=CONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
D
De terugkeer van de prijscompensatie
Nadat minister Albeda in maart de definitieve inhoud
van de loonmaatregel bekend had gemaakt en de FNV
er niet in was geslaagd door middel van massale protestacties kabinet en parlement tot andere gedachten te
brengen, leek het erop dat 1980 voor de vakbeweging een
verloren onderhandelingsjaar zou worden, waarin maar
een karige loonsverbetering in de wacht zou kunnen
worden gesleept. Nu echterdeeerstecao-resultaten bekend
zijn geworden, lijkt het er niettemin o p dat 1980 toch
interessanter wordt dan menigeen had gedacht.
De bonden zijn er namelijk in geslaagd om voor twee
belangrijke bedrijven (Hoogovens en Philips) tweejarige
cao’s af te sluiten (of in principe overeen te komen). In
die cao-akkoorden is het herstel van de prijscompensatie opgenomen en zijn belangrijke verbeteringen overeengekomen m.b.t. de beloning van minder aangenaam werk.
Het principe-akkoord bij Philips, dat loopt van 1 april
1980 t / m 31 maart 1982, omvat de volgende punten:
– de automatische prijscompensatie wordt per I januari
1981 hersteld;
– de f. 26-toeslag van I juli a.s. wo+t per I januari 1981
omgezet in een 1%-loonsverhoging;
– de vloeren van de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkeringen worden verhoogd;
– er komt een extra uitkering van f. 600 per jaar voor de
(6.000) ploegenarbeiders die ook nachtdiensten
draaien, de 2.000 industriearbeiders krijgen f. 250 f. 425 per jaar extra en er komt een extra hindertoeslag voor vuil en onaangenaam werk van f. 150 f. 349 per jaar;
– er komt één dag extra vakantie voor werknemers in
de vier- en de vijfploegendiensten, een extra ,,brugdag” voor alle werknemers en d e VUT-regeling voor
ploegenarbeiders wordt uitgebreid.
Uit dit principe-akkoord blijkt dat er weliswaar op
materieel gebied door de bonden aardig wat is binnengehaald, maar dat o p het terreinvandearbeidstijdverkorting
nauwelijks vorderingen zijn geboekt. Verder komt de a p o
in het hele verhaal niet vooren is ook van een aftopping van
de inkomens boven een bepaalde inkomensgrens geen
sprake. Bij Hoogovens is een soortgelijk akkoord doorde
achterban van de Industriebond-FNV dan ook slechts
morrend geaccepteerd; vele leden spraken van een
,,poenpakket” en vonden eigenlijk dat ze zich niet zouden
moeten laten afkopen ,,door die paar rotte centen”. Ook
Kok heeft zich teleurgesteld getoond over de bereikte caoresultaten, hoewel hij het herstel van de prijscompensatie
een ,,winstpuntv noemde.
Voor de vakbeweging is er dus maar beperkte reden
voor enthousiasme. Verder is het nog maar de vraag hoe
lang Kok het herstel van de automatische prijscompensatie als een winstpunt zal blijven zien. De gevolgen van
de akkoorden reiken namelijk verder dan alleen de arbeidsvoorwaarden bij Philips en Hoogovens. Bij de nog
lopende cao-onderhandelingen worden de resultaten bij
de beide bedrijven als uitgangspunt genomen. Zo is bij
Turmacen bij Vredestein inmiddels de automatische prijscompensatie overeengekomen en lijken ook de rest van
de verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden sterk op die
bij Philips en Hoogovens. Bij Shell zijn de onderhandelingen weliswaar vastgelopen (op de vijfploegendienst),
in het laatste bod van Shell zat wel de automatische prijscompensatie. Verder hebben vakbondsvertegenwoordigers in de metaal (waar het overleg onlangs weer is hervat) laten weten dat de onderhandelingen aldaar niet los
kunnen worden gezien van het Philips-akkoord. In de
Rotterdamse haven hebben werknemersal laten weten niet
eens genoegen te nemen met alleen maar de automatische
ESB 11-6-1980
prijscompensatie. Kortom, het lijkt erop dat er over de
gehele linie sprake zal zijn van een terugkeer van de
priiscompensatie in de cao’s.
Het is inmiddels duidelijk dat het kabinet zich van loonmatiging iets anders had voorgesteld. Volgens premier
Van Agt zou momenteel een inkomensdaling van 3%
noodzakelijk zijn. O p het eerste gezicht lijkt een loonmaatregel voor l98 1 dan ook onvermijdelijk. Reagerend
o p d e akkoorden bij Philips en Hoogovens, heeft Van Agt
vorige week echter met geen woord gerept over een
mogelijke nieuwe looningreep; de premier dreigde daarentegen met een verlaging van d e sociale uitkeringen. Bij
ongewijzigd beleid zouden de uitgaven voor de sociale
zekerheid volgend jaar met zo’n 2%% stijgen, terwijl er
nauwelijks sprake zal zijn van economische groei. ,,Het
verschil moet ergens vandaan komen”, aldus Van Agt.
Overigens heeft minister Albeda verbolgen gereageerd
o p deze zoveelste solo van Van Agt. De minister had net de
sociale partners uitgenodigd voor overleg. Eerder had hij
gezegd in de akkoorden bij Philipsen Hoogovens structurele afspraken te missen o p het gebied van arbeidstijdverkorting. Uit dat laatste kan worden afgeleid dat de
minister in het overleg wellicht zal proberen door het
,,propageren9’van arbeidstijdverkorting de (macro) loonstijging te beperken. Aan de vakbeweging zal duidelijk
worden gemaakt dat haar huidige opstelling in het
arbeidsvÖorwaardenoverleg consequentks moet.hebben
vandesociale-uitkeringstrekkers
voor de inkomens~ositie
en de minimumlo~ers.
Het is de vraag of het overleg kans van slagen heeft.
Ten eerste lijkt de bereidheid van de kant van de werkgevers om enige vorderingen te maken met arbeidstijdverkorting, gezien ook de cao-akkoorden, minimaal. Ten
tweede – ook dat kan uit de cao-akkoorden worden afgeleid – lijkt de offerbereidheid van de werknemers niet
groot (arbeidstijdverkorting moet gepaard gaan met het
inleveren van loon). Bovendien ziet het overgrote deel
van de werknemers er blijkbaar maar weinig brood in om
de strijd om de arbeidstijdverkorting o p de barricaden te
beslechten. Kok, inmiddels ook overtuigd van het feit dat
arbeidstijdverkorting geld kost, heeft gesuggereerd dat de
overheid dan maar dat financiële offer moet brengen.
Wie enigszins o p de hoogte is van de staat van de overheidsfinanciën zal beseffen dat de overheid in ieder geval geen substantiële bijdrage kan leveren aan de financiering van de arbeidstijdverkorting. Ten derde is er de nog
steeds bestaande, en naar het lijkt zelfs toenemende, verdeeldheid binnen de FNV. De leden van de Industriebond
mogen dan blijkbaar niet geven om ,,die paar rottecenten”,
de voorzitter van de Voedingsbonden FNV, Cees Schelling, heeft zich onlangs zeer sceptisch uitgelaten over het
nut van loonmatirrine: ..zoeenaamdeW(een
kwalificatie van
-…
..,
Schelling) vakbondseconomen die te zeer de matigingslijn
prediken werden door hem publiekelijk uitgemaakt voor
rotte vis.
In de huidige omstandigheden isgeen akkoord mogelijk,
waarin loonmatiging in voldoende mate tot uiting komt.
(Het kabinet-)Van Agt lijkt te kiezen voor een recept
waarbij duidelijk wordt welke belangen de vakbeweging nu
echt verdedigt. Er wordt daarbij wel gemakkelijk omgesprongen met de verantwoordelijkheid van het parlement,
dat in meerderheid altijd zo nadrukkelijk de solidariteitsgedachte heeft beleden. Dat parlement kan toch moeilijk
akkoord gaan met een beleid, waarbij de koopkracht van
de actieven o p peil kan blijven, ten koste van de
bestedingsmogelijkheden van de inactieven.
u
I
I
T. de Bruin
677