Ga direct naar de content

Afwassen en energiebesparing

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 7 1981

Afwassen en energiebesparing
Inleiding
Om te komen tot een belangrijke energiebesparing is
het o.a. noodzakelijk dat onnodige energieverspilling
wordt tegengegaan. Als het gaat om het verspillen van
energie wordt vaak met een beschuldigende vinger gewezen naar de vaatwasmachine, terwijl (onnodig) energieverbruik bij het handafwassen buiten de discussie staat.
In dit artikel doen wij verslag van een onderzoek naar de
afwasgewoonten in Nederland. Op die manier kan een
inzicht worden verkregen in mogelijke verspilling op dit
gebied, waardoor wellicht gerichte maatregelen kunnen
worden getroffen.
Onderzoek
In dit onderzoek hebben wij de volgende hypothesen
getoetst:
• tijdens het vaatwassen (zowel bij het handafwassen als
bij het machinaal vaatwassen) treedt energieverlies op
door verspillend gedrag;
• de vaatwasser is een energieverspillend apparaat
De gegevens voor het onderzoek werden in april 1980
verzameld bij twee steekproeven: gezinnen die met de
hand afwassen en gebruikers van vaatwasmachines. De
respondenten werden aselect gekozen. In totaal werden
381 consumenten persoonlijk benaderd. De non-response
bedroeg 37%, zodat gesprekken werden gevoerd met 197
respondenten in gezinnen die met de hand afwassen en 43
bezitters van vaatwasmachines. Voor deze twee groepen
werden verschillende vragenlijsten gebruikt.
Met de (gedetailleerde) vragenlijstdiebetrekkinghad op
de handafwas werd o.m. vastgesteld hoe vaak wordt afgewassen en welke vaat met een andere afwas wordt gecombineerd; of wordt voorgespoeld, tussentijds water
wordt ververst en wordt nagespoeld; of onder de lopende
kraan wordt afgewassen, in een aanrechtbak, in een afwasteiltje enz.; met welke temperatuur water doorgaans
wordt afgewassen. In de huishoudens met een vaatwasmachine spitsten de vragen zich o.a. toe op de gebruiksfrequentie van het apparaat, het gebruikte programma en het
tijdstip van inschakeling. Bovendien werd nagegaan welk
vaatwerk in de regel niet in de machine wordt gedaan en
op welke wijze dan wel wordt afgewassen.
Het water- en energieverbruik van een vaatwasmachine
werd vastgesteld met behulp van opgaven door de Consumentenbond, energiebedrijven, de KEMA en diverse
vaatwasmachinefabrikanten. Het verbruik van elektriciteit bij de huidige ,,oude” generatie vaatwasmachines varieert van 2,3 .tot 2,8 kWh; het waterverbruik.bedraagtca.
50 liter per keer. Op basis hiervan hebben wij voor de berekening van het elektriciteitsverbruik een gemiddelde
van 2,5 kWh per keer aangehouden 1).
Bij de handafwas zijn wij uitgegaan van een gemiddeld
waterverbruik van 7 liter per afwas (exclusief het eventuele voorspoelen, naspoelen en verversen). Dit verbruik
is gebaseerd op observatie-onderzoek, waarbij het doorgaans benutte volume van een standaard aanrecht-spoel-

42

bak (8 liter) en een afwasteil (ca. 6 liter) werd gemiddeld.
Voor het verwarmen van 1 liter water tot afwaswatertemperatuur (50° C) is gemiddeld 0,084 kWh vereist. Voor
bepaalde afwashandelingen moesten schattingen en aannamen worden gemaakt. Met deze onderzoeksbeperking
dient rekening te worden gehouden bij het generaliseren
van onze bevindingen en conclusies. Bovendien gaat het
hier om het energieverbruik op het moment van afwassen
(dus zonder eventueel energieverlies in leidingen, bijvoorbeeld van een boiler naar de keukenkraan).
Analyse
Om de hiervooraangegeven hypothesen te toetsen dient
het energieverbruik van huishoudens, waarin uitsluitend
met de hand wordt afgewassen, te worden vergeleken met
dat van gezinnen die in het bezit zijn van een vaatwasmachine. Achtereenvolgens presenteren wij nu onze bevindingen ten aanzien van het afwaspatroon voor beide
steekproeven.
Handafwas
Bij de steekproef werden sterke verschillen in afwasgewoonten gevonden, met name in de frequentie van afwassen en de mate waarin wordt voor- en nagespoeld en het
water tussentijds wordt ververst. Gemiddeld wordt 2,8
maal per dag afgewassen.
In de meeste gezinnen wordt afgewassen met warm water in een afwasteil (56,9%) of in een spoelbak van de aanrecht (41,6%). Na verloop van tijd wordt het water door
16% van de respondenten gedeeltelijk en door 19%geheel
ververst. In slechts 1,5% van de huishoudens wast men
doorgaans af onder de lopende kraan.
Het gebruik van die lopende (warme) kraan ligt echter
aanzienlijk hoger bij het voorspoelen van de vuile vaat.
Dat is met name het geval na afloop van de warme maaltijd. Dan wordt de vaat in 33% van de huishoudens geheel
of bijna geheel onder stromend warm water uit de kraan
voorgespoeld, waarvan ruim een kwart het afwaswater
tijdens de afwas ook nog eens geheel of gedeeltelijk blijkt
te verversen!
In ons onderzoek hebben wij ook vastgesteld in welke
mate de vaat nog eens wordt nagespoeld. Dit bleek in 52%
van de huishoudens in het geheel niet te gebeuren. Van de
48% van de respondenten, die wel naspoelen, blijkt echter
het grootste deel dit met warm water onder de lopende
kraan te doen.
Door deze aanzienlijke verschillen in afwasgewoonten
treden uiteraard ook grote verschillen op in energieverbruik (zie label 1). Het gemiddelde warmwaterverbruik
voor de handafwas bedraagt 31 liter per dag; dit komt neer
op een gemiddeld energieverbruik van 2,6 kWh/dag.
1) Uit een recent onderzoek van de KEMA (KEMA-rapporrlll,
4969-80, 16 juli 1980) bleek dat de ,,nieuwe” generatie
vaatwassers zuiniger is. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik
bedroeg 1,8 kWh per keer (bij een 50-55°C-programma i.p.v. een
65° C-programma).

Tabel I. Gemiddeld verbruik van warm water en energie
bij de handafwas

deze aanname onjuist en zien onze eerste hypothese bevestigd.

Verbruik van warm water

wasser dient te worden aangemerkt als een energieverspiller). Het gemiddeld energieverbruik bij machinaal afwassen ligt weliswaar hoger dan dat van het handafwassen (3,2
vs. 2,6 kWh/ dag), doch door de grotere spreiding bij hand-

Dat is niet het geval met de tweede hypothese (de vaatAantat gezinnen
(n – 197)

Gemiddeld energieverbruik kWh/dag

aantal liters/ dag gemiddelde ( 1 dag)
15%
QQ,

A’fGJ

25% . . . . . . . . . . . . .
0
< 15
16-25
26-35
36-45
>45

12
20
30
40
55
31

1,0
1,7
2,5
3,4
4,6
2,6

De vaatwasmachine

Ook in de gebruiksfrequentie van de vaatwasmachine
blijkt een grote variatie te bestaan. In 39,4% van de gezinnen wordt het apparaat een maal per dag aangezet;
in 9,3% van de huishoudens slechts een maal per week.

Het gemiddelde gebruik van de vaatwasmachine over de
gehele steekpfoef is 5 keer per week.
Bij 97% van de huishoudens draait de machine alleen

wanneer hij vol is. In 42% van de aan het onderzoek deelnemende gezinnen wordt dan ook nog wel eens tussendoor met de hand afgewassen, waarvoor dan weer gemid-

deld 17 liter warm water wordt gebruikt. Naast factoren,
zoals gezinsgrootte, is dus ook wat betreft de afwasmachine het energieverbruik sterk afhankelijk van de afwasgewoonten. Tabel 2 illustreert dat.
Tabel 2. Gemiddeld energieverbruik voor reiniging van
vaatwerk bij vaatwasmachinebezitters (inclusief de vaat
die met de hand wordt afgewassen)
Aantal gezinnen
n=43
21%
32% . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28% . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Gemiddeld energieverbruik
kWh/dag

2.7

100% . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
a) Bij gebruik van de ,,nieuwe”generatie afwasmachines(zienoot I) zou het gemiddelde energieverbruik uitkomen op 2,7 kWh/dag.

Conclusies

De variatie in energieverbruik bij het afwassen is groot.
De grootste verschillen treffen we aan bij de handafwas. Een

verklaring hiervoor is, dat bij de machinale afwas in het
algemeen de vaat van de gehele dag wordt opgespaard,
zodat het aantal ,,afwashandelingen” kleiner is dan bij de
handafwas. Al met al kan wel worden gesteld dat er bij
beide vormen van afwassen sprake is van energieverspil-

afwassers heeft een aanzienlijk deel van de vaatwasmachinebezitters een energiegebruik dat in dezelfde orde van
grootte ligt als bij het handafwassen. In vergelijking met
het handafwassen lijken vaatwasmachines dus geen echte
energieverspillers. Hierbij moet wel worden bedacht dat
bij energiebewust afwassen, het afwassen met de hand wel
degelijk leidt tot een geringer energieverbruik in vergelijking met het gebruik van een vaatwasmachine.
Het is misschien aardig om nog een andere opvallende
conclusie uit ons onderzoek te noemen, namelijk het feit
dat de respondenten het energieverbruik van afwasmachines aanmerkelijker hoger schatten dan in werkelijkheid
het geval is. Van de handafwassers schatte zelfs 84% het
energieverbruik twee- tot driemaal te hoog. Kennelijk is de
vaatwasmachine meer een symbool van energieverspilling
dan het apparaat in werkelijkheid is.

Implicates

Bij vaatwasmachinebezitters, maar ook in huishoudens
waar met de hand wordt afgewassen, treedt veel energieverlies op door verspillend gedrag. Wij pleiten dan ook
voor een gedifferentieerde aanpak bij een energiebesparingscampagne, waarbij een onderscheid wordt ge-

maakt tussen ,,harde” oplossingen (b.v. het ontwikkelen
van energie-efficiente apparatuur) en ,,zachte” oplossin-

gen (b.v. een gedragsverandering ten aanzien van het gebruik van de apparatuur).
Op dit laatste vlak vormt de consument een belangrijke
doelgroep van de overheid. ,,Zachte” maatregelen zijn
•doorgaans slechts effectief, als deze specifiek zijn afge-

stemd op de segmenten die binnen de totale (en heterogene)
doelgroep kunnen worden onderscheiden. Een effectief
programma van de overheid begint dan ook bij consumentenonderzoek. Bij zo’n gedifferentieerde aanpak moeten
concrete suggesties en adviezen worden gegeven, zoals:

de vaat niet voorspoelen onder een warme lopende kraan,
beperken van naspoelen, het combineren van de vaat tot
grotere eenheden, e.d. Het geven van dergelijke tips is zinvoller dan het voeren van traditionele campagnes gericht

op attitudeverandering. Energiebesparingscampagnes zijn
slechts effectief als de boodschap van een geloofwaardige
bron afkomstig is, consistent wordt overgedragen en een
gepercipieerd voordeel uitdraagt. Dit kan alleen het geval

zijn als het gedrag en de feitelijke belangen van de consument het uitgangspunt vormen voor het energiebeleid.
B. J. Verhage*

ling, hoewel daarbij moet worden aangetekend dat verspilling bij de handafwas niet gemakkelijk ,,objectief” is

vast te stellen, omdat er wel degelijk afwassers zullen zijn
die ervan overtuigd blijven dat met het aantal spoelbeurten ook de kans op een schone afwas toeneemt. Wij achten

ESB 14-1-1981

J. B. Vollering*
“Verbonden aan de Interuniversitaire Interfaculteit Bedriifs-

kunde te Delft.

43

Auteur