ESB no.1260 uit 1940 met het artikel Dubbele heffing in het ontwerp winstbelasting van Dr. F.H. Fentener van Vlissingen
Het ontwerp van wet tot heffing van een winstbelasting heeft reeds heel wat pennen in beweging gezet.
Nu de belastingen tot een zoo ongekende hoogte zijn gestegen als thans het geval is, is het meer dan ooit wenschelijk, dat haar druk zoo billijk mogelijk verdeeld wordt en daartoe is in de eerste plaats zeker noodig, dat dubbele belastingen, voor zoover dit slechts eenigszins mogelijk is, voorkomen worden.
In vele gevallen is het in den tegenwoordigen tijd immers noodig, dat een onderneming om te kunnen slagen groot wordt opgezet. Daartoe is de hulp van groote en financieel krachtige naamlooze vennootschappen onontbeerlijk en en deze zullen zich wel tweemaal bedenken haar te verleenen, indien haar ondernemingsdurf met dubbele heffing “beloond” wordt.
Het bloote feit, dat, (…) het bezit van aandeelen (…) het nadeel van dubbele belasting met zich mee zou brengen, zou het bezit van van dergelijke aandeelen veel minder aantrekkelijk maken. Dat dit in onzen tijd, waarin wij onze uiterste krachten moeten inspannen om het bedrijfsleven te stimulereen, in stand te houden, te vernieuwen en uit te breiden, ongetwijfeld bedenkelijke gevolgen zou hebben, lijkt mij niet voor tegenspraak vatbaar.
Auteur
Categorieën