■ Afke Zeilstra (Atradius)
Voor Nederlandse bedrijven is er een belangrijke factor die de risico’s van zakendoen met een aantal landen in Afrika sterk mitigeert. Een groep van veertien landen behoort namelijk tot de CFA-zone (Communauté Financière Africaine).
De CFA-zone omvat twee monetaire unies, de West-Afrikaanse (UEMOA) en de Centraal-Afrikaanse (CEMAC). Beide monetaire unies hebben ieder een eigen munt, de Centraal-Afrikaanse frank (XAF) en de (nu nog) West-Afrikaanse frank (XOF), die op hetzelfde niveau is gekoppeld aan de euro. Dit betekent dat er geen wisselkoersrisico is voor Nederlandse bedrijven als ze zakendoen met lidstaten van de CFA-zone. Ook hebben beide unies een eigen regionale centrale bank.
Deze monetaire unies zijn mondiaal uniek, omdat de convertibiliteit van de munt door het Franse ministerie van Financiën ongelimiteerd wordt gegarandeerd. Dit impliceert dat er altijd voldoende buitenlandse valutareserves zijn om de lokale munt te converteren. Aan deze garantie worden echter wel voorwaarden gesteld. De belangrijkste voorwaarde is dat alle lidstaten hun buitenlandse valutareserves bij de regionale centrale bank moeten aanhouden. Hiervan moet de helft worden overgeheveld naar een rekening bij het Franse ministerie van Financiën. Ook kan Frankrijk in ruil voor de convertibiliteitsgarantie eisen dat er aanpassingen moeten plaatsvinden indien de reserves onder een bepaalde grenswaarde komen. Voor de koppeling met de euro zijn voldoende reserves immers noodzakelijk.
De koppeling kwam in 2016 onder druk. Toen werd gevreesd voor een devaluatie van de munt van de CEMAC, omdat de gezamenlijke reserves fors waren gedaald (figuur). De belangrijkste oorzaak voor de afgenomen reserves was de forse olieprijsdaling sinds 2014, die de olieproducerende lidstaten van de CEMAC hard raakte.
Om een devaluatie te voorkomen, committeerden alle lidstaten van de CEMAC zich eind 2016 aan een regionale strategie. Sindsdien zijn met behulp van het Internationaal Monetair Fonds en overige donoren, fiscale consolidatie, maatregelen van de regionale centrale bank en de hogere olieprijs de reserves weer gestegen. Hierdoor is de wisselkoerskoppeling gehandhaafd en kunnen Nederlandse bedrijven voorlopig nog profiteren van een beperkt wisselkoersrisico.
Auteur
Categorieën