Ga direct naar de content

De valse belofte van een basisinkomen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 2 2014

In zijn FTM-column doet Robin Fransman een oproep om het ingewikkelde Nederlandse systeem van toeslagen en heffingskortingen te vervangen door een basisinkomen. Verdienstelijk is het dat Fransman niet alleen een oproep plaatst maar deze ook voorziet van een concreet voorstel en een vingeroefening hoe dit basisinkomen is te financieren. Veel discussies lopen immers stuk op de financierbaarheid van het basisinkomen. In zijn voorstel zijn toeslagen en uitkeringen niet meer nodig en krijgt iedere volwassene een belastingvrij basisinkomen van een halve AOW uitkering (voor een echtpaar). Helemaal interessant wordt het als Fransman een koppeling maakt met de sociale vlaktaks. Zou dan toch het perspectief van de door ondergetekende vurig bepleitte sociale vlaktaks in het vizier komen door een koppeling met een basisinkomen? Mijn conclusie na lezing van dit pleidooi is dat het Fransmiaanse basisinkomen ons eerder van de drup in de regen zal brengen en dat de plannen voor een sociale vlaktaks van het WI voor het CDA superior blijven.

Eén basisinkomen zal niet volstaan

Het is te mooi om waar te zijn: één basisinkomen. In mijn ogen zal een politieke discussie ontstaan over de hoogte of zullen er tal van uitzonderingen komen. Laat ik dit met twee voorbeelden illustreren. In het voorstel van Fransman zullen ruim twee miljoen alleenstaande AOW´ers geconfronteerd worden met een verlaging van hun inkomen met 20% WML (Wet Minimum Loon). Voor AOW-gerechtigden die alleen zijn aangewezen op een AOW-uitkering of een beperkt aanvullend pensioen is het uiteraard niet acceptabel dat men door de bodem van het bestaan zakt en zal een aanvullende uitkering van tenminste 20% WML noodzakelijk zijn. Bijzondere bijstand daarvoor volstaat niet, omdat dit potje beperkt is. Sterker nog, het is niet acceptabel omdat dit de discretionaire bevoegheid wordt van gemeenten. Dus er zal gewoon een regeling komen en zo hoort het ook.

Een tweede uitzondering op het schrappen van alle toeslagen wordt al door Fransman aangedragen, namelijk de kinderopvangtoeslag. Het schrappen daarvan heeft immers als consequentie dat werkende partners zich massaal van de arbeidsmarkt gaan afwenden, maar Fransman slaat door met het bepleiten van gratis kinderopvang. Eerdere doorrekeningen van verkiezingsprogramma´s in 2006 tonen aan dat dit een forse aanzuigende werking zal hebben en veel partijen kozen dan ook eieren voor hun geld. Een prijs van nul betekent immers dat vormen van informele opvang massaal vervangen zullen worden door formele opvang.

Gooi het kind niet met badwater weg

Maar ook voor de andere toeslagen geldt dat zij een bepaald doel dienen. De huurtoeslag zorgt ervoor dat ook lagere inkomens een betaalbare woning kunnen krijgen. De gedachte dat alle toeslagen eenvoudig vervangen kunnen worden door belastingverlaging of een basisinkomen is mijn inziens veel te kort door de bocht. Zo heeft de Commisie van Dijkhuizen berekend dat als alle toeslagen worden afgeschaft en de opbrengst wordt gebruikt om het tarief eerste schijf in de loon- en inkomstenbelasting te verlagen dit voor sommige huishoudens met een laag inkomen kan leiden tot een inkomensdaling van bijna 30% (zie blz. 81). Dezelfde uitwerking als een verlaging van de tarieven heeft een basisinkomen. Huishoudens die nu gebruik maken van meerdere toeslagen zullen tekortkomen of het basisinkomen zal onbetaalbaar worden.

Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat het huidige systeem van toeslagen geen modernisering vergt. Zo hebben Eddy van Hijum en ik er eerder voor gepleit om de huurtoeslag over te dragen naar de corporaties (zie Gradus en Van Hijum (2013)). Voortaan zullen corporaties huishoudens met recht op huurtoeslag een afslag op de huur gaan geven om daarmee lagere inkomens compenseren. In ons plan gaan verhuurders de huurtoeslag grotendeels zelf betalen en wordt in ruil daarvoor de verhuurdersheffing geschrapt. Het belangrijkste voordeel van de afslagsystematiek is dat verhuurders beter gaan letten op de goede match tussen de woning en het inkomen van de huurder om zo de kosten van de afslag te beperken. Hierdoor zal een dynamiek op gang komen van nieuwe verhuringen.

Ook bij de zorgtoeslag lijkt een weeffout aanwezig doordat in de huidige systematiek lagere inkomens een bepaald maximumpercentage van hun inkomen aan zorgkosten mogen besteden, waardoor als de zorgkosten sneller stijgen dan het inkomen een steeds groter deel van de bevolking aanspraak maakt op zorgtoeslag. De komende jaren is het dus in mijn ogen onontkoombaar dat ook laagbetaalden een groter deel van de zorgkosten voor hun rekening nemen. Maar na deze aanpassingen ontstaat er in mijn ogen alleszins een acceptabel systeem.

Sociale vlaktaks

Het is beter om een stelselwijziging te concentreren op de echte problemen van de Nederlandse economie. Kernprobleem van de Nederlandse economie is zoals Fransman terecht opmerkt de hoge marginale druk voor inkomens rond modaal. Daardoor gaat iemand die een dag extra werkt of iemand die opslag krijgt er amper op vooruit. Hierdoor wordt vervolgens eigen initiatief de grond in geboord en dat is fnuikend. Opvallend is dat juist dit kabinet met een liberale premier de marginale druk voor de middeninkomens zo laat oplopen door onder meer een inkomensafhankelijke heffingskorting.

Het is daarom hoog tijd voor een sociale vlaktaks. Doorrekeningen van het CDA-verkiezingsprogramma door het CPB laten zien dat dit op korte termijn heel goed mogelijk is en ruim 100.000 nieuwe banen oplevert. Het is maar zeer de vraag of het alternatief van Fransman dezelfde werkgelegenheidsopbrengst genereert. Hij stelt een sociale vlaktaks voor met een vlaktakstarief van 25% en vanaf een (gezins)inkomen van 60.000 euro geldt een tarief van 45%. Dit betekent dat een gezin waarin zowel man als vrouw een modaal inkomen verdienen al met dit hoge marginale tarief worden geconfronteerd. Superior is dan ook het CDA-voorstel met een toptarief vanaf een veel hoger (individueel) inkomen van 80.000 euro. Dat zorgt er namelijk voor dat de middeninkomens, immers de ruggengraat van de Nederlandse economie, er wel op vooruit gaan. Bovendien beïnvloedt in ons voorstel de overheid niet langer de keuzes in bijna ieder gezin, bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag wie hoeveel uren werkt. Meer keuzevrijheid voor de mensen zelf dus. Ook is er in ons voorstel geen discussie over een mogelijke compensatie van de onderkant, omdat het toekomstige vlaktakstarief gelijk is aan het huidige tarief eerste schijf.

Let op de werkloosheidsval

Ook het voorstel van Fransman om het wettelijk minumumloon te verlagen naar 1000 euro per maand en de arbeidskorting niet langer in stand te houden kent de nodige valkuilen. Dit kan er inderdaad toe leiden dat bepaald lager betaald werk aantrekkelijk wordt om te vragen, maar leidt wel tot een werkloosheidsval. Immers het basisinkomen bedraagt 760 euro per maand, grosso modo, hetzelfde als het netto-minimumloon. Daardoor worden uitkeringsgerechtigden nog minder dan nu het geval is geprikkeld om te gaan werken. De armoedeval wordt weliswaar opgelost, maar de werkloosheidsval komt er voor de plaats. Kansarmen hebben niet langer een prikkel om te gaan werken. Ook hier zal dus politieke druk gaan ontstaan om hen extra te compenseren.

Slotsom

Resumerend is het verdienstelijk dat Fransman de discussie over de Nederlandse verzorgingsstaat nieuw leven inblaast met zijn voorstel voor een combinatie van de sociale vlaktaks en een basisinkomen. Naar mijn overtuiging werkt een basisinkomen uiteindelijk echter eerder complicerend dan behulpzaam. Immers, wil een basisinkomen betaalbaar zijn, dan zijn opnieuw tal van uitzonderingen noodzakelijk. En wanneer  we voor de onderkant dezelfde inkomensplaatjes willen, dan wordt een basisinkomen absoluut onbetaalbaar. Beter is het om de energie te richten op het echte probleem van de Nederlandse economie: de hoge belastingdruk voor mensen met een modaal inkomen. Zij vormen een van de belangrijke kurken waarop onze economie en onze samenleving drijven.

Auteur

Categorieën