De zwarte markt voor westerse
valuta in Polen
DRS. M. P. NUGTEREN
Uit handelspolitieke overwegingen is in vele landen de handel in deviezen aan meer
of minder strenge regels onderworpen. Toch kunnen buitenlandse valuta vaak ,,zwart” worden
gewisseld tegen aanzienlijk hogere koersen dan de officiële.
In dit artikel wordt de zwarte markt voor westerse valuta in Polen besproken.
Hoewel een verbod geldt op zwarte-valutatransacties, kan niet worden gezegd dat de Poolse
regering alles in het werk stelt om overtredingen te voorkomen. Zo staat zij toe dat
dollars worden aangehouden op bijzondere bankrekeningen zonder dat de herkomst moet
worden verantwoord. Bovendien heeft zij diverse bestedingsmogelijkheden
geschapen voor westerse valuta.
Inleiding
Bij het maken van internationale vergelijkingen van nationale inkomens of andere economische grootheden wordt in
officiële publikaties van de Verenigde ~ i t i e s de O E C D e.d,
,
gebruikgemaakt van de officiële wisselkoersen. Hier ligt
echter een probleem. Voor landen die een vrij betalingsverkeer kennen, zal de officiële wisselkoers mogelijk bij benadering gelijk zijn aan de evenwichtskoers. Vele landen kennen
echter geen vrij handels- en betalingsverkeer. Dit geldt ook
voor Polen. Het is onwaarschijnlijk dat de o p het eerste
gezicht ,,willekeurig9′ vastgelegde koers voor de zloty de
evenwichtskoers benadert.
In veel (voornamelijk economisch minder ontwikkelde
en/ of socialistische) landen overschat de officiële koers grovelijk de (hypothetische) evenwichtskoers. Deze discrepantie
tussen de officiële koers en de evenwichtskoers kan tot een
vraagoverschot naar harde valuta leiden (immers: een overwaardering van de eigen valuta betekent een te lage prijs voor
de vreemde valuta). Het zal duidelijk zijn dat dit vraagoverschot de regering ertoe zal brengen de handel in vreemde
valuta in eigen hand te nemen. Het aanbod zal dan worden
gedistribueerd.
Bovengenoemd vraagoverschot, gecombineerd met deze
overheidsmaatregelen. kan tot het ontstaan van een zwarte
markt in deviezen leiden waar aanbieders en vragers, die
bereid zijn tegen een hogere prijs te kopen en verkopen, elkaar
treffen. Daar de overheid sancties zal stellen op het opereren
op de zwarte markt zullen hieraan risico’s verbonden zijn.
In Polen is deze zwarte markt in buitenlandse valuta een
zeer opvallend maatschappelijk verschijnsel geworden. Hierop wordt later in dit artikel ingegaan, waarbij ook de vraagmotieven en de totstandkoming van het aanbod aan de orde
komen. Eerst zullen we een algemene theorie van de zwarte
markt in vreemde valuta bespreken.
wichtsprijs vastgesteld, waardoor een zwarte markt ontstond.
Mijns inziens is Sheikh’s theorie over de zwarte markt in
vreemde valuta de theorie die zich het beste laat toepassen o p
de situatie in Polen l). Hij steunt in theoretisch opzicht in
belangrijke mate o p een artikel van M. Michaely uit 1954, die
daarin echter een algemene zwarte markt, dus niet een
valutamarkt, beschrijft 2). Sheikh hanteert de volgende veronderstellingen:
– de valutamarkt is een markt van volledig vrije mededinging;
– er vindt géén herverkoop plaats van d e valuta in kwestie;
d.w.z., valuta die legaal werd aangekocht, wordt niet o p
de zwarte markt doorverkocht.
Een algemene theorie
In het hypothetische geval dat de wisselkoers gelijk is aan de
evenwichtskoers zal het aanbod van deviezen gelijk zijn aan
d e vraag, welke laatste kan worden opgesplitst in een vraag
ten behoeve van de lopende rekening en een vraag ten behoeve van de ,,capital outflow”. Wordt er een officiële koers
vastgesteld die lager is (in termen van eenheden buitenlandse valuta) dan de evenwichtskoers, dan zal een vraagoverschot ontstaan. De overheid gaat dan over tot distributie van
de deviezen. Er wordt in deze theorie uitgegaan van de
veronderstelling dat deze distributie neutraal verdeelt over
het aantal vragers en dat o p deze manier het gehele aanbod
legaal verdeeld wordt. De ,,capital outflow” van particulieren
zal worden gestopt. De situatie is nu geschikt voor het
ontstaan van een zwarte markt.
Sheikh gaat ervan uit dat een gedeelte van het aanbod o p de
zwarte markt tot stand komt door het boekhoudkundig
overwaarderen van de import door lokale importeurs (of
onderwaarderen van de export door exporteurs). Het totale
aanbod o p de zwarte markt is dan gelijk aan het normale
aanbod bij die koers minus leveringen aan de officiële markt
plus het bovengenoemde aanbod uit de overwaardering van
de import. Het aanbod bij een bepaalde zwarte-marktkoers is
waarschijnlijk geringer dan het geval zou zijn bij een even
hoge, doch legale koers. De risico’s, evenals de morele bezwa-
Tot nu toe is er niet erg veel geschreven over het consumenten- en producentengedrag en de prijsvorming o p een zwarte
markt. De situatie tiidens de tweede wereldoorlog in de
Verenigde Staten heefiechter bij een aantal schrijvers belangstelling voor het fenomeen van de zwarte markt gewekt. Een
aantal prijzen waren toen beneden het niveau van de even-
I) M.A. Sheikh, Black markets for foreign exchange capital flows
and smuggling, Journal of Development Economics, nr. 3, 1976.
2) M. Michaely, A geometrical analysis of black market behavior,
The American Economic Review, oktober 1954.
ESB 25-6-1980
ren e.d., die zijn verbonden aan het opereren op een zwarte
markt, zullen hiervan de oorzaken zijn.
De leveringen aan de officiële markt kunnen we beschouwen als een dalende functie van de zwarte-marktkoers. De
vraag op de zwarte markt is niet onafhankelijk van het
aanbod op de legale markt. Zo zijn er twee tegengestelde
krachten die de vraag beïnvloeden: een prijsdaling op de
zwarte markt zal uiteraard tot een stijging van de vraag leiden,
maar heeft ook een negatief effect, omdat het goedkopere
aanbod op de legale markt toeneemt. Er werd immers verondersteld dat de leveringen aan de officiële markt een dalende
functie waren van de zwarte-marktprijs. Een deel van het
vraagoverschot zal echter niet op de zwarte markt verschijnen
ten gevolge van de reeds genoemde risico’s en de morele
bezwaren.
Op grafische wijze kan gemakkelijk worden aangetoond
dat er een evenwicht bestaat op de zwarte markt, dat bovendien stabiel is.
In bovenstaand figuur stelt Db de vraagcurve op de zwarte
markt voor (het vreemde verloop vindt zijn oorsprong in de
tegengestelde krachten die de vraag op een zwarte markt
beïnvloeden), Sb stelt voor het aanbod op de zwarte markt,
is de officiële koers, terwijl er een evenwicht bestaat op de
zwarte markt bij koers r,b en hoeveelheid Eb.
Stel dat de zwarte-marktkoers gelijk is aan de officiële
koers,
= r. De vraag op de zwarte markt zal nog positief
:
zijn (het genoemde vraagoverschot), maar het aanbod isgelijk
aan nul: het gehele aanbod gaat nu immers naar de legale
markt. Db snijdt Sb dus altijd van onder naar boven, hetgeen
impliceert dat het evenwicht stabiel is. De vraag rijst echter of
er altijd een evenwicht is. Met andere woorden: zullen de
curven Sb en Db altijd een snijpunt hebben? Bij een negatieve
helling voor D is dit natuurlijk altijd het geval, maar zelfs als
de helling van D positief is, loopt de curve toch altijd steiler
dan Sb. De verklaring hiervoor is dat wanneer de zwarte koers
stijgt, er niet alleen een zekere overheveling van het aanbod
naar de zwarte markt zal plaatsvinden, maar ook een groter
aanbod zal ontstaan als gevolg van de hogere prijs. De vraag
zal echter slechts met een fractie van deze overheveling
toenemen, nl. met het onbevredigde vraagoverschot op de
legale markt. Er bestaat dus een stabiel evenwicht op de
zwarte markt.
Hoe verhoudt deze zwarte-marktkoers zich tot de hypothetische evenwichtskoers? Volgens Sheikh zullen de risico-factoren, die hoogstwaarschijnlijk voor aanbieders zwaarder
wegen dan voor vragers, er debet aan zijn dat de zwartemarktkoers hoger ligt dan de evenwichtskoers. Alleen indien
de risicofactoren voor vragers zwaarder wegen dan voor
aanbieders is de zwarte-marktkoers lager dan de evenwichtskoers. Het zal niet eenvoudig blijken te zijn om Sheikh’s
aanname in dit geval te toetsen, aangezien de evenwichtskoers
een hypothetische grootheid is.
Sheikh breidde zijn analyse nog verder uit door het loslaten
e
van de gemaakte veronderstellingen, maar voor de situatie op
de Poolse zwarte valutamarkt is dat van minder belang.
De situatie in Polen
In de centraal geleide Poolse volkshuishouding is de buitenlandse handel geheel in handen van de staat. Er zijn diverse
officiële wisselkoersen voor verschillende doeleinden en een
groot aantal bilaterale koersen 3), die onderling niet overeenstemmen. Het Poolse geld is alleen een binnenlandse waardeeenheid en controlemi~del,
waarvan de export verboden is (en
bovendien weinig lucratief). Omzetting van dit geld in andere
(bijvoorbeeld in harde westerse) valuta is aan strikte banden
gelegd. Bedrijven dienen voor hun import een deviezenaanvraag in te dienen en alle opbrengsten uit export aan de
centrale bank af te dragen. Deze laatste (de Bank Narodowy
Polski) is ook verantwoordelijk voor het in omloop brengen
van de nationale valuta en het geven van kredieten aan de
andere, gespecialiseerde banken.
De diverse wisselkoersen zijn in de loop der tijd ontstaan.
Nadat Polen in 1950 uit het Internationale Monetaire Fonds
was getreden, bond het zijn valuta aan de roebel met een koIers
van één op één. De koers voor de Amerikaanse dollar werd
i
vastgesteld op 4 zloty. Het zal geen verbazing wekken dat d eze
1
koers voor de handel van Polen met het Westen niet erg g unstig was.
Het accent van de economische politiek lag in de ja ren
vijftig op de zware industrie. Dit .had tot gevolg d i t de
produktie van, met name agrarische 4), consumptieartikelen
sterk achterbleef, hetgeen diverse malen tot onlusten leidde.
Tot 1956 was het Poolse staatsburgers verboden goud en
buitenlandse valuta te bezitten of te verhandelen. Hetzel fde
gold voor het aanhouden van tegoeden in het buitenlaind.
Toen de stalinist Bierut in 1956plaatsmaakte voor de libendere Gomulka als partijvoorzitter, werd het monetaire bewii nd
minder strak. Het werd Poolse burgers toegestaan buitienlandse deviezen te bezitten, mits deze niet via zwarte handel
waren verkregen. Zij konden zelfs hun (tot dan toe) illegale
goud aan de centrale bank verkopen tegen harde valuta.
De absurditeit van de lage officiële dollarkoers werd stel:ds
sterker gevoeld. Verscheidene staatsbedrijven boden rel:ds
(heimelijk) hogere prijzen voor westerse deviezen en in 15)62
werd een koers van 24 zlotys voor $ 1 voor internationale h;mdelsdoeleinden vastgesteld (vanaf 1957 bestond deze koer!s al
als toeristenkoers). De aanvankelijke koers van 4 zlotys vclor
$ I werd daarna alleen nog voor statistische doeleinclen
gebruikt. Ook werd in 1962een opkoopkoers ingesteld (Zl. 72
= $ I) tegen welke prijs men voortaan legaal verkregen dol1ars
aan de bank kon verkopen of wisselen tegen bonnen v(lor
geimporteerde luxe goederen. In 1965 werd een ,,toeristenpremiekoers” (ZI. 40 = $ 1) ingevoerd voor bezoekers die meer
l
dan $ 5 0 wisselen. Voorts bestaan nog speciale koersen v()or
studenten, partijleden en dergelijke.
Op 1 januari 1961 werd in het kader van de monetilire
hervormingen in het oostblok de koers van de zloty ten
opzichte van de roebel gesteld op Z1.4,44. Dit beinvloedde:de
koers ten opzichte van de dollar niet, evenmin als latere re.-en
devaluaties ten opzichte van de roebel.
De handel met het buitenland nam in de jaren zestig veeder
toe en tegelijkertijd Polens schuldenlast in het Westen. Deze
schuld bedroeg in 1964 S 800 mln. Het grootste gedeelte Ijan
de buitenlandse handel werd gevoerd binnen het oostblok rnet
de Sovjetunie als grootste handelspartner.
De kosten van levensonderhoud waren in de jaren ze:rtig
voortdurend gestegen, maar de aankondiging van aanziendij-
3) Soms geldt deze koers zelfs maar voor een beperkt aantal goe
ren.
4) De landbouw werd trouwens tot op heden niet genationalise
i.t.t. in andere oostbloklanden.
e prijsstijgingen eind 1970 was de druppel die de emmer deed
overlopen. In Gdansk brak december 1970 een oproer uit ten
gevolge waarvan Gomulka uiteindelijk werd vervangen door
Gierek. Deze begon aanvankelijk met het voeren van een
pragmatischer politiek. Op monetair gebied werd meer vrijheid geschapen. Vanaf juli 1970 was het de Poolse burgers
toegestaan hun deviezen op een speciale bankrekening (een
z.g. A-konto) aan te houden. In april 1971 werd wéér een
nieuwe koers in het leven geroepen: a Z1.55 per dollar kon
men nu dollars kopen ten behoeve van reizen buiten het
oostblok. De hoeveelheid was echter strikt gerantsoeneerd: er
gold een maximum van $ 100 per persoon per drie jaar, terwijl
de verstrekking van deze som nog gekoppeld was aan de
verlening van een uitreisvergunning.
De devaluatie van de dollar in het begin van de jaren
zeventig leidde tot aanpassingen van de diverse ,,dollarkoersen”. De ,,opkoopkoers” (inmiddels Zl. 56 voor $ l) werd op
I januari 1975 afgeschaft. De bank koopt nu deviezen van
particulieren tegen de lagere toeristenkoers. Sinds de zomer
van 1976 behoeft niet langer de herkomst van deviezen te
worden verantwoord wanneer deze op een bankrekening
worden gezet.
i De nieuwe regering begon op grote schaal consumptieartikelen uit
ic min of het Westen in te voeren. Ook de industrie werd op een
meer ,,westersev leest geschoeid. Grote leningen
werden in het westen gesloten ten behoeve van de invoer van
westerse technologie. Het terugbetalen, vaak in natura, leverde echter al snel problemen op. Polen was voor het grootste
deel van zijn internationale handel nog steeds aan het oostblok gebonden, en de daarbij geldende handelsvoorwaarden
waren (en zijn) voor Polen niet altijd even gunstig. De
ontwikkeling van de binnenlandse produktie verliep niet zo
voorspoedig als werd gewenst en de afzet van diverse artikelen
in het westen is als gevolg van de economische crisis onder de
verwachtingen gebleven. In januari 1980 bedroeg de schuldenlast aan het Westen bijna $17 mrd. Met dit bedrag is Polen
1 van alle oostbloklanden de grootste schuldenaar van nietsocialistische landen.
Na de import van consumptiegoederen in het begin van de
jaren zeventig (waar enig politiek opportunisme zeker niet
vreemd aan was) is het accent de laatste jaren verschoven naar
de import van produktiemiddelen. Hierdoor bestaat op het
ogenblik een grote vraag naar buitenlandse consumptieartikelen. Bovendien zijn zeer veel in het binnenland geproduceerde artikelen, die in het buitenland kunnen worden afgezet,
op de eigen markt niet langer verkrijgbaar. Het gebrek aan
vlees is het opvallendst en incidenteel bestaat er zelfs ook
gebrek aan steenkolen en aardappelen (voor beide artikelen
behoort Polen tot de tien grootste producenten ter wereld ).
Vraag en aanbod van westerse deviezen
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft in Polen een zwarte
markt bestaan voor buitenlandse valuta, voornamelijk dollars. Tijdens het strakke bewind van Bierut (1948- 1956), toen
zwarte deviezenhandel met de doodstraf kon worden bestraft,
nam de omvang van de illegale valutatransacties af ten
opzichte van de eerste jaren na de oorlog. Na 1956 werden de
straffen lichter en de controle geringer. Zoals gezegd werd het
aanhouden van deviezen gelegaliseerd. De legalisatie en het
afschaffen van de voordeliger opkoopkoers in 1975werkte de
groei van de zwarte markt in de hand. In Piek’s currency
yearbook 1975 wordt de omzet op de illegale markt in 1974in
Polen op ca. $2,5 mln. per maand (!) geschat.
Enige motieven voor het ontstaan van de vraag op de
zwarte markt kunnen zonder moeite worden genoemd. Het
zeer beperkte legale aanbod van deviezen wordt zeer strak
gedistribueerd. Daar de zloty een niet-convertibele valuta is,
zal men ten behoeve van reizen in het buitenland deviezen
moeten aankopen voor zover het officiële quantum niet
toereikend is. Het reizen naar het Westen is in Polen de laatste
jaren sterk toegenomen. In 1975 reisden 315.000 Polen naar
niet-Comeconlanden; in 1976 steeg dit aantal tot ongeveer
400.000.
Het gebrek aan vertrouwen in de eigen valuta is een tweede
motief. In tabel 1 is te zien, dat indecember 1970de koers van
de dollar ongekend hoog was. In die maand vond het oproer
in Gdansk plaats, dat het voortbestaan van de huidige volksrepubliek in gevaar bracht. In dejaren daarna daalde de koers
van de dollar echter weer ten gevolge van de toenemende
consumptiemogelijkheden in Polen zelf. De laatste jaren is de
koers echter weer gaan stijgen ten gevolge van de slechter
wordende economische situatie. De zwarte koers weerspiegelt vrij nauwgezet de politieke en economische situatie.
Het belangrijkste motief is echter waarschijnlijk de tekorten aan diverse goederen. De Poolse overheid heeft een aantal
mogelijkheden geschapen om de schaarse ,,tradeablesW,
hetzij
geimporteerde goederen, hetzij potentiële exportgoederen,
tegen deviezen in het binnenland te kopen (anders dan in b.v.
de Sowjet-Unie staan deze mogelijkheden voor een ieder
open). Verkoop tegen deviezen in het binnenland is immers
ook een vorm van export.
In de zogenaamde ,,Pewex”-winkels zijn bovengenoemde
adikelen, van chocola tot wasmachines, tegen deviezen te
koop. Via de ,,PeKaO” kunnen auto’s, landbouwmachines
e.d. met dollars (en uiteraard andere westerse valuta) aangekocht worden en ,,Locurn” verzorgt woningen tegen deviezen.
Het kopen met deviezen via deze instanties biedt bovendien
aanzienlijke voordelen boven het kopen met zloty’s. Koopt
I
t
:
l
f
B
Tabel l . Zwarte-marktkoersen van de Amerikaanse dollar (in Z1 per $, aan her eind van de maand)
Jan.
1955
1956
1957
1958
1959
IW
1%1
1962
1%3
1964
l%5
1966
1 %7
1968
1%9
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
48.50
81.50
125.00
185.00
110.00
l 10.00
98.00
89.00
99-00
110.00
107.00
110,00
102.50
115.00
140,00
132.50
145.00
88.00
87.50
82.00
87.50
118.50
…
…
Febr.
Maan
49.00
80.00
125.00
170,00
105.00
105,00
87.50
95.00
95.00
1 10.00
105.00
112.50
100.00
115.75
140,00
134.00
140,00
83.00
80.00
82.25
96.00
100.50
I M.00a)
…
a) Eigen ot~sewaties.
Bron. Pick’s curreno iearbook. 1966. 1974. 1976.
ESB 25-6- 1980
April
65.00
74.25
115.00
ll5.W
100.00
100,00
82.00
105.00
100.00
100,00
100,00
110.00
94.00
125.00
144.00
120.00
1 10.00
84.00
71.00
79-60
103.00
107.00
…
…
Mei
66.00
72.50
110.00
120.00
96.00
97.00
75.00
95.00
98.00
100.00
105.00
98.00
100.00
137.00
125.00
135.00
100.00
88.00
68.00
87.80
87.00
…
…
130.Wa)
Juni
Juli
Sept.
Okt.
Nov.
Dec.
68.50
71.50
115.00
110.00
95.00
96.00
68.00
94.00
100.00
100.00
110.00
90.00
110.00
140.00
115.00
118.00
90.00
90.00
68.00
85.85
92.50
110.00a)
140.00a)
79.50
76.00
130.00
115.00
94.00
105.00
70.00
98.50
105.00
105.00
105.00
91.50
110.00
132.00
115.00
122.50
100.00
85.00
77.50
90.30
115.00
1 10.W)
140.00a)
82.50
74.00
170.00
125.00
100.00
100.00
82.00
II0.W
105.00
108.00
120,00
98.50
122.W
155.00
143.00
127.50
100.00
79.00
80.50
87.50
95.50
81.50
82.00
180.00
135.00
1 15.00
95.00
85.00
115.00
108.00
112.50
1 15.00
102.50
133.00
149.00
147.50
129.00
100.00
85.00
70.50
82.00
112.50
82.50
110.00
175.00
125.00
120.00
85.00
88.00
118.00
107.50
110.00
110.00
1 15.00
115.00
140.00
138.00
125.00
99.00
82.00
78.00
92.00
113.50
84.00
135.00
170.00
1 15.00
1 15.00
95.00
90.00
105.00
105.00
105.00
105.00
117.00
124.00
145.00
143.50
180.00
85.00
88.00
83.00
88.00
129.00
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
140.00
135.00al
135.00a)
…
men deze artikelen met zloty’s (als dat tenminste mogelijk is)
dan is er vaak sprake van een aanzienlijke wachtlijst. Voor
auto’s bedraagt deze ongeveer vier jaar, voor woningen van
zeven tot tien jaar. Tegen betaling in dollars kan het gewenste
artikel onmiddellijk worden geleverd. In februari 1980 werd
besloten tot de invoer van Japanse personenauto’s, die echter
alleen tegen harde valuta op de binnenlandse markt zullen
worden aangeboden. Soms worden voor min of meer noodzakelijke
en diensten deviezen geëist: geregeld gebeurt
het dat artsen mediciinen voorschriiven die niet in het oostblok worden geproduceerd en alleen tegen harde valuta
verkrijgbaar zijn.
Het aanbod op de zwarte markt komt uit diverse bronnen.
De belangrijkste bron zijn waarschijnlijk de overdrachten van
familieleden of kennissen in het buitenland. Er leven bijvoorbeeld circa zes miljoen Polen, of mensen van Poolse afkomst,
in de Verenigde Staten. Een andere bron zijn toeristen of
andere buitenlandse bezoekers. Iedere buitenlander die Polen
bezoekt zal herhaaldelijk, in de grote steden zelfs onophoudelijk, worden aangesproken met de vraag of men wenst te
wisselen. Velen zijn bereid om buitenlands geld op te kopen.
Verder werkt een groot aantal Polen, al dan niet legaal, voor
korte of langere tijd in het buitenland, voornamelijk in
Zweden, Engeland en West-Duitsland. Het door Sheikh
genoemde boekhoudkundig over(onder-)waarderen van de
im-(ex-)port gebeurt in Polen waarschijnlijk weinig.
De houding van de overheid tegenover de zwarte markt
voor deviezen lijkt eerder stimulerend dan gericht te zijn op
een effectief verbod. De aanvankelijk zware straffen onder
Bierut werden na hem snel vervangen door geldboetes of
lichte gevangenisstraffen. Het aantal arrestaties is in de laatste
jaren echter minimaal. Op de zwarte markt wordt vaak zeer
openlijk gehandeld. Op 2 januari 1980werd door de ,,Milicja9′
een ,,razziaw gehouden bij staatswinkels om het onder de
toonbank achterhouden (en mogelijk daarna op de zwarte
markt brengen) van goederen aan het licht te brengen. Van
i
dergelijke maatregelen tegen zwarthandelaars in valuta is m ]
echter nog niets bekend.
Controlemaatregelen op zwarte deviezenhandel zijn stelsel.
matig afgeschaft. Zo is iedere toerist verplicht de in te voerer
hoeveelheid valuta te declareren. Op het declaratieformuliei
is echter sinds 1977 de bepaling opgenomen, dat een ieder vrij
is iedere gewenste hoeveelheid deviezen aan een Poolse
staatsburger te schenken. Eerder werd al opgemerkt, dat
,,zwartwverkregen deviezen op bankrekeningen vrijelijk aan.
gehouden kunnen worden. Op deze A-konto’s hielden in
januari 1980 meer dan een half miljoen Polen een bedrag van
meer dan $ 600 mln. aan.
Het aantal instellingen waar volstrekt legaal met deviezen
kan worden betaald toont aan dat de Poolse overheid, zo niet
de zwarte markt stimuleert, dan toch in ieder geval zich aande
bestaande situatie conformeert. Hiervoor zouden twee redenen kunnen bestaan. Ten eerste stroomt via de legale instituties een omvangrij k deel van de zwarte deviezen in de staatskas. Ten tweede fungeert de zwarte markt als een soort
uitlaatklep voor gevoelens van sociale onrust. Een niet onaanzienlijk deel van de bevolking kan op deze manier aan
consumptiegoederen worden geholpen zonder dat dit de
Poolse overheid schaarse deviezen kost.
Theorie en praktijk
In deze paragraaf zal worden onderzocht of de door
Sheikh gemaakte veronderstellingen van volledig vrije mede
dinging en het ontbreken van herverkoop van toepassing zijn
op de situatie in Polen.
De zwarte markt in harde valuta is in Polen inderdaad een
zeer doorzichtige markt waar zeer veel vragers en veel aanbieders optreden. Hoogstens bestaan er kleine koersverschillen
tussen de koersen in de grootste steden en in de provincie,
maar deze bedragen niet meer dan een tiental zloty’s per
dollar 5).
Herverkoop van legaal verkregen valuta op de zwarte
markt zal slechts in zeer geringe mate plaatsvinden. De
officiële verstrekking aan particulieren was in 1976 slechts
$ 100 per persoon per drie jaar. Het bedrag is momenteel
variabel, maar in ieder geval kleiner: het gebeurt vaak dat
tegelijk met de uitreisvergunning (waaraan de officiële verkrijging van deviezen is gekoppeld) slechts een vergunning
wordt gegeven voor de aankoop van $ IS! Deze aankoop
geschiedt trouwens niet tegen de lage koers van Z1.24 per
dollar, maar tegen een speciale koers (in 1976 ZI. 49,80). Het
zal dan ook vaker voorkomen dat men de voor een buitenlandse reis verkregen dollars op de zwarte markt probeert aan
te vullen.
Naast bovenstaande veronderstellingen onderkent Sheikh
nog een factor die voorkomt dat de zwarte koers gelijk zou
zijn aan de evenwichtskoers. Dit is het risico, dat is verbonden
aan het opereren op de zwarte markt. In het voorgaande werd
reeds gesteld dat het risico minimaal is.
Volgens de theorie zou men dan ook mogen verwachten,
dat de zwarte koers gelijk is aan, of slechts een fractie hoger is
dan de evenwichtskoers. Het toetsen van deze theorie wordt
bemoeilijkt door het feit dat de evenwichtskoers een hypothetisch begrip is en dus niet valt waar te nemen. Op grove wijze
heb ik in tabel 2getracht eenevenwichtskoers te schatten door
de prijsnoteringen in zloty’s en in dollars te vergelijken van
een aantal goederen die zowel tegen dollars als tegen zloty’s te
koop zijn. Daarna werden deze prijzen gewogen met het
aandeel van deze goederen in Polens buitenlandse handel.
Deze verhouding levert een wisselkoers op die blijkbaar door
de overheid als een ,,market clearing rate” wordt beschouwd.
De uitkomst was een koers van Z1. 114, terwijl op hetzelfde
5) De voornaamste reden hiervoor zal zijn dat de directe aanwendingsmogelijkheden in de provincie iets geringer zijn.
Tabel 2. Prijsvergelijkingen van zowel tegen zloty’s als tegen
dollars verkrijgbare artikelen, februari 1979
Anikelen
Ia)
Import/
export
Prijs
Prijs
(b)
Koers
Wd)
Aandeel
int.
handel
(e)
(O
P
Paraplu’s
Wollen truien
Corduroy broek
Nachtjaponnen
Bontjasxn
k r e njassen
Dameslineerie
I
I
I
I
E
E
I
141
1O
3
122
1 56
115
l26
129
Totaal k1edinge.d
I
E
110
I21
4.5
9.0
..Max Factor”-mascara
..Max Factor”-poeder
Eyeliners
..Old Spice”4eodorant
Tolaalcosmetica
0.7
Kristallenvaas
Kristallenvaas
Kristallenasbak
Comacalazen
0.4
Nescafé
Pickwick thee
Totaal delicatessen
0.2
Wodka(0.75 Itr)a)
Kersenbrandewijn
Spiritus(ger.)
Totaal spiritualiën
0.8
Ceriina horloge
Bandrecorder
o. 1
o. 1
Polski Fiat 125p
I’olski Fiat 126 p”e”
Totaal auto’s
3.9
Totaal import (gewogen met het aandeel i n de totale import)
Totaal export (gewogen met het aandeel i n de totale export)
Gewoacn aemiddelde
a) Er is gecorrigeerd voor een accijns van 50% op de spiritualiën. die wordt geheven om
overmatigdrankgebruik tegen tegaan.
moment de zwarte-marktkoers van de dollar tussen de Z1. 130
en ZI. 135 schommelde. Volgens deze berekening zou de
zwarte-marktkoers dus hoger zijn dan de ,,evenwichtskoers”.
Bij deze berekening rees echter een groot aantal problemen.
Ten eerste is het aantal goederen dat zowel voor deviezen als
voor dollars te koop is, geer gering. Ten tweede konden alleen
die goederen in de beschouwing worden betrokken, die niet
door de overheid worden gesubsidieerd dan wel met een
accijns belast. Bovendien worden geen tijdreeksen van deze
prijzen gepubliceerd. De waarnemingen hebben dus slechts
betrekking op één tijdstip. Het vierde probleem was dat de
goederen in kwestie vaak voor zloty’s zeer beperkt voorradig
zijn, terwijl ze voor dollars onmiddellijk leverbaar zijn. Door
deze omstandigheid en het feit dat de dollar nog andere
aanwendingsmogelijkheden heeft dan alleen het kopen in
,,PewexW-winkels,zal de zwarte-marktkoers waarschijnlijk
een agio doen ten opzichte van de grof berekende ,,evenwichtskoers”.Deze negatieve bias in de berekende koers doet
vermoeden dat de zwarte-marktkoers en de evenwichtskoers
dichter bij elkaar liggen dan in bovenstaande berekening.
Conclusie
Wij zagen dat Polen een zeer omvangrijke markt in harde,
westerse valuta kent, waarop het marktgedrag de volledige
vrije mededinging tamelijk dicht benadert. Dit maakt het
aannemelijk dat het niveau van de zwarte-marktkoers niet
sterk afwijkt van dat van de evenwichtskoers.
ESB 25-6-1980
De realiteit van de zwarte markt voor buitenlandse valuta
heeft negatieve kanten. Zij betekent een doorkruising van
sommige doelstellingen van de socialistische Poolse samenleving zoals die van een zo gelijk mogelijke inkomensverdeling
en die van gelijke kansen voor iedereen. Twee klassen zijn
erdoor geschapen: de klasse van mensen die zijn aangewezen
op hun inkomen in zloty’s en het sterkst worden geconfronteerd met de tekorten in de Poolse economie en de klasse van
,,dollarbezitters”, die toegang hebben tot de zwarte markt,
en voorrang hebben (en in vele gevallen zijn geprivilegieerd)
bij het verkrijgen van diverse, niet noodzakelijkerwijs luxe,
goederen en diensten 6).
M.P. Nugteren
6) Behalve de reeds genoemde literatuur zijn de volgende publikaties
geraadpleegd: Glówny Urzad Statystyczny, Rocznik statystyczny,
Warschau, 1978; US-Department of Commerce: Statistical abstract
ofthe US, Washington D.C. 1977; Wydawnictwo Interpress, Poland,
handbook, Warschau, 1977; M . P. Nugteren, De zwarte markt in
vreemde valura en de wisselkoers. een verkenning van de siruarie in
Polen, doctoraalscriptie, Rotterdam, april 1979.