Ga direct naar de content

Bestrijd armoede met lage huren voor niet-energiezuinige woningen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 17 2022

Met de lagere btw op energie en de energietoeslag voor lage inkomens probeert het kabinet de gevolgen van de gestegen energieprijs te verzachten. Een deel van de steun gaat echter naar mensen die het minder hard nodig hebben. De btw-verlaging krijgt iedereen, ook de mensen die de hoge energiekosten kunnen dragen. Daarbij vermindert de prikkel voor energiebesparing. En de energietoeslag gaat ook naar mensen die in goed geïsoleerde huizen wonen en relatief weinig last hebben van de energieprijs, en naar mensen met een laag inkomen maar een hoog vermogen. Een huurbevriezing voor slecht geïsoleerde woningen zou de lage inkomens doelmatiger compenseren, en biedt verhuurders bovendien een prikkel tot het nemen van energiebesparende maatregelen.

Huurbevriezing niet-energiezuinige woningen

Hoewel meer dan de helft van de huizen al energielabel C of hoger heeft (Vattenfall, 2022), zijn er ook nog veel minder energiezuinige huizen. Dit betreft vooral huurwoningen. En in deze minder energiezuinige huurwoningen treft men ook de meeste energiearmoede aan. Volgens TNO (2021) woonde 75 procent van de mensen met energiearmoede in een huurwoning van een woningcorporatie, 12 procent in een particuliere huurwoning, en 13 procent in een koopwoning.

Om de energiearmoede te beperken pleitte de Woonbond (2021) voor een huurbevriezing in 2022 van alle huurwoningen met energielabel E, F en G. Tevergeefs.

Zonder nieuw beleid zullen de huren in de sociale huursector volgend jaar gematigd stijgen, en in de vrije sector vermoedelijk meer. In de sociale huursector was er vorig jaar een algemene huurbevriezing. Dit jaar mogen de (meeste) sociale huren maximaal met 2,3 procent stijgen en de volgende drie jaar ligt de stijging van de sociale huren 0,5 procent onder de CAO-loonontwikkeling, zo hebben minister en woningcorporaties in juni afgesproken. In de vrije sector zullen de huren vermoedelijk sterker stijgen. Als de inflatie eind dit jaar nog steeds op 10 procent ligt, mogen in 2023 de vrije huren wettelijk met 11 procent stijgen.

In deze context is een huurbevriezing in 2023 voor alle huurwoningen met energielabel D of lager naar mijn mening zinvol. Dit scheelt de huurders flink wat geld. Bovendien worden de verhuurders geprikkeld om in isolatie te investeren: als het huis energielabel C krijgt, kan de huur immers wel verhoogd worden. De isolatie van huizen met label D of lager is een van de goedkoopste manieren van energie besparen, en dit laaghangende fruit moet zo snel mogelijk worden geplukt.

Negatieve consequenties te overzien

Een huurbevriezing kost de particuliere verhuurders van niet-energiezuinige woningen natuurlijk geld. Het zij zo. Iedereen moet nu offers brengen, en de sterkste schouders kunnen daarbij de zwaarste lasten dragen. Mensen die een of twee huizen verhuren, en aandeelhouders van vastgoedbedrijven, zijn vermogend. Daarom is het goed dat zij meebetalen aan het voorkomen van energiearmoede. Beter dit dan dat de overheid het geld fourneert, want nieuwe bezuinigingen op onderwijs en andere zaken hebben flinke nadelen.

Leidt de lagere winst voor deze verhuurders niet tot een slechter woningaanbod? Niet echt. Wanneer verhuurders die weinig hebben geïnvesteerd in energiebesparing door de huurbevriezing het speelveld verlaten, worden zij vervangen door verhuurders die wel in de lange termijn willen investeren. Prima. Zo krijgen de kapitaalmarkten de juiste boodschap: Nederland biedt een goed vestigingsklimaat en denkt aan de lange termijn.

Aanvullend specifiek beleid

De huurbevriezing treft ook de woningcorporaties. Die moeten hun sociale taken, zoals in juni vastgelegd in de Nationale Prestatieafspraken, wel kunnen blijven vervullen, en daarvoor de middelen behouden. Daarom moet de overheid hen financieel compenseren voor de huurbevriezing. Hier betaalt de overheid dus de armoedebestrijding.

De voordelen van de huurbevriezing gaan voorbij aan de eigen woningbezitters met een huis met energielabel D of lager. Dit zullen gemiddeld niet de rijkste woningbezitters zijn. Een speciale energietoeslag voor hen, kan voorkomen dat zij in de kou blijven staan. Bij het toekennen van deze toeslag kan worden uitgegaan van het energielabel per 1 september 2022, teneinde investeringen die tot een hoger label leiden niet te ontmoedigen.

Eventueel kan voor zowel voor de huurbevriezing als de speciale energietoeslag ook een inkomenstoets gelden, zodat er nóg minder steun onnodig naar rijkeren gaat. Het beleid als geheel helpt dan precies die mensen die door de exploderende energieprijzen het hardst getroffen worden: minder rijke bewoners van energieslurpende huizen. Zo wordt, per euro ingezet overheidsgeld, meer energiearmoede bestreden dan bij andere maatregelen, ook omdat particuliere verhuurders meebetalen.

Betrouwbaarheid energielabel

Een probleem bij de toekenning van de huurbevriezing en de speciale energietoeslag op basis van het energielabel, is dat een energielabel niet altijd betrouwbaar is. Sinds 2015 is het verplicht om een definitief energielabel aan te vragen als een woning wordt verhuurd of verkocht. Maar eigen woningbezitters die hun woning vóór 2015 kochten, hebben vaak alleen nog het in 2015 toegekende voorlopige label dat is gebaseerd op grove kenmerken zoals het bouwjaar. Dit voorlopige label is tegenwoordig vaak te laag, omdat investeringen van na 2015 niet zijn meegenomen. Sommige eigen woningbezitters met een voorlopig label zullen dus de speciale energietoeslag krijgen terwijl ze die minder hard nodig hebben. Dit zal echter niet vaak het geval zijn, want armere mensen hebben meestal geen eigen woning die met veel geld extra energiezuinig is gemaakt.

Bij woningen die wel een definitief label hebben, is het label verkregen in een situatie waarin de aanvrager belang had bij een hoog label, zoals een hogere verkoopprijs of hogere huur. Zeker als het label vóór 2021 is verkregen, toen de procedure nog wat minder betrouwbaar was, kan dit tot een te hoog label hebben geleid. Hierdoor kan de steun aan sommige bewoners voorbij gaan.

Gelukkig kunnen huurders altijd bij de Huurcommissie bezwaar maken tegen een te hoog label. Eigen woningbezitters die vinden dat hun label ten onrechte C of hoger is, kunnen een nieuw label aanvragen. Dat kost zo’n 200 euro, maar de zo te verdienen energietoeslag zal veel hoger zijn.

Tot slot

Verdere discussie is zinvol. Daarbij kan ook onderzocht worden of er geen huurverlaging van 10 procent moet komen voor huizen met energielabel F en G, want daar kan de energiearmoede het grootst zijn. Of er voor armoedebestrijding nog andere maatregelen nodig zijn is aan de politiek. Hoe dan ook, met het hier voorgestelde beleid wordt energiearmoede op kosteneffectieve wijze bestreden, terwijl er een extra stimulans voor energiebesparing ontstaat.

Literatuur

TNO (2021) De feiten over energiearmoede in Nederland. Inzicht op lokaal en nationaal niveau.

Vattenfall (2022) Energielabel C: dit moet je weten.

Woonbond (2021) Half miljoen Nederlanders in energiearmoede.

Auteur

Categorieën