Ga direct naar de content

Defensie en economie in de Sovjetunie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 2 1986

Defensie en
economie in de
Sovjetunie
De Sovjetunie kampt sinds het midden van de jaren zeventig met een
stagnerendeeconomie. De reële groei
vande nationale produktie nam van 5
tot6 procent per jaar in de na oorlogse
periode tot 1970 1) af tot ongeveer 2
procent per jaar in de periode rond
1980.De gevolgen waren en zijn op allerleifronten merkbaar – ook in de defensiesector.De relatie tussen de stagnatievan de economie en de defensieuitgaven heeft twee kanten: enerzijds
kunnen de defensie-uitgaven door de
stagnerende economie minder snel
omhoog,anderzijds zijn ze deels oorzaakvan de problemen. In deze bijdragekomen beide aspecten aan de orde.
Ookzal aandacht worden besteed aan
defeitelijke ontwikkeling van de militaireuitgaven van de Sovjetunie 2).

beert zich een beeld te vormen van de
materiële samenstelling van het Russische leger (berustend op tellingen van
tanks, schepen, soldaten, geweren
enz.). Dat is niet eenvoudig, omdat
veel activiteiten moeilijk zijn te traceren. Dat geldt b.v. ten aanzien van de
uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (R&D).
De tellingen worden gebruikt om een
dollarschatting en een roebelschatting
van de defensie-uitgaven te maken. Bij
het maken van de dollarschatting stelt
men zich grofweg de vraag hoeveel het
zou kosten om een leger met de waargenomen omvang en samenstelling te
onderhouden in de Verenigde Staten.
Men gebruikt daarbij dus Amerikaanse
lonen en prijzen die Amerikaanse
schaarsteverhoudingen weerspiegelen. Deze schatting wordt in de eerste
plaats gebruikt om een vergelijking
tussen de defensie-uitgaven van de VS
en de Sovjetunie mogelijk te maken.
De omvang van de militaire
Als gevolg van het zogenoemde
uitgaven
Gerschenkron-effect neigt deze dollarschatting er toe de uitgaven aan RussiHet Russische defensiebudget besche zijde te overschatten 4). Uitgaandroegin 1972volgens het Kremlin 17,9
de van dezelfde tellingen wordt daarmiljard roebel. Sindsdien heeft Mosom ook een schatting (en een vergelijkouieder-jaareen kleine daling van de
king) in roebels gemaakt die de Russidefensie-uitgaven bekendgemaakt 3).
sche schaarsteverhoudingen moet
Westerseonderzoekers zijn unaniem
weerspiegelen 5). Hier sluipt een extra
van mening dat deze officiële Russionzekerheid in het schattingsproces scheopgaven onbetrouwbaar zijn. Er
men moet zich immers een beeld vorishelaasminder eensgezindheid in het
men van deze schaarsteverhoudinWestersewetenschappelijke forum als
gen. Dat de aldus geïntroduceerde exhetgaat om het beantwoorden van de
tra onzekerheid substantieel is, laat de
vraag hoe groot de uitgaven dan wél
praktijk zien: in 1976 herzag de CIA,
zijn. Over het algemeen wordt het
met name in het licht van nieuwe informeeste vertrouwen gesteld in de
matie over Russische prijzen, haar roeschattingenvan de CIA (Centrallntellibelschattingen voor de voorgaande jagenceAgency) en de DIA (Defence Inren op ingrijpende wijze – de eerder getelligenceAgency).
schatte bedragen werden verdubbeld!
DeCIA gebruikt bij haar schattingen
Over de door de DIA gebruikte methoeen methode die bekend staat onder / dologie is weinig bekend.
de naam ‘building-block methodolo-Een geheel andere schattingsmegy’. Het uitgangspunt is dat men prothode is in gebruik bij diegenen die niet

Tabel. Schattingen van de reële groei van het bnp en de defensie-uitgaven in de
Sovjetunie, gebaseerd op roebelschattingen
van de CIA en de DIA, in procenten
1966-1976

Groei bnp per jaar
Groei defensie-uitgaven

per jaar

1976-1981

1981

1982

3,9
4,5

2,2
2,0

2,1
2,1

2,0

8ron: de eerste twee kolommen zijn afkomstig uit Kaufman op. eit., blz. 19, de laatste twee zijn afkomstig
Soviet resouree allocation: Military vs. Civilian, in: The Soviet Economy After Brezhnev, NAVO, Brussel

2,0

uit B. Doenges,
1984, blz. 180.

de beschikking hebben over gegevens
van inlichtingendiensten: men probeert door statistisch detective-werk
de hoogte van de defensiebestedingen
af te leiden uit officieel gepubliceerde
gegevens 6). De via deze z.g. ‘residuele methode’ verkregen schattingen
hebben een onbekende, maar vermoedelijk grote fouten marge. In deze bijdrage is gekozen voor de gegevens
van de CIA en de DIA.
Sinds 1958 is er in de Sovjetunie
sprake van een continue groei van de
defensie-uitgaven 7). Tot 1976 kenden
deze uitgaven, gemeten in roebels 8),
een jaarlijkse reële groei van 4 tot 5
procent, zie de tabel. Opvallend genoeg werd dit groeitempo niet beïnvloed door de periode van ‘détente’.
De dalende groei van de economie
maakte een pijnlijke keuze noodzakelijk. In eerste instantie werd de broekriem van de consument aangehaald.
Daarna werden de investeringen beknot. Ten slotte daalde ook de groei
van de militaire uitgaven, en wel tot
een niveau dat ongeveer gelijke tred
houdt met de groei van het bruto nationale produkt (bnp): 2 procent per jaar.
Het aandeel van de defensieuitgaven in het bnp veranderde daardoor niet. Deze ratio is volgens de gegevens van de CIA vanaf het begin van
de jaren zestig tot aan het begin van de

De schrijver studeert algemene economie aan
de economische faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn hoofdvak is internationale economische betrekkingen.
1) Zie Paul R. Gregory en Robert C. Stuart, Soviet economie structure and performance,
Harper and Row, New Vork 1981, blz. 332.
2) Zie ook H. de Haan, Macro-economische
aspecten van militaire bestedingen ESa,
18/25 december 1985, blz. 1285-1292.
3) Zie Frank Doe, Understanding the Soviet
view of military expenditures
in: Soviet
military-Economie Relations; Proceedings of a
workshop, United States Government Printing
office (USGPO), Washington 1983, blz. 161.
4) Voor een bespreking van de meetprobie.
men en het Gerschenkron.effect zie o.a. Gregory en Stuart, op. cit., blz. 329-330 en tevens
Donaid F. Burton, Estimating Soviet defense
spending, Problems of Communism, maart.
april 1983, blz. 85-93 en Philip Hanson, Esti.
mating Soviet defense expenditure, Soviet
Studies, jg. 30, nr. 3, blz. 403-410.
5) Bij het maken van de roebelschatting wordt
ongeveer 50% van de totale schatting direct in
roebels berekend, o.a. personeelskosten,
RDT&E (Research, Development, Testing and
Engineering) en een deel van de operationele
kosten. Het grootste deel van de kosten van
militaire hardware, zoals b.V. schepen en ra.
ketten, wordt echter eerst in dollars geschat en
met behulp van conversieverhoudingen omgezet in roebels.
6) Zie o.a. WilliamT. Lee, TheestimationofSoviet defense expenditures, 1955-1975. An unconventional approach, Praeger, New Vork,
1977.
7) Political economy of the Soviet Union, Hea.
rings of The Joint Economie Committee, Congress of the United States, USGPO, Washington 1984, blz. 17.
8) Als gevolg van het genoemde Gerschenkron-effect kunnen verschillen ontstaan tussen metingen in dollars en roebels. De roebelgroeivoeten zijn in het algemeen groter dan de
dollargroeivoeten, zie voetnoot 4.

359

tion and/or production gains seem insignificiant”
15).
De kwalitatieve defensie/ast. Zowel
de dynamische als de statische last geven een te rooskleurig beeld van de
werkelijke (negatieve) invloed die de
defensiebestedingen
hebben op de
prestaties van de economie. Bij beide
blijven de effecten die worden veroorzaakt door de structuur van de economie en het planningproces buiten beschouwing. Juist de structuur van de
economische
planning en de positie
van de defensieplanning
daarbinnen
zorgen er voor dat de echte defensielast veel hoger is dan de twee hiervoor
De defensielast
gebruikte maten doen vermoeden. De
kwalitatieve defensielast is het door de
structuur en de omvang van de militaiDe
tegenvallende
economische
re bestedingen veroorzaakte effect op
groei bracht de Sovjetunie er toe om
de prestaties van de economie. Het
het groeitempo
van de defensiegaat om de volgende karakteristieken
uitgaven te verlagen. In hoeverre kan
van de planningsstructuur:
men nu juist de militaire bestedingen
de defensiesector heeft in de Sovjeverantwoordelijk stellen voor de slechtunie prioriteit. De Russische leite prestaties van de economie? De
ders hechten grote waarde aan de
Haan stelt dat militaire bestedingen in
produktie van militaire goederen
vergelijking
met civiele bestedingen
met een hoge kwaliteit. Op alle nieen negatief effect hebben op econoveaus in de planningshiërarchie
mische groei 12). Deze observatie is
zijn institutionele voorzieningen gezeker geldig voor de Sovjetunie. Men
troffen om de voorrang voor de
kan de ‘defensielast’
voor de Russidefensie-indlJstrie
te waarborgen.
sche economie opdelen in drie begripIn het staatsplanningsbureau
Gospen: de statische defensielast, de dyplan zijn er bij voorbeeld speciale
namische defensielast en de kwalitaafdelingen die de defensieprioriteit
tieve defensielast.
bewaken. Deze voorrangsbehanDe statische defensie/ast. Hiermee
deling zorgt er niet alleen voor dat
wordt de ratio defensie-uitgaven/bnp
de toeleveringen voor de defensiebedoeld. Deze ratio bedroeg aan het
industrie altijd op tijd komen (in tebegin van de jaren tachtig 13 à 14 progenstelling tot elders in de econocent. Dit kengetal biedt weinig informamie), ook heeft deze industrie zo de
tie en beantwoordt de gestelde vraag
beschikking over de beste materianiet of slechts zeer ten dele. Vergelijlen. Dat gaat ten koste van de rest
king met andere landen laat zien dat de
van de economie;
statische last in de Sovjetunie hoog is:
in de defensie-industrie
ligt de nade Sovjetunie is meer dan andere landruk niet op bedrijfseconomische
den bereid om consumptie en kapitaalefficiëntie, maar op perfectie van
formatie (economische groei) op te ofhet afgeleverde produkt. Geüniforferen aan militaire uitgaven.
meerde inspecteurs van het MiDe dynamische-defensie/ast.
Om te
nisterie van Defensie zien er in bekomen tot kwantitatieve
uitspraken
drijven op toe dat aan hoge kwaliover de effecten van de defensieteitseisen wordt voldaan. Deze prouitgaven op de economie (en dan voorcedure geeft het ministerie een in
al op enkele cruciale indicatoren zoals
de Sovjetunie ongewone
consude groei van het bnp en de consumptie
mentenmacht
– in de defensieper hoofd) worden econometrische
industrie is geen sprake van een
modellen gebruikt (b.v. Sovmod en
‘sellers market’, zoals in het civiele
Sovsim). Door de defensie-uitgaven
deel van de economie. Deze karakbinnen de modellen te laten variëren
teristiek werkt vanuit (bedrijfs)ecokrijgt men inzicht in de dynamische
nomisch oogpunt een inefficiënt gelast: het effect van de militaire bestebruik van hulpbronnen in de hand,
dingen op de economie ceteris pari bus
waardoor de druk op de civiele secde structuur van de economie en het
tor van
de economie
verder
planningsproces.
Hildebrandt bekeek
toeneemt;
onder diverse veronderstellingen
de
– de defensiebedrijven
hebben het
gevolgen van een bevriezing van de
recht om zonder gedetailleerde opmilitaire bestedingen 13). De positieve
gave van redenen goederen op te
effecten zijn gering. De reden hiervoor
eisen van de civiele industrie. Ook
is volgens
Hildebrandt
“that
the
op deze manier verdwijnen juist
amount of extra machinery investment
materialen van goede kwaliteit uit
obtained by shifting resources out of
de civiele sector;
defense and into investment would be
– de lonen zijn in de defensiesmall relative to the size of the Soviet
industrie hoger dan in de rest van
capital stock” 14). Calmfors en Rylande economie. Deze industrie heeft
der concluderen: ” …. a major reductidaardoor de beschikking over de
on of Soviet defense expenditure can
best gekwalificeerde werknemers;
hardly be expected for economic rea- de defensie-industrie
neemt het
sons alone since the implied consump-

jaren tachtig vrijwel onveranderd gebleven. Zij bedroeg aan het einde van
deze periode 13 à 14 procent 9). Dat is
ongeveer twee keer zoveel als in de VS
of in het Verenigd Koninkrijk. In het begin van de jaren tachtig gaven enkel
Syrië (20%), Saoedi-Arabië (20%) en
Israël (29%) relatief meer uit aan defensie 10).
Er zijn recente aanwijzingen dat de
groei van de defensie-uitgaven en van
het bnp iets zijn toegenomen 11).

leeuwedeel van de uitgaven voor
onderzoek en ontwikkeling (R&D)
voor zijn rekening. Schattingen van
het militaire aandeel in de totale
R&D-activiteiten variëren van 40 tot
80 procent 16). Bovendien heeft mi.
litair R&D-werk voorrang op civiele
projecten bij toewijzing van materi.
alen en mensen – daardoor heeft
men van beide het beste in huis.
Technologische
vernieuwingen
in
de civiele sector komen echter nauwelijks van de grond – een van de
kernproblemen van de economie;
– de onder het vorige punt beschreven situatie wordt nog verergerd
door de hoge mate van geheimhouding waarmee de defensie-industrie is omgeven. Daardoor worden
vernieuwingen
die op militair gebied zijn ontwikkeld niet of nauwelijks doorgegeven aan de rest van
de economie, met andere woorden,
er vindt geen ‘kruisbestuiving’
plaats zoals in Westerse economieën gebruikelijk is.

Conclusies
De dalende groei van de economie
maakte in de Sovjetunie in 1976 een la.
gere groei van de defensie-uitgaven
noodzakelijk. De tegenvallende economische groei heeft als belangrijkste
oorzaak een daling van de produktivi-

9) Zie Richard F. Kaufman, Soviet defense
trends, Staf( study, Joint Economie Committee, Congress of the United States, USGPO,
Washington 1983, blz. 17.
Volgens de DIA is er in roebels gemeten
overigens geen afname van de groei van de
defensie-uitgaven waarneembaar na 1976. De
ratio defensie-uitgaven/bnp steeg volgens deze instantie dan ook van 13 à 14 procent in
1970 naar 14 à 16 procent in 1981. In dollars
gemeten komen de DIA en de CIA wel tot dezelfde resultaten. Zie Kaufman, op. cit., blz.
17.
10) Zie David Fewtrell, The Soviet economie
crisis: prospects for the military and the consumer, Adelphi Paper 186, Internationallnstitute
for Strategie Studies, London, 1983, blz. 13.
11) Associated Press meldde op 25 januari jl.
dat een NAVO-rapport van een dag eerder
voor de periode 1986-1990 een verwacht
groeitempo van de defensie-uitgaven noemt.
van 3%. Al in 1983 zou de groei zijn versneld.
12)Zie De Haan, op. cit., blz. 1291.
13) Gregory G. Hildebrandt, The dynamic buro
den of Soviet defense spending, in: Soviet
Economy in the 1980’s: Problems and
Prospects, pt. 1, Joint Economie Committee,
Congress of The United States, USGPO, Was.
hington, 1982, blz. 331-350.
14) Idem, blz. 338.
15) Lars Calmfors en Jan Rylander, Economie
restrietions on Soviet defense expenditure, a
model approach, in: Soviet economy in a new
perspective, Joint Economie Committee, Congress of the United States, USGPO, Washington, 1976, blz. 393.
16) Zie David Holloway, The Soviet Union and
the arms race, Vale University Press, Londen,
1983, blz. 134.

teit van de investeringen 17). Het gebrekaan innoverend vermogen van de
Russischeeconomie speelt hierbij een
belangrijke rol. De omstandigheid dat
de defensiesector kan beschikken
over het leeuwedeel van de uitgaven
voorR&D heeft hierop een niet te verwaarlozeninvloed. Ook andere karakteristieken van de defensie-uitgaven
zettende prestaties van de economie
in aanzienlijke mate onder druk – de
kwalitatievedefensielast (zie de figuur)

geeft de beste beschrijving van deze
relaties. Het komt hier op neer: de defensiesector heeft prioriteit en is daardoor in staat om een produkt te leveren
dat aan de eisen voldoet. Dat gebeurt
echter voornamelijk door de planningsstructuur te omzeilen.
In vergelijking met de rest van de
economie heeft de defensie-industrie
zo de beschikking over betere materialen, beter opgeleide mensen en aanzienlijk betere en uitgebreidere R&D-

Figuur. Een overzicht van de structurele elementen van de kwalitatieve
defensielast

Toeleveringen
op tijd

altijd

Verkwisting
van goede materialen

Grootste deel van de
R&D-voorzieningen,
beste
R&D-voorzieningen

De beste mensen

Geen ‘kruisbestuiving’ (doorgilte van
innovaties aan de rest
van de economie)

faciliteiten; op toeleveringen hoeft ze
nooit te wachten en haar kennis hoeft
ze met niemand te delen. Hoewel de
gevolgen voor de civiele sector wegens een gebrek aan informatie niet
kwantificeerbaar zijn, kan veilig worden gesteld, dat die aanzienlijk zijn en
in ieder geval veel groter dan de statische en dynamische last doen vermoeden. Deze negatieve effecten zijn pas

weg te nemen als er een grondige
structurele herziening van het planningsysteem wordt ingevoerd.
Gertjan van ‘t Land
17) Zie H,C, Bos, Oosteuropese economie in
beweging, Reprint Serie No. 62, Centre lor Development Planning, EUR, Rotterdam, 1982,
blz. 13.

Auteur