Conjunctuurontwikkelingen in Europa
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4224, pagina 743, 8 oktober 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkten
De ontwikkelingen van de conjunctuur in Nederland steken in menig opzicht gunstig af bij die van onze belangrijkste
handelspartners. Vanaf 1992 ligt de Duitse economische groei onder die van Nederland. Ook in de eerste helft van dit jaar is de bbp
groei bescheiden (figuur 1). Sinds 1995 is de inflatie in Duitsland zeer beperkt gebleven. In de eerste helft van dit jaar is de
geldontwaarding één van de geringste in de Unie. Nederland heeft daarentegen in augustus de koppositie ingenomen (figuur 2). Het
werkloosheidspercentage bij onze Oosterburen is stabiel op een hoog niveau; in ons land is vanaf 1994 een duidelijk dalende trend
waarneembaar.In de EU-15 is de terugval van de economische groei in de eerste helft van 1999 relatief fors. Het stijgingspercentage
van 1,6% betekent bijna een halvering van het groeicijfer over 1998. Het is opvallend dat in de afgelopen conjunctuurcyclus de elf
kleine landen binnen de Unie beter gepresteerd hebben dan de vier grote. Het beteugelen van de inflatie in de jaren negentig is
opmerkelijk. In regelmatig tempo werd deze teruggebracht van meer dan 5% in 1990 naar amper 1% in de eerste helft van 1999.
Wel loopt de inflatie de laatste maanden weer licht op. Minder rooskleurig is het beeld van de werkloosheid. Deze blijft op een hoog
niveau.
Figuur 1.Bruto binnenlands product, t.o.v. een jaar eerder
Figuur 2. Inflatie, t.o.v. een jaar eerder
Verenigde Staten en Japan
Na een dieptepunt in 1991 is de economie in de Verenigde Staten gestaag gegroeid. In de laatste jaren liggen de stijgingspercentages van
het bruto binnenlands product rond de vier procent. De binnenlandse particuliere consumptie was de motor van de economische groei.
Net als in Nederland vergrootten de vermogenswinsten, in de vs met name de koersstijging van de aandelen, de bestedingsruimte. Vanaf
1992 daalde de werkloosheid fors, mede als gevolg van een sterke groei van het aantal banen.
In Japan heeft de economie zich in de jaren negentig zeer matig ontwikkeld. Van een herstel dit jaar is amper sprake. De binnenlandse
consumptie groeit nauwelijks en is, anders dan in Nederland, een zwakke stimulans voor de economie. Zelfs het effect van het
terugbrengen van de korte rente naar het nultarief bleef beperkt. De recent te constateren opgaande lijn van de economische groei wordt
voor een groot deel bepaald door het stimuleringsprogramma van de regering, waarbij het de vraag is of van een duurzaam herstel sprake
is.
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)