Ga direct naar de content

Rekenen aan Corona #8: Risico’s van corona zijn fors afgenomen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 28 2020

In Rekenen aan corona #2 hebben we voor het eerst op basis van serologisch onderzoek van Sanquin en de uitkomstdata van RIVM de risico’s van corona doorgerekend voor een aantal leeftijdscategorieën. In Rekenen aan corona #5, toen er meer data beschikbaar kwam, hebben we dat verder kunnen verfijnen naar aanwezigheid van reeds bestaande aandoeningen en naar meer leeftijdscategorieën. Beide berekeningen gingen nog uit van data van de eerste golf.

Inmiddels is de tweede golf een flink eind op weg. En er is nu veel meer data beschikbaar omdat we nu veel meer testen en er nu ook CBS-analyses over de oversterfte beschikbaar zijn. Tijd om opnieuw de thermometer in de data te steken. En dan vooral in te zoomen op de tweede golf.

En dat valt niet tegen, de risico’s zijn voor de meeste groepen flink lager geworden. Dat kan komen omdat de medische behandeling veel beter is geworden, maar ook omdat we de meest kwetsbare groepen, de ouderen in verpleeghuizen of met thuiszorg, nu veel beter beschermen. Kortom, er is weer meer reden voor hoop.

Risico’s van de tweede golf

De tweede golf lijkt inmiddels op een hoogtepunt te zijn aangekomen. En die tweede golf is fors, met ruim 260.000 positieve testuitslagen sinds 1 juli 2020. Figuur 1 vat de ruwe data van het RIVM tot 27 oktober 2020 samen.De ziekenhuisopnames en Intensive Care (IC)-opnames laten inmiddels een week vlak tot licht dalend patroon zien; de eerste helft van de golf lijken we te hebben gehad.

Figuur 1: Brondata RIVM, bewerking auteur

Met deze gegevens is het uiteraard mogelijk om de risico’s van corona te berekenen na een positieve testuitslag. We gebruiken daarvoor alleen de gevallen waarvan de uitkomst bekend is. Concreet betekent dat dat we alleen gevallen nemen tot 12 oktober, dat is in lijn met de periode die RIVM hanteert. De resulterende kansen zijn weergegeven in figuur 2.

Figuur 2: Brondata RIVM, bewerking auteur

Het totale aantal infecties in Nederland

Een andere dataserie van het RIVM die nu beschikbaar is, is het aantal besmettelijke mensen dat per dag in Nederland rondloopt. Die aantallen worden door het RIVM berekent op basis van de ziekenhuisopnames, gecorrigeerd voor leeftijden en deze modellen worden van tijd tot tijd gevalideerd met het serologie-onderzoek van Pienter. Daarmee kunnen we kijken hoeveel mensen in een bepaalde periode besmet zijn geraakt. Door het aantal besmettelijke mensen te delen door de gemiddelde duur van de besmettelijkheid komen we op die aantallen. Voor heel Nederland ziet het er dan zoals in figuur 3.

Figuur 3: Brondata RIVM, bewerking auteur

In totaal zijn nu bij benadering ruim 1,8 miljoen Nederlanders besmet geweest met het coronavirus. Bij 300.000 van hen is ook een positieve test gedaan. De rest heeft de besmetting niet gemerkt, of liet zich niet testen, of, als het gaat om de eerste golf, mocht zich wellicht niet laten testen. Als we alleen kijken naar het aantal besmettingen in de tweede golf, opnieuw tot 12 oktober, dan zijn dat ruim 660.000 besmettingen.

We kunnen ook de echte IFR (Infection Fatality Rate) en IHR (Infection Hospitalisation Rate) benaderen van de tweede golf per leeftijdscategorie. We gaan er dan van uit dat de bereidheid/noodzaak om zich te laten testen in elke leeftijdscategorie gelijk is (dat hoeft natuurlijk niet noodzakelijkerwijs ook echt zo te zijn, de kansen verschuiven dan iets tussen de leeftijdscategorieën onderling). Het gaat hieronder dus niet om de risico’s na een positieve test, maar de risico’s van corona na besmetting en die zijn lager omdat veel meer mensen besmet raken dan zich laten testen. Ook het totaal kunnen we berekenen. Maar dat is dan niet de IFR of IHR van corona voor heel Nederland, maar heel specifiek voor de leeftijdsdistributie en gezondheidszorg zoals die in de tweede golf tot stand kwam. Dat ziet er dan uit als in figuur 4.

Figuur 4: Brondata RIVM, bewerking auteur

Ter vergelijking, de gemiddelde Nederlander heeft elk jaar een kans van 0,05 procent op een niet-natuurlijke dood, bijvoorbeeld door een verkeersongeval, een bedrijfsongeval, verdrinking of een ongeluk in- en om het huis. Voor mensen onder de zeventig is de kans dus groter dat ze niet-natuurlijk overlijden, dan dat ze sterven door corona.

Naar een IFR voor heel Nederland

Andere nieuwe data die beschikbaar kwam in de zomer waren gegevens van CBS over de oversterfte in Nederland van de eerste golf. Die was hoger dan het aantal gevonden corona-overlijdens, ruwweg 10.000 oversterfte versus 6.000 gevonden corona-overlijdens.

Maar belangrijker was dat het CBS vond dat 60 procent van de oversterfte in de eerste golf plaatsvond onder mensen met een indicatie onder de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Dat zijn mensen in een verpleeghuis, gehandicapteninstelling, psychiatrische inrichting of met zware thuiszorg. In de tweede golf lijkt dat tot nu toe iets lager te liggen, rond de 35 procent, en dat duidt op groot succes in de zorg bij de bescherming van deze kwetsbare groepen (figuur 5).

Figuur 5: Bron CBS

Maar je zou met deze data nog meer kunnen doen. Ten eerste kunnen we nu de IFR uitrekenen voor Nederland als geheel, eerste en tweede golf samen, voor de bevolking die geen Wlz-indicatie heeft. Als je de totale oversterfte tot nu neemt, circa 11.000, en daar het Wlz-aandeel van afhaalt, dan resteert een oversterfte van circa 4.600. Op een totaal van 1.8 miljoen besmettingen kom je dan op een IFR van 0,26 procent voor de niet-Wlz-bevolking. Dat is sterk in lijn met de 0,23 procent uit de metastudie die professor Ioannidis van Stanford bij de WHO publiceerde als gemiddelde voor de wereld als geheel.

Figuur 6: Brondata CBS, RIVM, bewerking Auteur (afgeronde getallen)

Een echt complete IFR voor Nederland uitrekenen voor de eerste en tweede golf samen kunnen we nog niet omdat we geen serologisch onderzoek hebben onder mensen met een Wlz-indicatie. Anekdotisch weten we dat die heel hoog kan zijn, in de eerste golf zijn er gevallen waar corona in één keer een heel verpleeghuis of hele afdelingen tegelijkertijd besmet raakte. En het is een bijzonder populatie. In totaal zijn er in Nederland slechts ruim 300.000 mensen met een Wlz-indicatie. Daarvan is het aantal ouderen in een verpleeghuis ruim 100.000. Van die groep overlijden elk jaar circa 50.000 mensen. De gemiddelde resterende levensverwachting van die groep is dan ook slechts een jaar. Gezamenlijk is deze relatief kleine groep dus goed voor circa 35 procent van alle overlijdens in Nederland. Mutaties in deze groep hebben dan ook in potentie grote impact op de uiteindelijke IFR terwijl het om slechts 1,7 procent van de bevolking gaat. Om naar een volwaardige IFR te komen is dan ook serologisch onderzoek nodig in deze populatie en dat is er niet. Het betekent ook dat de kansen voor ouderen zonder Wlz-indicatie gunstiger zijn dan hierboven is berekend.

Ten aanzien van onderliggende aandoeningen dan nog dit. Volgens het RIVM zijn er tot toe in Nederland, vanaf het begin in februari, 74 mensen bevestigd overleden aan corona die onder de 70 waren en geen onderliggende aandoening hadden. Voor gezonde mensen onder de 70 liggen de risico’s dan ook lager dan hierboven berekend.

Conclusies

Ten opzichte van de kansen zoals we die in april en mei van dit jaar konden berekenen is de situatie sterk verbeterd. We beschermen kwetsbaren veel beter en de medische behandeling lijkt verbeterd. Marion Koopmans liet in een presentatie zien dat een specifieke mutatie van het virus inmiddels heel Europa heeft veroverd. Die variant is dus de facto besmettelijker, en wellicht komt dat mede omdat deze variant iets minder schadelijk is, al is daar nog geen hard bewijs voor.

De risico’s zijn zodanig laag dat voor de niet-kwetsbaren geldt dat angstig door het leven gaan waarschijnlijk schadelijker is voor de gezondheid dan het virus zelf. Alle conclusies van eerdere afleveringen uit deze serie staan dan ook fier overeind. Risicogestuurde maatregelen zijn voldoende om zowel de economie te laten draaien en tegelijkertijd de zorgbelasting binnen grenzen te houden, zonder algemene lockdown die voor allen geldt. Sinds het werk van Acemoglu waar we ons advies voor risicogestuurde maatregelen mede op baseerden zijn er meer artikelen en modellen verschenen over de voordelen van risicogestuurde maatregelen. Deze en vooral deze kunnen we van harte aanbevelen.

Ook de doelstelling van het kabinetsbeleid, niet indammen, maar louter sturen op het niet overschrijden van de zorgcapaciteit, wordt opnieuw bevestigd als de enige juiste. Daar zijn twee dingen voor nodig. Maatregelen die kwetsbaren maximaal beschermen en niet-kwetsbaren maximaal vrijlaten, en een maximalisering van de zorgcapaciteit.

Auteurs

Categorieën