column
Bernard van Praag
De klassenmaatschappij komt terug
Als je al wat langer meegaat in het leven zoals ik, dan
herinner je je nog de klassenmaatschappij. Heel duideÂ
lijk was dat voor de treinreiziger. Op het Haarlemse
station zie je nog restanten van die maatschappelijke
orde in de tegeltableaus van een wachtkamer der
eerste klasse, der tweede klasse, en der derde klasse.
Al vlak na de oorlog was de eerste klasse afgeschaft,
en daar zat rationeel wel wat in, want het enige materiële verschil tussen beide klassen was de kleur van
de zittingen. In de eerste klas zat je op rood fluweel,
terwijl de tweedeklasreiziger het moest doen met
groen fluweel. Het verschil met de derde klasse was
veel heftiger. Minder ruimte en houten banken, die op
lange treinreizen toch heus wel onaangenaam konden
worden.
In de decennia sindsdien leefden wij in de droom dat
de klassenverschillen vanzelf zouden oplossen en
verdwijnen. Wij gingen elkaar allemaal tutoyeren, titels
dwongen geen natuurlijk respect meer af. Het verschil
tussen een mevrouw, een juffrouw en een vrouw raakte
in vergetelheid. Maar toch? Is de klassenmaatschappij
ooit echt weggeweest, en dan de nog meer prangende
vraag: zal zij ooit echt verdwijnen?
Een klassenmaatschappij wordt gekenmerkt door drie
elementen. De maatschappij is verdeeld in heterogene
groepen. Het kan daarbij gaan om inkomensverschillen, kleurverschillen, verschillen in levensbeschouwing,
tot op het eerste gezicht onbenullige verschillen in
woordgebruik, waarbij de ene klasse taartjes eet en de
andere gebakjes. Het tweede element is de ordening
der klassen, sommige liggen ‘boven’ en andere liggen
‘onder’. Het derde element is de zichtbaarheid van de
klassen, de sociale transparantie.
De klassenmaatschappij is natuurlijk nooit echt weggeweest in Nederland. Er zijn nu eenmaal  erschillen
v
in talenten, in afkomst, enzovoort; kortom, er zijn
verschillende soorten mensen. En mensen van dezelfde
soort zoeken elkaar op, meestal vrijwillig en soms
gedwongen. Maar daarnaast was er toch een zekere
gemeenschappelijk volgehouden fictie in de jaren
zestig en zeventig, dat er geen echte klassen waren,
dat alle mensen gelijk waren. Men schaamde zich
om rijk te zijn of te behoren tot de kapitalistische
klasse. Jongeren uit de elite gingen expres enigszins
plat praten. Een duidelijk symbolisch voorbeeld van
klassen-ontkennend gedrag gaf wijlen koningin Juliana,
die op natuurlijke wijze gewoon was en met gewone
mensen kon communiceren. Zij liet zich ook geen
majesteit noemen, maar gewoon mevrouw.
Deze beweging naar de klasseloze maatschappij is
slechts een collectieve maskerade gebleken. De klassenmaatschappij is terug. Bovenaan staan de nieuwe
roofridders, van wie vele namen in de Quote 500-lijst
zijn terug te vinden. Wordt het de adel van de volgende
eeuw?
Dit segmentatie proces is voor velen van ons nog een
ver-van-mijn-bedshow. De klassenverschillen komen
nu echter ook akelig dichtbij in het verzorgingshuis, zo
blijkt uit een recent artikel in het vakblad Zorgvisie. Het
blijkt dat in vele verzorgingshuizen wordt nagedacht
over het instellen van plus-pakketten. Voor een niet
zo luttel bedrag aan extra euro’s, te betalen door de
patiënt of zijn familie, krijgt de patiënt bijvoorbeeld
recht op een dagelijkse wasbeurt, of een begeleide
wandeling buiten de poort en andere recreatieve dagbestedingen. En zo krijgen we zelfs eerste- en tweede
klaspatiënten in het verzorgingshuis. Het lijkt mij mild
uitgedrukt een systeem dat de sfeer in het verzorgingshuis niet ten goede zal komen.
Natuurlijk zijn er tal van redenen aan te geven waarom
dit onontkoombaar zou zijn. De voornaamste argumentatie is echter wel dat wij als collectiviteit te weinig
willen uitgeven aan zorg voor onze hulpbehoevende
medemens. Wij praten dit voor ons zelf goed met een
beroep op de heilzaamheid van marktwerking.
Wanneer we de klassenmaatschappij niet kunnen
uitroeien, en dat zullen we moeten erkennen, dan is er
toch een overheidstaak om deze verschillen, die vele
onderliggers tot op het bot frustreren, minder zichtbaar te maken. Bij verzorgingshuizen zou dat kunnen
door differentiatie in behandeling tussen bewoners
van dezelfde instelling wettelijk te verbieden. Daarmee
wordt in ieder geval de sociale transparantie verminderd. De rijkaards kunnen zich dan tegen eigen betaling terugtrekken in mooie oorden op de Veluwe en
hoeven niet de gewone mensen de ogen uit te steken,
nog op de drempel van de dood.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB
94(4562) 12 juni 2009
367