De Nederlandse conjunctuur in spagaat
Aute ur(s ):
(auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Rob ert-Paul Berb en, Ronald Bosman, Ard den Reijer en Maarten van Rooij van de
Nederlandsche Bank. A.H.J.den.Reijer@dnb.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4409, pagina 355, 25 juli 2003 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
De conjunctuurindicator en diens realisatie lopen de laatste periode uiteen. Wat zijn de oorzaken daarvan?
De conjunctuurcijfers over 2002 tonen aan dat de toename van de overheidsbestedingen de economie vorig jaar voor een krimp van het
bbp-volume heeft behoed. Het groeicijfer van 0,2 procent is echter het laagste in twintig jaar tijd. De forse conjuncturele neergang wordt
duidelijk weergegeven door de realisatie in figuur 1. Deze toont – na een piek te hebben bereikt eind 2000 – een steilere daling dan tijdens
de vorige neergang in het begin van de jaren negentig.
Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
De realisatie en de conjunctuurindicator lopen momenteel uiteen vanwege de conjunctureel zwakkere binnenlandse bestedingen. De
trekkers van de voorgaande jaren, de uitvoer en de consumptieve bestedingen, hebben in 2002 niet of nauwelijks bijgedragen aan de
economische groei. De conjuncturele patronen van deze drie macro-economische variabelen zijn
weergegeven in figuur 2. De binnenlandse bestedingscomponenten en de export hebben een conjuncturele golfbeweging met een lengte
van ruim tien jaar. Deze lange golf kan ook in figuur 1 worden teruggevonden.
Figuur 2. Conjunctuurpatronen consumptie, investeringen en uitvoer
Het cyclische beloop van de uitvoer laat recentelijk een a-typisch patroon zien, dat bestaat uit een uitzonderlijk hoge top in 2001 gevolgd
door een relatief scherpe daling in 2002. De hausse in de uitvoer werd veroorzaakt door de depreciatie van de euro tegen de achtergrond
van een sterke wereldhandelsgroei. De daarop volgende scherpe daling van de uitvoer werd – naast het afvlakken van de
wereldhandelsgroei en de sterke appreciatie van de euro – mede veroorzaakt door de verslechterende concurrentiepositie van het
Nederlandse bedrijfsleven.
Is de spagaat…
In tegenstelling tot de binnenlandse bestedingscomponenten krabbelt het cyclisch patroon van de uitvoer licht op in 2003. Dit wordt
veroorzaakt door het prille aantrekken van de internationale conjunctuur1. In de conjunctuurrubriek van mei jongstleden werd het
bestaan van een wereldconjunctuurcyclus beargumenteerd, die sinds medio 2002 een aarzelend herstel laat zien2.
…tussen Nederland en het buitenland…
Deze voorzichtige opleving van de internationale conjunctuur is volgens de realisatiereeks tot op heden aan Nederland voorbij gegaan.
De voorlopende indicator pikt deze internationale trend echter wel op. Dit is niet zo verwonderlijk, omdat van de vijf deelindicatoren er
vier een internationale dimensie kennen. Zo wordt de korte beleidsrente sinds de monetaire unie op Europees niveau bepaald. De
monetaire verruiming, die werd ingezet in oktober 2000, sorteert met een vertraging van ruim anderhalf jaar een positief effect op de
conjunctuur. Ook de lange rente en de Nederlandse reële geldhoeveelheid worden steeds meer door Europese factoren beïnvloed. De
IFO-indicator is gericht op de Duitse economie, waarmee de handelsbanden van oudsher nauw zijn. De verwachte bedrijvigheid is
tenslotte in grote mate afhankelijk van de verwachting omtrent internationale ontwikkelingen, daar een groot deel van de productie
bestemd is voor de export. De opleving van beide laatste deelindicatoren was echter slechts van korte duur, waardoor de indicator per
saldo uiteindelijk weer licht dalend is.
…snel verleden tijd?
De Nederlandse conjunctuur bevindt zich in een spagaat nu de conjunctureel zwakke binnenlandse bestedingscomponenten de
positieve impuls van de voorzichtig aantrekkende wereldconjunctuur domineren. Deze impuls komt wel tot uitdrukking in de voorlopende
indicator. Vooralsnog blijft de vraag of de prille opleving van de internationale conjunctuur doorzet en of de voorzichtig positieve
uitvoerontwikkeling zich zal vertalen in aantrekkende binnenlandse bestedingen.
1 Het zogenoemde dateringscomité van het NBER heeft 17 juli jongstleden het dal van de laatste recessie in de VS gedateerd op
november 2001, waarvan het begin eerder was gedateerd op maart 2001.
2 DNB-indicator, De wereldconjunctuur bestaat, ESB, 2 mei 2003.
Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)