In 2020 werd gevreesd dat met name de grote agglomeraties zouden lijden onder de pandemie en de maatregelen ertegen. Recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek tonen echter dat de relatieve productiviteit van vier van de vijf grootste agglomeraties niet of nauwelijks is afgenomen.
Agglomeratievoordelen zijn voordelen die bedrijven en huishoudens hebben als ze in de buurt van andere bedrijven en huishoudens gevestigd zijn (CPB/PBL, 2015; Ponds en Raspe, 2015). Bedrijven kunnen hierdoor productiever zijn of groeien sneller.
Aan het begin van de coronapandemie verwachtten Aalders en Raspe (2020) dat de agglomeratievoordelen zouden afnemen omdat contacten en kennisoverdracht minder mogelijk waren. Ik bracht daartegenin dat de opgebouwde voorraad aan talent en netwerken niet zomaar verdwijnt en dat eventuele nadelige effecten pas op termijn zouden optreden (Buunk, 2020).
Inmiddels heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek voldoende gegevens gepubliceerd om de eerste effecten te bepalen. Dat is relevant want de pandemie kan gezien worden als een uniek experiment dat kan helpen om meer inzicht te krijgen in de werking van agglomeratievoordelen.
Als maatstaf voor de agglomeratievoordelen vergelijk ik in dit artikel de regionale productiviteit met het Nederlandse gemiddelde.
Amsterdam hard geraakt
Van de vijf Nederlandse agglomeraties met de meeste inwoners kende Groot-Amsterdam voor de pandemie veruit de grootste productiviteitsvoorsprong ten opzichte van de rest van Nederland (tabel 1). Utrecht en Groot-Rijnmond komen op de tweede en derde plaats.
In 2020 is de gezamenlijke productiviteitsvoorsprong van de vijf regio’s met de meeste inwoners licht afgenomen. Dat is echter met name het gevolg van de productiviteitsdaling in Groot-Amsterdam. De productiviteit in de regio’s waartoe Rotterdam en Den Haag behoren, is min of meer gelijk gebleven, terwijl ze in Utrecht en met name in de agglomeratie rond Eindhoven is gestegen ten opzichte van de rest van het land. Ook in 2021 bleef de productiviteitsvoorsprong van de vijf regio’s tezamen op peil. De terugval in Groot-Amsterdam was weer de grootste maar nam wel af. De regio’s Den Haag en Utrecht moesten nu ook wat inleveren. Al met al lijken de grootste agglomeraties dus slechts beperkt te hebben geleden onder de pandemie.
Zakelijke dienstverlening
De sterke daling van de productiviteit in Groot-Amsterdam in 2020 komt met name op conto van de diensten (tabel 2). In het geval van de horeca en cultuurdiensten lijkt de vraaguitval hiervoor de belangrijkste verklaring. Voor de zakelijke dienstverlening zouden ook de beperkingen in het face-to-face-contact een verklaring kunnen zijn.
De relatieve productiviteit van de zakelijke dienstverlening is ook sterk gedaald in de agglomeraties ’s-Gravenhage (−3,9 procent), Leiden en Bollenstreek (−6,2 procent) en Zaanstreek (−1,3 procent). In al deze metropolitane gebieden speelt Schiphol een belangrijke rol. Dat suggereert dat de beperking van de internationale connectiviteit hier een rol speelt. Het is echter lastig te zeggen in hoeverre dit veroorzaakt wordt door vraaguitval, en in hoeverre afnemende kennis-spill-overs en leereffecten – en dus afnemende agglomeratievoordelen – hierbij een rol spelen.
Conclusie
De vijf grootste agglomeraties hebben nauwelijks aan productiviteit ingeleverd, op Amsterdam na. Zuidoost-Noord-Brabant bleek met een vitale nijverheid juist uitstekend bestand tegen de physical distancing die de pandemie met zich meebracht en kende juist een (relatieve) productiviteitsgroei.
De agglomeratievoordelen lijken dus op de korte termijn nauwelijks te zijn afgenomen als gevolg van de pandemie. Het productiviteitsvoordeel van veel talent en hoogwaardige activiteiten verdwijnt niet zo snel tijdens een lockdown.
De sterke productiviteitsdaling in Amsterdam en in de zakelijke dienstverlening in de agglomeraties rond Schiphol kan wel deels het gevolg zijn van afgenomen agglomeratievoordelen (Aalders en Raspe, 2020), maar het is onduidelijk hoe groot die rol was ten opzichte van de vraaguitval.
Op 31 mei zijn de cijfers voor 2021 aan het artikel toegevoegd
Literatuur
Aalders, R. en O. Raspe (2020) Effecten van coronacrisis op regionale economieën. Themabericht Rabobank, 9 april.
Buunk, J.B. (2020) Corona zet agglomeratievoordelen pas op langere termijn echt onder druk. Artikel op esb.nu, 26 mei.
CPB/PBL (2015) De economie van de stad. CPB-PBL Notitie, 4 maart.
Ponds, R. en O. Raspe (2015) Agglomeratievoordelen en de Ruimtelijk-Economische Ontwikkelingsstrategie. Atlas voor Gemeenten, Position Paper. Te vinden op www.pbl.nl.
Auteur
Categorieën