De afgelopen jaren zijn de rentes op de geld- en kapitaalmarktengedaald. Dit heeft zich enerzijds vertaald naar lagere rentes die banken geven op spaargelden en andere bancaire deposito’s en producten. Anderzijds zijn de rentes die door het publiek moeten worden betaald op bancaire leningen zoals hypotheken en andere leningen ook gedaald.
Deze ontwikkelingen hebben van 2008 tot 2015 geleid tot een daling van zowel rentebaten als rentelasten voor het Nederlandse bankwezen met bijna 100 miljard euro. De invloed van deze renteontwikkelingen op de operationele inkomsten van het bancaire bedrijf zijn echter beperkt geweest en het renteresultaat is min of meer stabiel gebleven.
De marge van rentebaten ten opzichte van rentelasten bedroeg in 2009 – het eerste jaar na het hoogtepunt van de crisis – 30 miljard euro, op een totaal van 190 miljard euro aan rentebaten. In 2015 was deze marge vrijwel gelijk, ruim 32 miljard euro, maar nu op een totaal van 99 miljard aan rentebaten.
Het aandeel van netto-rentebaten als onderdeel van het totaal aan operationele inkomsten van het totale Nederlandse bankwezen is in 2015 eveneens vergelijkbaar met 2009. Zowel bij operationele inkomsten van 43 miljard euro in 2009, als bij 46 miljard euro in 2015 vormen de netto-rentebaten ongeveer 70 procent hiervan. De netto-rentebaten als deel van het operationele resultaat hebben in de tussenliggende jaren wel enigszins gefluctueerd, van 67 procent (2011) tot 78 procent (2013).
Naast de netto-rentebaten bestaan de operationele inkomsten van de banken uit commissie en overige vergoedingen voor dienstverlening, dividenden, winst of verlies op activa, en overige operationele inkomsten. Netto inkomsten uit dienstverlening en provisies zijn over de periode vanaf 2009 gedaald van ruim 10 naar ongeveer 8 miljard euro per jaar. Dividenden, die met omstreeks 200 miljoen euro een betrekkelijk klein aandeel hebben in het operationele resultaat, zijn in de genoemde periode eveneens min of meer gelijk gebleven. Het resultaat op activa heeft erg gefluctueerd onder marktontwikkelingen. Ook de overige operationele inkomsten liepen in die periode erg uiteen, onder andere door herstructureringen in het bankwezen.
Auteur
Categorieën