Ga direct naar de content

De wal keert het schip

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 18 1987

De wal keert het schip
Van de beleidsreacties die in de analyses van de
beurskrach worden aanbevolen, krijgt sterke beperking van het begrotingstekort in de Verenigde Staten de meeste stemmen. Op de tweede plaats staan
ex aequo het voorkomen van liquiditeitsproblemen
en het vermijden van protectionisme, kortom het
niet vervallen in de ‘fouten van de jaren dertig’. De
popularitiet van deze aanbevelingen duidt erop dat
er te veel naar de toekomst wordt gekeken via de
spiegel van het verleden. De eerste plek komt toe
aan de uitvoering van de tot nu toe genegeerde afspraak in het Louvre-akkoord: refleren in de overschotlanden en defleren in de tekortlanden.
De achterliggende oorzaak van de krach is zonder
twijfel de langdurige situatie van overbesteding in de
VS. Lang heeft de markt geloofd dat de combinatie
van een lage binnenlandse spaarquote, een voor
Amerikaanse begrippen groot financieringstekort
van de overheid (4 a 5% van het bnp) en een tekort
op de lopende rekening (3 a 4% van het bbp) zou
worden gecorrigeerd door de economische groei.
Uit de ruime toestroom van buitenlands kapitaal,
waarmee de beide tekorten werden gefinancierd,
blijkt dat dit geloof wereldwijd werd aangehangen.
Nu realiseert men zich, ook wereldwijd, dat binnenkort de rente op de snel gegroeide overheidsschuld
de andere overheidsbestedingen gaat wegdrukken.
Aangezien een groot deel van de schuld in buitenlandse handen is, nadert ook het moment dat de invoer wordt weggedrukt door de schuldendienst. Deze vooruitzichten zijn niet te verzoenen met de verwachting van voortgaande groei en dat inzicht
moestvroegof laattotheteindevandebeurshausse
leiden.
Bestedingsbeperking, of die nu wordt afgedwongen door bezuinigingen op de overheidsuitgaven en
belastingverhoging dan wel autonoom tot stand
komt, was en is onafwendbaar. Daar doet de beurskrach op zich weinig aan toe of af. Maar nu keert de
wal het schip. De bestedingsbeperking waaroverde
politiek het maar niet eens kon worden, komt nu immers via de markt tot stand. De krach zal ten eerste
leiden tot een dating van de particuliere consumptie.
De vele kleine particuliere beleggers zullen geneigd
zijn het vermogensverlies uit hoofde van de koersval
zo snel mogelijk goed te maken door meer te sparen.
Deze haast wordt mede bepaald door de gewoonte
veel aankopen te doen met geleend geld. De verliezen op aandelenbeleggingen beperken direct de
kredietlimieten en daarmee de bestedingsruimte.
De schattingen van de dating van de particuliere
consumptie in 1988 als gevolg van het vermogensverlies lopen uiteen van $37 mrd. tot $90 mrd.,
d.w.z. 1 a 2,5% van het bnp. Bij deze vraaguitval
moet een dating van.de investeringen worden opgeteld. Enerzijds is ook de kredietwaardigheid van het
bedrijfsleven door de krach afgenomen, anderzijds
verslechteren de afzetverwachtingen als gevolg van
de beschreven consumentenreactie. De schattingen van deze bestedingsbeperking liggen rond de
$ 25 mrd. voor het komende jaar.
De totale bestedingsbeperking in de particuliere
ESB 18-11-1987

sector is in ieder geval omvangrijk genoeg om de
reele groei in 1988 tot ten hoogste 1 % van het bnp te
reduceren. Bovendien biedt deze ontwikkeling uitzicht op een forse daling van de invoer. Tegen deze
achtergrond is het niet eens zo’n ramp als regering
en Congres het niet eens kunnen worden over fors
hogere bezuinigingen dan de $23 mrd. die de
Gramm-Rudman-Hollings-wetoplegt. Aangezien de
laatste handelscijfers erop wijzen dat ook de goedkopere dollar begint door te werken in de buitenlandse handel, lijkt extern evenwicht voor de VS binnen
handbereik. De pleidooien voor protectionisme verliezen daardoor voorlopig hun betekenis. De druk op
de dollarkoers vanuit de rest van de wereld zal afnemen. De financiering van de begrotingstekorten is
dan een interne aangelegenheid en hoeft bij verstandig begrotingsbeleid niet te leiden tot rentestijging en druk op de dollar van binnenuit. Wellicht
heeft de krach de belangstelling voor staatsobligaties voldoende aangewakkerd, zodat groeiremmende belastingverhoging c.q. bezuinigingen of dollarkoersbedreigende monetaire financiering achterwege kunnen blijven.
Het geschetste perspectief voor de Amerikaanse
economie brengt onvermijdelijk met zich mee dat de
invoervraag van de VS niet langer als locomotief
voor de wereldhandel dienst zal doen. Die f unctie zal
door andere landen moeten worden overgenomen.
Het probleem is echter dat de landen die daarvoor in
aanmerking komen zich onvoldoende verantwoordelijk voelen voor de wereldeconomie. De beleidsmakers in West-Duitsland en Japan, die mede
dank zij de bloeiende export naar de VS jarenlang
overschotten op hun lopende rekening hebben gerealiseerd, ruime deviezenreserves hebben opgebouwd, een lage inflatie en kleine begrotingstekorten kennen, dienen te beseffen dat de internationale
betalingsbalansverhoudingen een nulsomspel zijn.
Als zij blijven weigeren hun economieen voldoende
te stimuleren om hun handelsoverschotten te reduceren, zullen die overschotten uiteindelijk verdwijnen als gevolg van tekortreducerende bestedingsbeperking bij hun handelspartners. Daarvan geven
de VS nu noodgedwongen een voorproefje. Geschat
wordt b.v. dat 1% daling van de effectieve vraag in
de VS de economische groei in Japan met 0,75%punt vermindert.
Het voorkomen van een wereldwijde economische recessie is dus vooral afhankelijk van maatregelen die al lang hadden moeten zijn genomen. Het
gaat om het bereiken van extern evenwicht door zowel de tekort- als de overschotlanden. De VS als
grootste tekortland hebben door de krach geen keus
meer. Tot nu toe zijn een internationaal akkoord en
een beurskrach echter nog niet voldoende om de
overschotlanden, die (nog) niet economisch klem
zitten, te doordringen van de noodzaak om door verruiming van de bestedingen tot extern evenwicht te
komen. Kennelijk moet de wal ook het schip van deze nieuwe mercantilisten keren.

W. Sietsma
1081

Auteur