Ga direct naar de content

Economische recessie of maatschappelijk keerpunt?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 29 2005

conjunctuur

Economische recessie of maatschappelijk
keerpunt?
Nederland bevindt zich in een recessie. Het bbp is in het eerste
kwartaal van 2005 0,5% lager dan in het overeenkomstige kwartaal
in het vorig jaar. Vermoedelijk is het cijfer voor het tweede kwartaal nog triester en wellicht heeft er zelfs 1,5% krimp plaatsgevonden (De Groot & Franses, 2005).
De officiële cijfers hebben betrekking op geregistreerde transacties. Het officieuze circuit, waarvan de zwarte sector deel uitmaakt,
is niet uitgebannen. Volgens de meeste econometrische onderzoeken is de schaduweconomie wereldwijd ongeveer twintig procent
van het bbp en nog steeds groeiend (Schneider & Enste, 2000).
De moderne technologie stimuleert dit verschijnsel, doordat
downloaden en kopiëren via internet het omzeilen van traditionele
distributiekanalen vereenvoudigen. Het officieuze circuit betreft
ook de consumptie. Deze is door het besteden van zwart geld
hoger dan wordt waargenomen.
Nederland heeft vergeleken met het buitenland een achterstand
in de sfeer van communicatie en dienstbetoon. In het bedrijfsleven
en bij de overheid is sprake van doorgeslagen verkokering, bureaucratisering en schaalvergroting. Interne en externe communicatie
als voertuig van informatie is in de verdrukking. Ook zonder
investeringen van financiële aard is hier een wereld te winnen. Het
achterblijven van de economische ontwikkeling bij de potentie kan
door een offensief communicatiebeleid aanzienlijk worden teruggebracht.
Deze correcties op het gepresenteerde beeld nemen niet weg dat
de consumenten voorzichtiger zijn geworden, zodat van een
kopersstaking wordt gesproken. Publieke uitspraken van de
President van De Nederlandsche Bank beoogden de consument te
bewegen meer te besteden. Deze oproepen troffen geen doel. De
consument heeft ook goede redenen behoedzaam te zijn.
Inkomens zijn gematigd, noodzakelijke betalingen zoals pensioenpremies zijn gestegen, de koopkracht daalt verder door werkloosheid en het perspectief van uitschakeling op de arbeidsmarkt ontmoedigt het doen van grote aankopen. De consumenten zijn
beducht voor het politieke klimaat, waarin de terreurdreiging in
Nederland manifester wordt en thans wordt onderkend.
Consumenten sparen meer dan voorheen, lossen schulden af en
bouwen meer reserve op. Deze handelwijze kan men bezwaarlijk
als negatief beschouwen. Veeleer is er sprake van een vooruitziend
gedrag. Overigens verkeren lang niet alle consumenten in deze
luxepositie.Velen kennen armoede, maken noodgedwongen schulden en zijn de wanhoop nabij. De overheid moet deze benarde
consumenten, die men in groten getale aantreft in achterstandswijken van grote steden, te hulp schieten met een actief koopkrachtbeleid. De hoofdlijnen van het saneringsbeleid, het wegnemen van
verspillingen en het herschikken van publieke activiteiten, worden
daardoor niet doorkruist.
Niet alleen de consument is voorzichtig. Ook het bedrijfsleven
kijkt de kat uit de boom. Beheerders nemen de plaats in van
ondernemers, waardoor risicomijdend gedrag terrein wint.

Gunstige keerzijde
De vraag is hoe ernstig de geschetste ontwikkelingen zijn en in
hoeverre van een tijdelijke terugslag sprake is. Blijkens hun commentaren vinden de meeste economen de economische situatie in

340

ESB 29-07-2005

Nederland ernstig. Zij hebben daarbij overwegend het oog op de
kwantitatieve aspecten van de Nederlandse economie, groeicijfers,
niveau van consumptieve bestedingen en de investeringen.
Tegelijkertijd verwachten zij in 2006 een herstel, gemeten in termen van cijfermatige calculaties.
Ik zie het anders. De stagnatie in de Nederlandse economie is
de voorbode van een structurele heroriëntatie, die de kwaliteit van
het bestaan veel hoger op de agenda plaatst. Een gezonde kwaliteit
van de lucht draagt evenzeer bij tot het bevredigen van behoeften
als een pakket consumptiegoederen, dat via de markt wordt
gekocht. De Europese regelgeving wordt richtinggevend. Deze
regelgeving weerspiegelt de voorkeuren van de Europese burgers in
hun rol van consument. De implicatie van het schorsen of afkeuren door de Raad van State van grote infrastructurele projecten, is
het belemmeren van het voortbrengen, verhandelen en vervoeren
van stromen consumptiegoederen, speciaal uit het buitenland.
Nederland stuit op de fysieke grenzen van de beperkte ruimte,
zodat de consumenten deze belemmering steeds positiever waarderen. Onbeperkte kwantitatieve groei van Schiphol is dan ook
onhoudbaar: de negatieve externe effecten gaan voor de burgerij
steeds zwaarder wegen.
Versobering in de door de markt aangezwengelde consumptiepatronen is het onvermijdelijke complement van het verbeteren
van de kwaliteit van leven door het koesteren van behoud van
natuur, open ruimte, een gezond milieu, hoogwaardige arbeidsomstandigheden en de cultuur. Als Spanjaarden liever Nederlandse
dan Spaanse tomaten consumeren en wij liever Spaanse dan
Nederlandse, horen bij die keuze vervuilende vervoersstromen die
de consument per saldo met een negatief welvaartseffect confronteren. In snel tempo vermindert de informatieachterstand van de
consument over de samenhang van zijn marktgedrag en de schadelijke distributie van goederen.
Daar komt nog een verwant aspect bij. De winkelende consument wordt bestookt met schier onafzienbare varianten van de
goederen. Door gebrekkige informatie wordt de keuze niet alleen
een toevalstreffer, maar neemt de kans op spijt toe (Sheshinski,
2005). De vraag is of het welvaartseffect van toenemende keuzemogelijkheden wel positief is. In de huidige kopersstaking zie ik de
voorbode van het versoberen van assortimenten. Voor de overheid
is de opgave zichtbaar te maken dat tegenover deze versobering
blijvende maatschappelijke baten staan.
Berichten over krimp van de Nederlandse economie zijn goed
nieuws voor allen die de noodzaak van ingrijpende veranderingen
onderkennen. Deze conclusie sluit aan bij die van Joop Hartog
over de positieve kant van het krimpen van de bevolking (Hartog,
2005).
Arnold Heertje
De auteur is hoogleraar in de geschiedenis van de economische wetenschap vanwege de
Stichting Mr. N.G. Piersonfonds.
joab@heertje.nl

Literatuur
Groot, E.A. de & P.H.B.F. Franses (2005) EICIE voorspelt 1,5 % krimp. ESB,
15 juli, 320.
Hartog, J. (2005) Krimp als groeistrategie. ESB, 17 juni, 267.
Schneider, F. & D.H. Enste (2000) Shadow Economics: Size, Causes, and
Consequenses. Journal of Economic Literature, 2000, XXXVIII, 76114.
Sheshinski, E. (2005) Optimal Policy to Influence Individual Choice Probabilities.
Paper Conference in Tribute to Jean-Jaques Laffont, 30 juni-2 juli, Toulouse.

Auteur