industrietak en/of regio (Baum et al., 2001). Om
tot uitdrukking te brengen dat doelbewuste investeringen noodzakelijk zijn voor een innovatie-economie,
zal de terminologie in de onderzoekliteratuur gevolgd
worden en zullen de groeifactoren als verschillende
vormen van kapitaal aangeduid worden, te weten:

2 november 2007

Menselijk kapitaal, Sociaal kapitaal, Kenniskapitaal,
Financieel kapitaal en Ondernemerskapitaal.
De verschillende vormen van kapitaal worden in het
kader definieerd; daarna zal door middel van een
beschrijving van de start en groei van de Israëlische
technologiesector aangetoond worden hoe door
investeringen in al deze vijf kapitaalfactoren, de
Israëlische technologiesector in 1991 een omslag
punt bereikte en sindsdien onafgebroken groeit met
gemiddeld 9,5 procent per jaar.
Alle vormen van kapitaal moeten voldoende aanwezig zijn voor de start en de duurzaamheid van een
economisch groeiproces door middel van innovatie.
Maar alleen ondernemerschap kan de aanzet tot dit
proces zijn. Aangezien ondernemers individuen zijn,
moet het proces gestart en gedreven worden door
individuele ondernemers die met hun menselijk,
sociaal en kenniskapitaal commerciële toepassingen
ontdekken, financieel kapitaal verwerven en nieuwe
economische activiteiten starten. De overheid kan
deze rol per definitie niet overnemen.
Na de start door individuele ondernemers gaat er een
kettingreactie ontstaan. Ondernemers stellen voor
zichzelf hoge ambities en doelstellingen. Onderzoek
heeft aangetoond dat moeilijke en uitdagende doel-

stellingen tot hogere prestaties leiden (Locke en
Latham, 2002) met als gevolg een hogere opbrengst
op geaggregeerd niveau, wat vervolgens tot meer
investering in alle vormen van kapitaal leidt, uiteindelijk resulterend in een duurzaam ecosysteem van
nieuwe en bestaande bedrijven. Deze volzin zal nader
worden geïllustreerd aan de hand van de casus over
de ontwikkeling van de economie van Israël.

De ontwikkeling van de
economie van Israël
Gedurende de eerste decennia sinds de oprichting van
de staat Israël in 1948, groeide de economie snel door
een centralistisch, doelgericht en export georiënteerd
beleid, met name in de landbouwsector. Daarnaast
vormde de defensie-industrie altijd al een belangrijk
deel van de industriële sector, maar des temeer na het
Franse wapenembargo in 1967. In die tijd besloot de
regering om de groei van de Israëlische economie te
focussen op een kennisintensieve en technologie-industrie, gebruikmakend van de spillovers van de defensieindustrie en de universiteiten. In 1969 werd het Office
of the Chief Scientist opgericht met als doelstelling
het bevorderen van de groei van een kenniseconomie
door middel van subsidies, incubators en vele andere
programma’s, met een jaarlijks budget van ongeveer
vierhonderd miljoen dollar. Vanaf het begin werd het
kennisintensief gerichte regeringsbeleid gekenmerkt
door neutraliteit en werd het aan de markt overgelaten
te beslissen in welke industriële sectoren te investeren.
In de jaren zeventig kwamen de eerste multinationals naar Israël, niet vanwege de lokale markt
of lage kosten, zoals in vele andere landen, maar
vanwege de aanwezigheid van topwetenschappelijk
talent. Er werd voornamelijk geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkelingslaboratoria en niet in fabrieken.
Het merendeel van de Israëlische industrie bleef
echter een lokale industrie, vaak defensie gerelateerd of civiele spin-offs van de defensie-industrie.
Ter vergelijking: in 1998 werd in Ierland 82 procent
van de werkgelegenheid in de elektronische sector
geboden door multinationals, terwijl dat in Israël
maar 25 procent was.
De periode van snelle economische groei eindigde in
1985 als gevolg van een wereldwijde recessie in de
elektronische sector en een drastische vermindering
in de defensie-uitgaven van 21,1 procent van het
bnp in 1985 tot 13,8 procent in 1990. Daardoor
werd de arbeidsmarkt overspoeld door hoogwaardig,
technisch geschoold personeel, maar het ontbrak
aan financieel kapitaal en ondernemers om nieuwe
groei-impulsen te geven.
Gedurende dezelfde tijd, de jaren negentig, immigreerden bijna een miljoen burgers van de voormalige Sovjet-Unie (twintig procent van de totale
bevolking in Israël), waaronder veel technisch
geschoolden.
Teneinde hoogwaardig werk en economische groei te
creëren, nam de regering twee initiatieven. Ten eerste de oprichting van 28 technologische incubators
en ten tweede de lancering van durfkapitaalfondsen

(venture capital funds) door middel van het een-op-een matchen van investeringen door buitenlandse fondsen, voor het merendeel Amerikaanse, met als
resultaat de oprichting van tien durfkapitaalfondsen met ongeveer tweehonderd
miljoen dollar beschikbaar investeringskapitaal. Op deze manier werd tevens de
ervaring van de Amerikaanse durfkapitaalindustrie binnengebracht. Deze twee
regeringsmaatregelen bleken het omslagpunt te zijn, zoals uit tabel 1 blijkt.
Nu telt Israël 68 op de Nasdaq genoteerde bedrijven, meer dan enig ander land
na de Verenigde Staten en Canada. De ongeveer 26 honderd jonge high-tech bedrijven geven werk aan honderdtwintig duizend werknemers (Haour, 2005). Veel
jonge bedrijven zijn uitgegroeid tot markleiders op hun gebied, zoals Amdocs,
Comverse, Orbotech en Checkpoint. Tweederde van de jonge bedrijven wordt
overgenomen, vaak door multinationals zoals Microsoft, Philips, Intel, Oracle en
Google. Cisco alleen al investeerde een miljard dollar in de overname van negen
jonge high-tech bedrijven. Ook in de biotechnische sector speelt Israël een
belangrijke rol met bijna tweehonderd bedrijven. Israël staat hiermee wereldwijd
op de zevende plaats.
Na een dip in de economische groei in 2000, veel meer het gevolg van het
barsten van de internetballon dan de tweede intifada, groeit de economie vanaf
2004 weer met gemiddeld vijf procent per jaar. Het Israëlische Centraal Bureau
voor Statistiek voorspelt eenzelfde groeipercentage voor de komende jaren.
Figuur 1 vat bovenstaande nog eens samen en laat ook zien dat de vierhoek
Haifa, Tel Aviv, Beer Sheba, Jeruzalem, waarbinnen de meeste industriële activiteiten plaatsvinden, niet groter is dan Silicon Valley in Californië.

Ontwikkeling van de vijf benodigde kapitaalcomponenten nodig
voor groei van een kenniseconomie
Menselijk kapitaal
Het gebrek aan natuurlijke rijkdom, het hoge opleidingsniveau in Israel en de
behoeften van de defensie leidden in 1968 de regering tot de strategische
beslissing om Israel om te vormen tot een kenniseconomie. Om dit beleid te
kunnen waarmaken, groeide het aantal wetenschappers en ingenieurs tussen
1968 en 1984 met vierhonderdzestig procent vergeleken met vijftig procent
kader 1

Menselijk kapitaal is een goed ontwikkeld concept in de economische literatuur
en is de mate van cognitieve bekwaamheden, die is opgedaan door middel van
formele educatie en ervaring. Naast de directe effecten van menselijk kapitaal
op prestatie, blijkt ook dat een toename in menselijk kapitaal een positief effect
heeft op de intentie een ondernemer te worden en op de prestatie van ondernemers (Van Praag, 2005)
Sociaal kapitaal is de som van hulpbronnen, actueel of virtueel, waar een individu
of groep toegang tot heeft als gevolg van een netwerk van min of meer geïnstitutionaliseerde relaties. Sociaal kapitaal is tevens een publiek goed wanneer
een sociale organisatie, samenwerking door middel van netwerken, waarden en
vertrouwen vergemakkelijkt (Coleman, 1990). Met name voor ondernemers draagt
Sociaal kapitaal in belangrijke mate bij aan hun succes (Davidsson et al., 2003)
Kenniskapitaal bestaat uit patenten, uitgaven voor en resultaten van onderzoek en
ontwikkeling (O&O) en hun spillovers. Op individueel niveau is het de specifieke
kennis betreffende een bepaald domein. Shane (2003) toonde aan dat gebaseerd
op eenzelfde patent van het MIT, zes ondernemers met verschillende technologische en zakelijke domeinkennis, zes totaal verschillende toepassingen en bedrijven ontwikkelden.
Financieel kapitaal is de som van financiële middelen beschikbaar voor innovatie
en ondernemerschap. Aangezien innovatie en ondernemerschap per definitie onzekerheid en risico inhouden, zijn durfkapitaal en overheidssteun vaak noodzakelijk.
Ondernemerskapitaal is op individueel niveau, de mate waarin eigenschappen van
ondernemerschap aanwezig zijn, zoals behoefte aan zelfstandigheid en prestatie,
geloven in eigen kunnen, persoonlijk initiatief en optimisme, en volharding en passie (Shane, 2003). Op bedrijfs- en regioniveau is ondernemerskapitaal de legitimiteit van ondernemerschap en de aanwezigheid van een ondernemerschapscultuur.

ESB

2 november 2007

645

figuur 1

figuur 2

De Israëlische diamant

Wetenschappers/ingenieurs per 10.000
werkenden

Israel (2006)
7,1 mln inwoners
bnp: $ 140 miljard
bnp/ capita $ 19.716

•
•
•
•
•
•

23 incubatoren
meer dan 2000 start-ups
meer dan 80 VC/PE’s
leidende multinationals
ontwikkeld Israelisch high-tech eco-systeem
Office of Chief Scientist

Bron: Ministry of Finance

groei in de totale werkgelegenheid in de industrie (Gradus et al., 1993). Om de
vraag naar technisch geschoolden te kunnen bijhouden na de sterke groei van
de high-tech in de negentiger jaren, werden technische faculteiten uitgebreid en
colleges opgericht. Het aantal technisch georiënteerde afgestudeerden van universiteiten nam toe van 3.963 in 1994 tot 9.458 in 2004 (26 procent van alle
afgestudeerden in dat jaar). Hoogwaardig technisch geschoold personeel blijft
een van de belangrijkste concurrentievoordelen van Israël. Van alle werknemers
in de zakelijke sector in Israël werkt 1,68 procent in O&O functies, tegenover
0,89 procent in Japan en 0,59 procent in de EU. Figuren 2 en 3 illustreren nog
eens de hoge investering in met name technisch geschoold menselijk kapitaal.
Kenniskapitaal
Israël besteedt 4,9 procent van zijn bnp (2005) aan civiele O&O, vergeleken
met 2,6 procent in de Verenigde Staten en 2,4 procent in de Europese Unie,
het hoogste percentage in de wereld (OECD, 2005). Met het aantal patenten
per capita staat Israël op de derde plaats, na de Verenigde Staten en Japan
(Trajtenberg, 2001) Zoals in andere landen zijn de belangrijkste bronnen van
Kenniskapitaal: onderzoek aan universiteiten, defensie, multinationals en jonge
high-tech bedrijven.
Alle universiteiten in Israël hebben een Technology Transfer Office dat zich bezighoudt met de commercialisering van de universiteitspatenten. Daarnaast stelt de
overheid geld beschikbaar voor gezamenlijke industrie/universiteit onderzoeksprogramma’s en is Israël een zeer actieve deelnemer in de EU FT programma’s.
Vermeldenswaard is tevens dat universiteitsonderzoekers overeenkomstig het
Amerikaanse systeem, een op de zeven jaar, aan een andere universiteit, meestal
een Amerikaanse, een zogenaamd sabbatical jaar aan onderzoek besteden met
alle positieve aspecten van kennisoverdracht.
Naast de gebruikelijke spillovers van geavanceerde defensiekennis naar de civiele
industrie en kennisopbouw via onderzoeksopdrachten van defensie aan universiteiten, heeft Israël een unieke methode van onderzoek- en kennisoverdracht
vanuit het leger. In plaats van de verplichte dienstplicht van drie jaar direct na
de middelbare school, wordt aan jaarlijks ongeveer duizend van de beste midtabel 1

1992 het omslagpunt voor de Israëlische high-tech sector

1969–1992
1993–2005

Nieuwe high-tech bedrijven VC/PE kapitaal geïnvesteerd
gemiddeld per jaar
gemiddeld per jaar
(in miljoen VS dollars)
19
7
307
1.214

Bron: Avnimelech en Teuval, 2006

646

ESB_4521_binwrk.indd 646

ESB

Bron: Ministry of Finance

delbare scholieren de mogelijkheid geboden om op
kosten van de staat technische wetenschappen te
studeren, op voorwaarde dat zij na het afstuderen
nog vijf jaar in het leger dienen en onderzoek doen
in hun vakgebied. Op deze manier krijgen de jonge
afgestudeerden praktische kennis in de meest
geavanceerde technologieën en velen van de duizend
die elk jaar afzwaaien en beschikbaar komen voor
de industrie, starten hun eigen bedrijf gebaseerd op
ideeën opgedaan tijdens de diensttijd.
De belangrijkste reden voor multinationals om zich
te vestigen in Israël, is de beschikbaarheid van
hoogwaardig personeel en technologieën. Zoals
eerder vermeld, wordt het grootste deel van de jonge
technologie bedrijven overgenomen door multinationals. Israël is daardoor in feite een outsource markt
voor nieuwe technologieën geworden. De toenemende aanwezigheid van multinationals, via lokale
overnames, zorgt voor een kennisoverdracht in twee
richtingen en draagt bij tot O&O-kennis, maar ook
tot internationale managementkennis.
De nieuwe technologiebedrijven concentreren zich
op hun basistechnologie en besteden verder alles
uit. Daardoor ontstond in Israël een geavanceerde
basis van toeleveranciers, zowel voor producten als
ook diensten.
Ondernemerskapitaal
Er is weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar
eigenschappen van Israëlische ondernemers. Door
de levensomstandigheden van een bedreigd land
in opbouw en een niet-hiërachische en informele
cultuur kunnen Israëliërs zeer goed improviseren,
kunnen leven met onzekerheid, hebben durf, en
zijn assertief en dynamisch. Dit alles draagt bij aan
ondernemerskapitaal.
Het heeft echter tot de jaren tachtig geduurd dat dit
latent ondernemerschap leidde tot de oprichting van
nieuwe bedrijven op grote schaal. Een van de redenen
voor deze late opbloei van ondernemershap was de
historisch socialistische en collectieve oriëntatie van
Israël gekarakteriseerd door de kibboets en één grote
vakbond die zijn eigen bedrijven bezat, waardoor
individueel winstbejag en de typische ondernemer

2 november 2007

30-10-2007 19:21:53

figuur 3

Percentage van academisch geschoolden

eerder genoemd, bleek het intitiatief van de regering tot het aantrekken van en
het investeren in durfkapitaalfondsen, genoemd Yozma fonds (initiatief in het
Hebreeuws) het omslagpunt te zijn voor de groei van de technologiesector. Met
een een-op-een matching werden via het Yozma fonds tien VC’s opgericht met
kapitaal en kennis uit het buitenland en met de optie om de regeringsaandelen
uit te kopen overeenkomstig een vastgestelde prijs. Na vijf jaar was de regering
volledig uitgekocht. Tussen 1993 en 2000 brachten meer dan de tachtig durfkapitaalfondsen in Israël tien miljard dollar bijeen en tussen 2001 en 2005 nog eens
3,2 miljard dollar. Daardoor zijn de durfkapitaal investeringen in technologiebedrijven in Israël de hoogste in de wereld na California en Massachusetts. Als gevolg
van het succes van de durfkapitaalfondsen in Israël, kan de regering nu haar
rol beperken tot het investeren in kennisbronnen en initiële ondersteuning van
nieuwe industrieën, zoals biotech, water en energie.

Conclusie
Bron: Ministry of Finance

niet gerespecteerd werden (Gradus et al., 1993). De
legitimatie van individueel ondernemerschap vanaf de
tachtiger jaren, versterkt door het succes van ondernemers als gevolg van de toename van alle andere
kapitaalsfactoren in de negentiger jaren, heeft de
ondernemer tot de nieuwe volksheld gemaakt.
Sociaal kapitaal
In de cultuurstudies van Hofstede (1984) scoort
Israël hoog op collectivisme en zeer laag op machtsafstand. Dit samen met de informele cultuur, maakt
het vormen van netwerken eenvoudig. De joodse
traditie van onderlinge ondersteuning en belangenverenigingen maakt het relatief eenvoudig voor jonge
ondernemers netwerk ondersteuning te krijgen in
Israël, maar ook in het buitenland. Een belangrijke
netwerkbron zijn de bijna half miljoen Israëliërs die
in de VS wonen, velen van hen zijn werkzaam aan
universiteiten en in de high-tech industrie (Saxenian,
2006).

Aan de hand van het voorbeeld van de Israëlische technologiesector is geïllustreerd dat voor een duurzaam, nationaal innovatiesysteem in ieder geval
voldoende geïnvesteerd moet worden in menselijk, sociaal, kennis-, financieel en
ondernemerskapitaal. Hoewel de overheid een effectieve, stimulerende rol kan
spelen, kunnen alleen ambitieuze ondernemers dit innovatiesysteem opstarten
en vervolgens doen groeien. Hoe hoger de ambities van de ondernemer, des te
hoger het risico maar ook de mate van succes.
Jonge ondernemers in Israël leggen zichzelf zeer ambitieuze doelstellingen op,
gedicteerd door de noodzaak van internationale groei vanwege de kleine thuismarkt, de verwachtingen van durfkapitaalfondsen betreffende rendement en
terugverdientijd, maar ook door de Israëlische cultuur van risico’s durven nemen
en het accepteren van flops.
LITERATUUR
Acs, Z.J. en D.B. Audretsch (2003) Innovation and Technological
Change in Acs, Z.J. en D.B. Audretsch (red.) Handbook of entrepreneurship research, an interdisciplinary survey and introduction. New
York: Springer.
Avnimelech, G. en M. Teubal (2006) Creating venture capital
industries that co-evolve with high-tech: insights from an extended industry life cycle perspective of the Israeli experience.
Research Policy, 35(10), 1477–1498.
Baum, J.R., E.A. Locke en K.G. Smith (2001) A multidimensional
model of venture growth. Academy of Management Journal, 44(2),

Financieel kapitaal
De Office of the Chief Scientist subsidieerde al
vanaf 1973, vijftig procent van de O&O-kosten
van exportproducten. In de jaren negentig werden,
teneinde de grote immigratiegolf van hoogopgeleide
ex-Sovjet-Unie burgers op te vangen, 28 incubators
opgericht. Ondernemers die toegelaten worden tot
een incubator krijgen voor twee jaar tweederde van
hun kosten vergoed met een maximum van vijfhonderd duizend dollar. De subsidie wordt terugbetaald
wanneer het bedrijf slaagt, door middel van restitutie
van een percentage van de verkoop. Recent zijn
bijna alle incubators geprivatiseerd en worden door
durfkapitaalfondsen gebruikt als een gesubsidieerd
investeringsvehikel voor technologie-investeringen in
het prille begin van een bedrijf. Meer dan duizend
Israëlische technologiebedrijven zijn begonnen in
incubators en 45 procent daarvan heeft vervolginvesteringen geworven op de kapitaalmarkt na de
incubatorperiode van twee jaar. Afgezien van economisch succes, leveren de incubators een belangrijke
bedrage aan de drempelverlaging voor jonge ondernemers en aan hun opleiding als ondernemer. Zoals

292–303.
Coleman, J.S. (1990) Foundations of social theory. Cambridge:
Belknap Press.
Davidsson, P. en B. Honig (2003) The role of social and human
capital among nascent entrepreneurs. Journal of Business
Venturing, 18(3), 301–331.
Gradus, Y., E. Razin en S. Krakover (1993) The industrial geography of Israel. London: Routledge.
Haour, G. (2005) Israel, a powerhouse for networked entrepreneurship. International Journal of Entrepreneurship and Innovation
Management, 5(1), 39–48.
Helpman, E. (2004) The mystery of economic growth. Cambridge:
Belknap Press.
Hofstede, G. (1991) Allemaal andersdenkenden. Amsterdam:
Contact.
Locke, E.A. en G.P. Latham (2002) Building a practically
useful theory of goal setting and task motivation. American
Psychologist, 57(9), 705–717.
OECD (2005) Science, technology and industry score board 2005:
towards a knowledge-based economy. Parijs: OECD.
Praag, C.M. van (2005) Successful entrepreneurship: confronting economic theory with empirical practice. Cheltenham: Edward Elgar.
Saxenian, A. (2006) The new Argonauts. Cambridge: Harvard
University Press.
Shane, S. (2003) A general theory of entrepreneurship: the individualopportunity nexus. Cheltenham: Edward Elgar.
Trajtenberg, M. (2001) Innovation in Israel 1968–1997: a comparative analysis using patent data. Research Policy, 30(3), 363–389.

ESB

2 november 2007

647

Auteur