Ga direct naar de content

Bestuursasymmetrie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 7 1984

Ingezonden

Bestuursasymmetrie
DR. C.J. VERPLANKE*
In ESB, ditmaal in het schrikkelnummer
van 1984, heeft de heer Berg — als gebruikelijk – een uitstekend artikel geschreven
en wel onder de titel Bestuursmetrie. Hij
Hep daarmee in het voetspoor van (een van)
de schoonvader(s) van Mozes, tevens de
eerste ons bekende bestuurskundige adviseur. Deze Jethro beperkte zich niet tot
grote lijnen, maar adviseerde tot in details:
hij ried zelfs de aanstelling van oversten
van tien aan.
Dit rekening houden ook met kleinere
getallen heeft de heer Berg — voor mij, na
Jethro, de grootste bestuurskundige adviseur — in zijn artikel eveneens nagestreefd
door te vermelden dat in Zuid-Holland
ruim drie miljoen mensen wonen (om wat
precieser te zijn: 3.130.000), die bestuurd
worden door 2.150 raadsleden (sinds 1 januari j.l. door 2.088 raadsleden), zodat die
Hollanders per 1.000 inwoners slechts beschikken over 0,69 raadslid (sinds 1 januari niet meer dan 0,67 raadslid) tegenover
b.v. de Zeeuwen, die per 1.000 inwoners
liefst over 1,17 raadslid beschikken.
Tot zover zijn de cijfers onweerspreekbaar. De Hollanders moeten zich door verhoudingsgewijs weinig raadsleden laten
vertegenwoordigen bij het dienen van hun
gemeentelijke belangen. De heer Berg
voegt er echter aan toe dat de provincie
Zuid-Holland bovendien wordt bestuurd
door 83 Statenleden, geassisteerd door
1.887 medewerkers, van wie hij aanneemt
dat zij zich niet al te zeer met de kleine zaken van de 136 gemeenten kunnen bemoeien. En hij vreest dat bij splitsing van de
provincie die bemoeienis zal toenemen,
omdat het aantal Statenleden voor het gehele gebied dan bijna wordt verdubbeld en
het aantal ambtenaren voor elk der nieuwe
provincies zeker niet zal worden gehalveerd.
Dit lijkt een redelijk betoog, maar de
werkelijke reden om tot splitsing over te
gaan is daarbij over het hoofd gezien. Die
reden is het bestaan van het Openbaar Lichaam Rijnmond, een bij de wet ingestelde
vierde bestuurslaag, die het grondgebied
van 16 Zuidhollandse gemeenten overwelft. Welnu, die 16 gemeenten, die te zamen ruim 1 miljoen inwoners tellen, worden niet alleen bestuurd door 376 raadsleden (slechts 0,36 per 1.000 inwoners) en
mogen zich niet alleen verheugen in (een
deel van) de zorg der 83 Statenleden met
hun 1.887 medewerkers, maar bovendien
worden hun belangen behartigd door 81
Rijnmondraadsleden, bijgestaan door 619
ambtenaren. Deze zowel door de provincie
als door Rijnmond uitgeoefende gezamenlijke zorg vinden de Rijnmondgemeenten
lets te roerend. Voor die 16 gemeenten
geldt thans in veel sterkere mate wat de
266

heer Berg vreest bij splitsing van de provincie (en opheffing van Rijnmond): bemoeienis met kleine zaken en het gevaar van een
groot aantal ambtelijke medewerkers.
Uit het betoog van de heer Berg is, juist
op grond van de door Jethro en hem aangevoerde zorgen, geen andere conclusie mogelijk dan over te gaan tot het ophef fen van
Rijnmond. En dat kan geschieden door de
klok 20 jaar terug te draaien, de Rijnmondbevoegdheden weer over te hevelen
naar de provincie, de 80 Rijnmondraads-

leden en hun voorzitter Van der Louw een
afscheidsreceptie aan te bieden en de
meesten der 619 ambtenaren te ontslaan.
Maar het kan ook op een andere manier geschieden: door Rijnmond (met omgeving)
af te splitsen van de provincie en er een
zelfstandige provincie van te maken. En
dat laatste is wat het wetsontwerp, toegejuicht door verreweg de meeste Rijnmondgemeenten, beoogt! Om de bestuursmetrie
in het in 1840 door splitsing van Holland
ontstane Zuid-Holland weer te herstellen,
dient men de bestuursasymmetrie tussen
het Rijnmondgebied en overig Zuid-Holland op te heffen door een nieuwe splitsing
tot stand te brengen.
C.J. Verplanke

* De auteur is burgemeester van Ridderkerk.

Auteur