Ga direct naar de content

De Realisten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 16 1980

De Realisten
De organisatie van een bedrijf verschilt in principe niet van de organisatie
van een staat. Doen zich problemen voor
dan dient men zich steeds af te vragen
o deze worden veroorzaakt door de
f
functionering of door de structurering
van de organisatie. Functionering slaat
op de relaties binnen en de methodes
en procedures van een organisatie en is
op korte termijn aan te passen. Structurering is pas op lange termijn, na reorganisaties aan te passen, omdat ze betrekking heeft op de hiërarchische betrekkingen tussen de afdelingen en functies binnen de organisatie 1). In de praktijk wordt er veel gezondigd tegen de
bovenstaande regel uit de organisatieleer. Het is immers veel gemakkelijker
de problemen te wijten aan de structuur
dan aan het eigen functioneren binnen
die structuur.
Het bovenstaande kwam in mij op na
lezing van de discussienota economie
van de PvdA 2). Het wil in deze partij
nog steeds niet vlotten met de discussie
over de economie. Ten behoeve van haar
vorige congres was er weliswaar een
genuanceerde nota-De Galan opgesteld,
kaar dat congres kwam niet verder dan
een pleidooi voor de vijfurige werkdag;
en daar pleitte de nota-De Galan nu
niet voor. Dezer dagen gaat de PvdA
de discussie opnieuw aan. Helaas, de
discussienota biedt weinig aanknopingspunten voor discussie. Ze biedt namelijk
voor alle problemen één oplossing aan.
Die oplossing ligt voortdurend op het
terrein van meer overheidsinvloed, die
per definitie steeds goed voor het land
lijkt te zijn. Het PvdA-bestuur ziet daarmee de oplossing van de economische
problemen in de structuur van de maatschappij. Het pleit voor een nieuwe
orde met meer economische planning.
Die planning zou als volgt moeten verlopen. Er moet een nationaal structuurplan worden opgesteld door een door de
centrale overheid gecontroleerde Nationale Ontwikkelings Maatschappij. Van
dit plan dienen door bedrijfstakraden
sectorplannen te worden afgeleid. In
deze raden hebben zitting de diverse
overheden, werkgevers, vakbeweging,
consumentenorganisaties en, zo nodig,
andere belangengroepen.
Doordezeaanpak, kun jeje onthouden
van een mening over tal van actuele
problemen als het uit de handen groeien
van de collectieve sector en de sociale
verzekeringen en de slecht functionerendearbeidsmarkt, die enerzijds werklozen
kent en anderzijds een onvervulbare
vraag naar arbeid. Wat ook de eindconclusie van deze discussie zal zijn, een
eventueel tweede kabinet-Den Uyl zal er
weinig aan hebben.
ESB 16-1-1980

Het is opvallend dat de discussie binnen de PvdA grote overeenkomst vertoont met die binnendeSDAPindejaren
dertig. Toen waren de discussienota’s
echter wel fundamenteler, maar er werd
dan ook meer tijd voor uitgetrokken.
Zo brachten NVV en S D A P in 1923 het
rapport Bedrijfsorganisarie en medezeggenschap uit, waarin maatschappijstructuren werden ontwikkeld die veel
gelijken op die in de PvdA-discussienota.
Het rapport wil voor iedere bedrijfstak
een bedrijfsraad. Deze raden zouden
overkoepeld moeten worden door een
Centrale Economische Raad, die als alle
bedrijven onder beheer van de gemeenschap zouden vallen, geen ondernemers
meer zal bevatten 3).
De S D A P kreeg met haar voorstellen
niet veel handen op elkaar. Zij kreegmeer
succes toen ze – zonder deze voorstellen
vaarwel te zeggen – te zamen met het
NVV in 1935 een rapport uitbracht dat
veel aandacht besteedde aan de functionering van de Nederlandse economie:
Het Plan van de Arbeid. Zij werd mede
daardoor voor de andere politieke par.ijen een aanvaardbare regeringspartner.
Dit plan heeft zelfs na 1945 een zwaar
;tempel gedrukt o p de sociaal-econonische structuur vaii Nederland.
Het lijkt erop dat de PvdA thans uit
let bovenstaande geen lessen heeft ge.rokken. Deze conclusie geldt echter niet
{oor de gehele PvdA. Dat moge blijken
iit een nota die dezer dagen in Rijnmond
{erschijnt 4). De werkgroep die deze
iota samenstelde, bestond vnl. uit beituurders die best hun ideologische parijtje mee durven blazen, maar voor de
~rde
van de dag niet zitten te springen
)m andere structuren waarvan niemand
veet hoe ze moeten functioneren. De
iijnmond-nota stelt dat de PvdA nog
;een passend antwoord heeft op de huilige economische problemen. Daardoor
Ireigt er verwarring binnen de PvdA te

ontstaan, vooral nu een rechts kabinet
een beleid voert dat in sociaal-economisch opzicht veel gelijkenis vertoont
met dat van het kabinet-Den Uyl. Het is
ondoenlijk deze nota in de resterende
ruimte volledig te bespreken. Ik volsta
daarom met het weergeven van enkele
van haar aanbevelingen.
Na duidelijk te hebben gemaakt dat
de PvdA-werkgroep uit Rijnmond zonder meer achter de socialistische eisen
staat inzake de herverdeling van inkomens en macht en opgrond daarvan aantasting van de sociale uitkeringen verwerpt, schrijft ze: ,,Wij kunnen en mogen
niet voorbijgaanaandegerechtvaardigde
onvervulde verlangens van de zwaksten,
maar ook niet vandewens tot behoud van
het moeizaam verworvene net boven
modaal. Wij vinden dat de lotsverbetering van de zwaksten en vermindering
van de werkloosheid allereerst via groei
van de economie moet worden gerealiseerd. Daarom kiezen wij voor versterking van de marktsector”.
De PvdA-werkgroep durft dus voor
meer groei te pleiten. Ook andere heilige
huisjes stelt ze ter discussie (functionering arbeidsmarkt, slecht management,
zwart circuit). Ze laat het daar echter niet
bij; ze doet ook praktische voorstellen.
Met andere woorden, een groepje PvdAbestuurders in Rijnmond durft zijn nek
uit te steken. Het deed dat om aan zijn
achterban duidelijk te maken dat er iets
mis is met de economie en slaagt daarin
veel beter dan de discussienota van zijn
hoofdbestuur. Het Rijnmond-gebied,
dat 20% van de Nederlandse export produceert en 15% van de Nederlandse
werklozen herbergt, is niet gediend met
everl loze discussies over structuren.

1 ) Zie b.v. A. Wattel, Vorming voor leidingrevende arbeid in de onderneming, Leiden,

1962, blz. 155-161.
!) Afgedrukt in PK, november 1979.
I) Deze organisatie waarin men de huidige
‘B0 herkent, werd in 1931 juridisch door de
iDAP uitgewerkt in het rapport nieuwe

prgunen.
I) Steunzolen voor lemen voeten, een discus-

ienota opgesteld door een PvdA-werkgroep
vaarin o.m. enkele gemeentelijke en Rijnnondbestuurders zitting hadden.

Auteur