Ga direct naar de content

Meer dan zware beroepen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 24 2017

Het zal slechts weinigen zijn ontgaan dat een nieuw item is toegevoegd aan het toch al lange boodschappenlijstje voor de naderende coalitie: uittredingsregelingen voor zware beroepen. Binnen een relatief kort tijdsbestek is er een breed front ontstaan van werkgevers en vakbonden die wel iets zien in vroegpensioen voor oudere werknemers met zwaar werk – zie bijvoorbeeld de berichtgeving in het Financieele Dagblad en de Volkskrant.

Deze verandering in het getij lijkt ingegeven door twee recente analyses. Zo verscheen ruim een maand geleden het UWV-rapport ‘Wat is er aan de hand met de WIA?’. UWV toonde hierbij aan dat de instroom in de WIA van 55 tot 65-jarigen met circa 30% was toegenomen in 2016 ten opzichte van 2015. Recenter nog kwam het Economisch Instituut Bouwnijverheid (EIB) met een pleidooi voor vervroegde uittreding – in ieder geval in de bouwsector. Door de verschuiving van de AOW leeftijd zou het zo goed als onmogelijk zijn geworden voor werknemers om de eindstreep te halen.

Dat de recente toename van de WIA-instroom van ouderen de wenkbrauwen bij menigeen doet fronzen verbaast me niet. Vooral het deel van de groei dat is te verklaren door een hogere instroom via de WW – dus na ontslag – is zorgwekkend. Maar het is te vroeg om conclusies te trekken – het gaat om een ontwikkeling die heel recent is. Bovendien lijkt de discussie nu gevangen te zijn in een tunnelvisie. We kijken niet naar de bredere, gunstige ontwikkelingen die plaatsvinden op de arbeidsmarkt voor ouderen.

HH/Guido Koppes Fotografie

Om dat duidelijk te maken heb ik cijfers opgediept over arbeid en arbeidsongeschiktheid voor de periode van 2010 tot 2015 in CBS Statline (helaas is 2016 nog niet toegevoegd aan de reeksen). Laten we dan beginnen met ogenschijnlijk slecht nieuws: de instroom in arbeidsongeschiktheid van 55-65 jarigen is toegenomen van jaarlijks 10 duizend personen in 2010 naar 13 duizend personen in 2015.

Vervolgens kijken we iets breder. Dwars door de economische crisis nam tussen 2010 en 2015 het aantal werkzame personen van 55-65 jaar toe van 1,2 naar 1,4 miljoen – een stijging van bijna 20%. Hierdoor is per saldo is het jaarlijkse instroomrisico in de WIA niet zo sterk gestegen, van 0,8% in 2010 naar 0,9% in 2015. Die lichte stijging is niet zo verrassend, gezien de gemiddeld hogere leeftijd van werkenden in de leeftijdsklasse van 55 tot 65 jaar die er nu is.

Maar we kunnen het nog breder trekken door naar het totaal aantal ouderen met en WAO of WIA uitkering te kijken. Zo ontving in 2010 nog iets meer dan 310 duizend ouderen een uitkering, tegenover 275 duizend in 2015. De verhouding van uitkeringen en betalende werknemers daalde ook, van 26% naar 18%. Hier zal de toename van 2016 overigens niet noemenswaardig veel aan veranderen.

Het zou heel goed kunnen dat het risico van arbeidsongeschiktheid onder ouderen de komende jaren op zal lopen. Immers, het aantal werkende ouderen én hun gemiddelde leeftijd neemt toe door verhoging van de AOW. Maar voorlopig maken vooral de cijfers over de toename van werkgelegenheid onder ouderen de meeste indruk op me. Het is dus maar hoe je het bekijkt.

Auteur

Categorieën