cpb-ramingen
Economische groei in
hogere versnelling
De Nederlandse economie zit in de lift. De economische
H.W. Stegeman en J.P. Verbruggen
groei trekt dit jaar aan tot drie procent om volgend jaar iets
De auteurs zijn werkzaam bij de afdeling Conjunctuur
van het Centraal Planbureau. Zij danken Wim Suyker en
Rocus van Opstal voor hun bijdragen.
h.w.stegeman@cpb.nl
terug te vallen tot 2,75 procent.
O
p meerdere fronten markeert 2006 een wending ten
goede in de Nederlandse economie. De gezinsbestedingen nemen toe door herstel van de koopkracht en groei van de
werkgelegenheid. De werkloosheid daalt in rap tempo. De overheidsbegroting is volgend jaar vrijwel in evenwicht.
Gunstig internationaal beeld
Voor 2006 en 2007 zijn de internationale economische vooruitzichten, die voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie bepalend zijn, gunstig. De groei in de VS trok in het eerste
kwartaal fors aan, na eind vorig jaar te zijn gedrukt door de
gevolgen van de orkanen Katrina en Rita. Doordat het monetaire beleid in de VS niet langer expansief is en de kapitaalmarktrentes duidelijk zijn gestegen, zal de groei volgend jaar naar verwachting afvlakken. De Chinese economische groei bleef met
meer dan tien procent in het eerste kwartaal uitzonderlijk hoog,
terwijl ook de overige opkomende Aziatische economieën zich
zeer dynamisch blijven ontwikkelen.
De groei van het bruto binnenlands product (bbp) in het
eurogebied loopt naar verwachting op van 1,3 procent in 2005
tot 2,25 procent in 2006, het hoogste groeicijfer sinds 2000. De
belangrijkste bijdrage komt van de uitvoer en de investeringen.
Komend jaar valt de groei van het bbp in het eurogebied naar
verwachting licht terug, voornamelijk door het restrictieve
begrotingsbeleid in Duitsland, de recente appreciatie van de
euro en de voorziene renteverhogingen.
De olieprijs steeg dit jaar verder, tot ongeveer zeventig dollar per
vat Brent in april en mei. Deze hoge prijs is zowel het gevolg van
politieke ontwikkelingen die de onzekerheid over het toekomstige
aanbod hebben vergroot als van de stevige vraagtoename gedurende de afgelopen jaren bij een relatief beperkte aanbodstijging. Voor
de projectie van de wereldeconomie is gerekend met een blijvend
hoge olieprijs van zeventig dollar per vat in 2007.
Nederlandse economie in 2006 – 2007
Volgens de eerste voorlopige cijfers van het CBS groeide de
economie in het eerste kwartaal 2,9 procent, vergeleken met
het overeenkomstige kwartaal in 2005. Dit hoogste groeicijfer
in ruim vijf jaar is wel met ruim 0,5 procentpunt opwaarts vertekend, omdat dit kwartaal twee werkdagen meer kende dan
een jaar eerder. Voor het gehele jaar verwachten we een groei
van drie procent. In tegenstelling tot voorgaande jaren zullen
de totale binnenlandse bestedingen (consumptie, investeringen
en overheidsuitgaven) weer een substantiële bijdrage leveren.
Daarnaast draagt het aantrekken van de uitvoer bij aan de groeiversnelling in 2006.
Volgend jaar bedraagt de economische groei naar verwachting 2,75 procent, dus fractioneel lager dan dit jaar. Belangrijkste
oorzaak is dat de groei van de consumptieve bestedingen door
gezinnen en de overheid wat afneemt. Er is echter geen sprake
van een forse terugval van de groei, mede doordat de prijsconcurrentiepositie voor het eerst sinds 2001 wat verbetert, waarvan de uitvoer kan profiteren.
Over de groei van het bbp in 2006 is het CPB wat optimistischer dan andere organisaties, zoals blijkt uit tabel 1.
Dit komt vooral tot uiting in gunstigere verwachtingen voor
de ontwikkeling van de bedrijfsinvesteringen en de werkgelegenheid. Daarnaast vormen de extra overheidsbestedingen
waartoe het kabinet onlangs in de Voorjaarsnota heeft besloten een gedeeltelijke verklaring, omdat nog niet alle andere
organisaties deze hebben meegenomen in hun raming. Over
de economische groei in 2007 bestaat een opmerkelijk grote
mate van consensus. Alle instanties ramen een toename van
het bbp tussen 2,4 en 2,8 procent. Daarnaast valt op dat geen
enkele instelling ervan uitgaat dat er van 2006 op 2007 een
substantiële versnelling of vertraging van de groei van het
bbp zal plaatsvinden.
Tabel 1. Economische groei. 2005-2007, mutaties per jaar in procentena
2005
Organisatie
Verenigde
Staten
2006
CPB
3,5
2007
DNB
3,5
3,5
OESO
CF
IMF
EC
3,6
3,4
3,4
3,2
2,75
CPB
3,0
1,9
2,2
2,3
2,1
2,4
–
2,1
1,8
1,9
1,8
2,7
2,8
2,5
2,4
2,6
Japan
2,6
2,75
2,9
2,8
3,0
2,8
2,8
2,25
Eurogebied
1,3
2,25
–
2,2
2,1
2,1
2,1
2
Nederland
1,1
3
2,5
2,4
2,6
2,5
2,6
2,75
DNB
OESO
CF
IMF
EC
3,1
2,9
3,3
2,7
a. Publicatiedata: CPB: juni 2006; DNB: juni 2006; OESO: mei 2006; CF (Consensus Forecasts): mei 2006; IMF: april 2006; EC: mei 2006.
280
ESB  16-6-2006
cpb-ramingen
Analyse
De uitvoer blijft in zowel 2006 als 2007 een aanzienlijke
bijdrage leveren aan de economische groei. Vooral de aantrekkende Europese economie speelt hierbij een belangrijke rol.
Daarnaast zal de prijsconcurrentiepositie naar verwachting in
2007 voor het eerst dit decennium een bescheiden verbetering
laten zien. De in Nederland geproduceerde uitvoer zal in 2006
het hoogste groeicijfer sinds 2000 bereiken. In 2007 volgt een
lichte afvlakking vanwege een iets lagere groei van de relevante
wereldhandel.
De stormachtige expansie van de wederuitvoer gaat ook in
2006 en 2007 onverminderd door. Gestuwd door de opkomst
van China als fabrikant van met name consumentenelektronica
neemt de wederuitvoer naar verwachting in beide jaren met
dubbele cijfers toe.
De particuliere consumptie neemt in de raming voor dit
jaar met 1,5 procent toe. Het beschikbare inkomen van gezinnen stijgt door een stevig herstel van de werkgelegenheid en de
koopkracht. De gunstige economische ontwikkelingen komen
ook tot uiting in het gestegen consumentenvertrouwen. In de
eerste maanden van dit jaar gaven consumenten met name meer
uit aan duurzame goederen, de meest conjunctuurgevoelige
consumptiecategorie. Ook volgend jaar leidt de toenemende
werkgelegenheid tot een stijging van het beschikbare loon- en
uitkeringsinkomen. Toch verwachten we voor 2007 een kleine
terugval van de consumptiegroei tot één procent. In de raming
wordt ervan uitgegaan dat gezinnen dit jaar nog een deel van
het in 2005 vrijgegeven spaarloon besteden. Bovendien leiden
de vorig jaar gestegen beurskoersen en huizenprijzen dit jaar tot
wat extra bestedingen, terwijl voor komend jaar met geringere
vermogenseffecten is gerekend.
De bedrijfsinvesteringen nemen vermoedelijk fors toe.
Ondernemers in de industrie verwachten dit jaar 14 procent
meer (nominaal) te investeren dan vorig jaar, zo volgt uit de
Voorjaarsenquête van het CBS. Het producentenvertrouwen
bereikte in april het hoogste niveau sinds 2000. De verwachte
opleving van de productiegroei zorgt voor een stijging van de
bezettingsgraad en de winstgevendheid. Vooral in machines en
computers wordt dit jaar meer geïnvesteerd; resultaat is dat de
totale bedrijfsinvesteringen met 8,5 procent kunnen toenemen.
Volgend jaar vertraagt deze groei naar verwachting tot vier procent, vooral door minder investeringen in de luchtvaartsector
en het openbaar vervoer.
De werkloosheid is sinds eind 2005 aanzienlijk gedaald. De
kentering op de arbeidsmarkt blijkt voor het eerst niet alleen
uit voorlopende indicatoren, zoals vacatures en faillissementen,
maar ook uit de ontwikkeling van de werkgelegenheid zelf. Voor
het eerst sinds 2002 neemt de werkgelegenheid substantieel
toe. We verwachten dat de werkgelegenheid ook volgend jaar
flink zal aantrekken. De werkloosheid neemt hierdoor in twee
jaar tijd met 135.000 personen af, een daling van bijna dertig
procent. De daling is volgend jaar het sterkst, omdat de werkgelegenheid altijd met enige vertraging reageert op de productie.
Het werkloosheidspercentage komt in 2007 uit op gemiddeld
4,5 procent.
De inflatie, die vorig jaar nog uitkwam op 1,7 procent, wordt
voor dit jaar geraamd op 1,25 procent. Het afschaffen van het
gebruikersdeel van de onroerend-zaakbelasting (OZB) heeft dit
jaar een drukkend effect, maar volgend jaar niet meer. Ook de
arbeidskosten per eenheid product stuwen de inflatie in 2007
op. Daartegenover staat dat de prijs van energie dan vermoedelijk minder bijdraagt aan de prijsstijging. Per saldo komt de
inflatie volgend jaar naar verwachting uit op 1,5 procent.
De contractloonstijging ligt in beide ramingsjaren naar verwachting iets boven de inflatie. Vooral als gevolg van de dalende
werkloosheid versnelt de contractloonstijging van 1,75 procent
dit jaar naar 2 procent volgend jaar.
Het begrotingstekort, dat in 2003 nog ruim drie procent van
het bbp bedroeg, neemt gestaag af. Voor dit en volgend jaar
wordt, ondanks extra overheidsuitgaven voor met name onderwijs en veiligheid, nog slechts een klein tekort verwacht. Dit
komt mede door extra gasbaten, het aantrekken van de conjunctuur en het effect van eerder genomen beleidsmaatregelen om
het aantal uitkeringen terug te dringen.
Conclusie
Het bbp-volume in Nederland neemt naar verwachting in
beide ramingsjaren sneller toe dan in het eurogebied. Sinds 1999
is dat niet meer voorgekomen (CPB, 2006, 18 en 20). Zoals altijd
is ook nu de raming door vele onzekerheden omgeven, waarvan
internationale ontwikkelingen de grootste bron vormen. De
wereldwijd goede winstgevendheid kan leiden tot een sterkere
stijging van de bedrijfsinvesteringen en de werkgelegenheid.
Daarnaast kan de olieprijs hoger of lager uitkomen dan hier
geraamd, met negatieve respectievelijk positieve gevolgen voor
de wereldeconomie. Ten slotte kan de recente verzwakking van
de dollar ten opzichte van de euro doorzetten. Dit heeft op korte
termijn negatieve gevolgen voor de economische groei in het
gehele eurogebied, maar voor de open Nederlandse economie in
het bijzonder.
Hans Stegeman en Johan Verbruggen
Tabel 2. Kerngegevens voor Nederland. 2005-2007, mutaties per jaar
in procenten
2005
relevante wereldhandel
olieprijs (dollars per vat, Brent)
2006
5,7
7,25
54,4
2007
7
68
70
eurokoers (dollar per euro)
1,24
bruto binnenlands product (bbp)
1,1
particuliere consumptie
0,4
investeringen bedrijven (exclusief woningen)
0,5
8,5
4
goederenuitvoer (exclusief energie)
6,6
7,5
8,25
-0,6
1,5
2
werkloosheidspercentage (niveau)
6,5
5,75
4,5
contractloon marktsector
0,8
1,75
2
werkgelegenheid (arbeidsjaren)
consumentenprijsindex (cpi)
1,7
1,24
1,25
3
2,75
-1,75a
1
1,25
1,5
arbeidsinkomensquote marktsector (niveau)
79,3
79
79
EMU-saldo (niveau, procent bbp)
-0,3
-0,5
-0,1
a. Gecorrigeerd voor de statistische effecten als gevolg van de invoering van het nieuwe zorgstelsel bedraagt de consumptiegroei in 2006
naar verwachting 1,5 procent.
Literatuur
CPB (2006) Centraal Economisch Plan, 2006. Den Haag: Centraal Planbureau.
ESB  16-6-2006
281